KLASSIEK EN ACTUEEL

"(...)De volgende dag bracht de resident ons een bezoek terug, en ook die heer voor wie de Javanen thee maken. Het zijn beste mensen, en toch deftig van belang! Beiden tegelijk vroegen zij met welke trein we dachten aan te komen in Amsterdam? Wij begrepen niet wat dit betekenen moest. Maar later werd het ons duidelijk, want toen we maandagmorgen daar aankwamen, waren er aan het station twee bedienden, één met een rood vest, en één met een geel vest, die tegelijk ons zeiden met de telegraaf last te hebben bekomen, ons af te halen met rijtuig. Mijn vrouw was confuus, en ik dacht eraan, wat Busselinck en Waterman zouden gezegd hebben, als ze dat gezien hadden.... dat er twee rijtuigen tegelijk voor ons waren, meen ik. Maar 't was niet gemakkelijk een keus te doen, want ik kon niet besluiten een der partijen te krenken, door 't afwijzen van een zo lieve attentie. Goede raad was duur. Maar ik heb mij uit die hoogst moeilijke omstandigheid alweer gered. Ik heb mijn vrouw en Maria in 't rode rijtuig gezet - in de wagen van 't rooie vest, meen ik - en in ben in 't gele gaan zitten... in 't gele rijtuig, meen ik. Wat die paarden liepen! Op de Weesperstraat, waar 't altijd zo vuil is, vloog de modder rechts en links huizen hoog, en, alsof weer 't spel sprak, daar liep die schooierige Sjaalman, in gebogen houding, met gebukt hoofd, en ik zag hoe hij met de mouw van zijn kaal jasje, zijn bleek gelaat trachtte te reinigen van de spatten. Ik ben zelden prettiger uit geweest, en mijn vrouw vond het ook. (...)"

Uit: Max Havelaar of De Koffieveilingen der Nederlandse Handelmaatschappij, Multatuli, 1860.