Bedrieglijke keuze: globalisme of nationalisme (deel 1)

i-006-012.jpg
Demonstratie in Letland van een miltaire drone voor mogelijke inzet tegen Rusland. De imperialistische oorlogen worden steeds gevaarlijker, mede omdat er geen onmiddellijk levensgevaar is voor de aanvallende partij bij doden op afstand. (Foto: ZLV)

Deel 2 van het artikel

Greg Godels (Zoltan Zigedy)

In november 2008, tijdens de zwaarste economische crisis sinds de wereldwijde crisis in de jaren '30 van de vorige eeuw, schreef ik dat het tijdperk van wereldwijd internationalisme, de zogenaamde 'globalisering', ten einde kwam. 'Middelpuntvliedende krachten' van zelfbehoud zouden volgens mij de overhand krijgen en bestaande allianties, machtsblokken, gezamenlijke instituten en gemeenschappelijke oplossingen uit elkaar drijven.

Ik schreef toen: "De economische crisis heeft het post-Sovjet-proces van internationale integratie, de 'globalisering', gekeerd. Net als in de jaren '30 treft de economische crisis de verschillende economieën op uiteenlopende manieren. Ondanks pogingen om de wereldeconomieën te integreren, maken de internationale arbeidsverdeling en de verschillende [economische] ontwikkelingsniveaus een uniforme oplossing voor economische ellende op voorhand onmogelijk. De zwakke pogingen tot gezamenlijke actie, de conferenties, de landentops, enzovoort, hebben geen kans van slagen, simpelweg omdat ieder land zijn eigen belangen, problemen en omstandigheden kent, wat alleen maar sterker wordt naarmate de crisis toeneemt. Het is hoogst onwaarschijnlijk dat de Europese Unie met gemeenschappelijke oplossingen zal komen. Sterker nog het [verder] uiteenvallen van de EU is niet ondenkbaar."

Nu, een decennium later, mag het duidelijk zijn dat deze voorspelling anticipeerde op de opkomst en groei van het economisch nationalisme, een politieke trend die de instellingen en de politiek van de 'vrije markt globalisering' dreigt weg te vagen. In de jaren '70 van de vorige eeuw heeft het falen van de Keynesiaanse consensus [= heersende opvatting] om een nieuwe crisis te voorkomen gezorgd voor de opkomst van het marktfundamentalisme, het zogenaamde 'neoliberalisme', en de latere internationale consolidatie daarvan in de 'globaliserings'consensus. [1] Op vergelijkbare wijze bracht de schok van 2007-2008 de zwakheden, tekortkomingen en fouten van het marktfundamentalisme aan het licht. Met als gevolg dat de politiek van open mondiale markten nu een strijd voert van leven op dood met het economisch nationalisme. De grotere kapitalistische staten trekken zich in sterke mate terug, met vertoon van agressief eigenbelang en een intensivering van de wereldwijde concurrentie tot gevolg. De duidelijkste uitingen van deze groeiende rivaliteit zijn sancties, handelsbelemmeringen, veranderende allianties en bondgenootschappen, militaire opbouw, oorlogspropaganda en onvermijdelijk oorlogen.

Dat de wereldwijde consensus is verstoord, wordt noch algemeen erkend, noch algemeen geaccepteerd. Maar scherpe waarnemers in de burgerlijke media beginnen de barsten in de wereldwijde economische integratie bloot te leggen. Mohamed A. El-Erian, een prominente columnist voor The Financial Times en Bloomberg News, schrijft over de "scheuren in de wereldwijde beleidscoördinatie, die het geheel veel groter kunnen maken dan de som der delen ..." Hij klaagt hoe "... te veel jaren van lage en onvoldoende inclusieve groei ... morrelt aan de basis van de samenleving, het vertrouwen in belangrijke instellingen schaadt en de politiek van woede voedt." "Hier is een veel dieper proces gaande ... een rode draad, zo je wilt", beweert hij. "En de consequenties zullen nog duidelijker worden door de toenemende ongelijkheden die ontstaan door de verschillende groeipercentages en politiek in de ontwikkelde economieën, nu de VS andere economieën steeds meer voorbij- streven", (Bloomberg Businessweek, 11-6-18). Die 'rode draad' is de intensivering van concurrentie, een strijd om voordeel te verzekeren in een mondiale economie die steeds meer lijkt op een 'natuurtoestand' (state of nature). [nvdr: filosofische voorstelling van een sociale toestand, die voorafgaat aan een georganiseerde staatsvorm, waarin de afzonderlijke individuele belangen continu met elkaar in botsing komen]

Ondanks de juichende berichten in de VS over bloeiende werkgelegenheid, economische groei, stijgende welvaart en euforie op de aandelenmarkten, valt serieuze waarnemers wel het economische nieuws op dat daarmee in schril contrast staat, wanneer je het bekijkt in de context van de wereldeconomie. De recente krantenkoppen van Wall Street Journal onderstrepen deze realiteit: "Wereldwijde groei verliest stoom", "Koers opkomende markten voedt angst voor 'besmetting'", "Amerikaanse winstexplosie laat Europa achter zich", "Groei in de VS laat de wereld achter zich".

In de strijd om steeds minder kruimels, grijpt de sterkste, gezondste economie - van de VS - de meeste kruimels, ten koste van hun vrienden en bondgenoten. Ironisch genoeg zijn de Volksrepubliek China en Rusland de meest solide publieke verdedigers van de oude orde van wereldwijde 'samenwerking', terwijl zij zich voorbereiden om nieuwe partnerschappen en tactieken te smeden waarmee het uiteenvallen van die oude orde wordt bewerkstelligd.

Zoals Lenin schreef in 'Imperialisme: het hoogste stadium van het kapitalisme':

"... zijn in de realiteit van het kapitalistisch systeem ... bondgenootschappen, ongeacht de vorm die ze aannemen - of het nou de ene imperialistische coalitie tegen de andere is, of een algemene alliantie die alle imperialistische machten omvat - onvermijdelijk niets meer dan een 'wapenstilstand' in perioden tussen oorlogen. Vreedzame allianties bereiden de basis voor oorlogen voor en komen op hun beurt ook weer voort uit oorlogen; de ene is de voorwaarde voor de ander en geeft aanleiding tot afwisselende vormen van vreedzame en niet-vreedzame strijd, voortkomend uit één en dezelfde basis van imperialistische connecties en de relaties tussen de wereldeconomie en de wereldpolitiek".

Zo zien we de overgang van de situatie van mondiale allianties naar een intensivering van de concurrentie, die nu nog wordt ingeperkt door een regime van sancties, tarieven en andere 'vreedzame' vormen en nog 'beperkte' oorlogen, maar waarbij de dreiging van een algemene oorlog al op de loer ligt.

Misvatting

Het is een vergissing, of een bewuste onjuiste kwalificatie, om de ineenstorting van de wereldwijde openmarktconsensus te zien als slechts het resultaat van het 'krankzinnige' beleid van Trump en zijn 'soortgenoten'. Het is een ernstige fout om sancties, tarieven en verscherping van rivaliteiten simpelweg te bestempelen als de tactiek van de rechtse populistische partijen en hun aanhangers.

In de eerste plaats zijn de nationalistische, protectionistische maatregelen die vandaag de dag ontstaan niet alleen geworteld in politieke grillen of ideologische voorkeuren. Het is een slecht functionerend kapitalisme dat deze maatregelen noodzakelijk maakt. Hoewel het heersende paradigma - de consensus van het globalisme - het kapitalisme goed heeft gediend, en winst en groei heeft gegenereerd, is het hard toe aan een grondige reparatie of vervanging. De heersende klasse erkent het huidige falen van het globalisme en is op zoek naar een oplossing. Dat zoekproces komt onder andere tot uiting in de politieke confrontatie tussen traditionele centristische partijen en snel opkomende nieuwe partijen.

Ten tweede wordt de strijd gebagatelliseerd en verdoezeld als deze wordt voorgesteld als een strijd tussen reactionaire krachten of fascisme enerzijds en de krachten van verlichting of vooruitgang anderzijds. Economisch nationalisme heeft geen noodzakelijk ideologisch verband met een van beide.

Tijdens de Grote Depressie was het streven naar autarkie (economische zelfvoorziening, isolationisme, protectionisme) identiek voor zowel Roosevelt als Hitler. Het feit dat de griezelige politiek van Trump, Farage, Le Pen en Salvini het economisch nationalisme het krachtigst omhelzen, is historisch gezien contingent [nvdr: 'toevallig', geen noodzakelijkheid]. Terwijl de Amerikaanse media de tarievenmanie van Trump hebben afgeschilderd als een belediging voor de economische gezondheid van de VS, laten diezelfde media het na om de andere wapens van economisch nationalisme - sancties en oorlogen - op dezelfde manier te beschrijven. Terwijl ook de regering Obama zich bezighield met de bekende politiek van tarieven, zorgde diezelfde regering tevens voor een forse toename van de inzet van sancties en oorlogen.

De discussie over het beleid van sancties en tarieven in de VS is dus vaak niet een kwestie van 'voor of tegen' maar gaat eerder over de vraag tegen wie die sancties zijn gericht. Senator Schumer, de leidende democratische senator en fel criticus van Trump, is niet tegen het instellen van tarieven op zich, hij verschilt alleen van mening met Trump over welke landen daarmee moeten worden aangevallen. Hij is kritisch ten opzichte van de tarieven tegen NAVO-bondgenoten of Japan, maar is wel enthousiast voor bestraffende (punitieve) tarieven (en andere manoeuvres) tegen Rusland, de Volksrepubliek China, Venezuela en andere rivalen of vermeende 'schurken'.

De huidige controverse over ZTE, een vooraanstaand Chinees multinationaal telecombedrijf, laat zien hoe economisch nationalisme beide Amerikaanse partijen infecteert, zowel de Republikeinen als de Democraten. ZTE wordt ervan beschuldigd de Amerikaanse sancties tegen Noord-Korea en Iran te tarten. Trump, de archetypische 'First warrior' van Amerika, onderhandelde met ZTE. De in eerste instantie aan het bedrijf opgelegde sancties gingen van tafel. In plaats daarvan moet het bedrijf een boete betalen van 1 miljard dollar en tevens een schandalige regeling accepteren, waarbij ZTE zelf moet betalen voor een intern team van Amerikaanse inspecteurs, ingezet binnen het bedrijf! Deze volkomen respectloze belediging van de Chinese waardigheid wordt tegengewerkt door vooraanstaande senatoren van beide partijen. Zij willen namelijk nog verdergaan en feitelijk ZTE volledig hun handel ontnemen, door ZTE de toegang tot voor het bedrijf essentiële Amerikaanse componenten te ontzeggen.

Hoewel de heersende klasse van de VS misschien debatteert over hoe om te gaan met de teleurstelling over het falen van het heersende paradigma, begrijpt zij volledig dat de VS nog altijd 's werelds leidende economische en imperialistische macht zijn. De inzet van de strijd tussen Trump en zijn Europese tegenhangers gaat over hoe deze macht van de VS het beste kan worden ingezet en uitgebreid, met of zonder concessies aan internationale samenwerking.

Voetnoot

[1] Globalisering of mondialisering: proces van wereldwijde economische, politieke en culturele integratie. Centraal kenmerk: wereldwijde arbeidsdeling, waarbij productielijnen over de wereld worden gespreid, gedreven door informatie- en communicatietechnologie en internationale handel. Mondialisering wordt mogelijk gemaakt door ontwikkelingen op gebied van vervoer en telecommunicatie en kenmerkt zich door verregaande schaalvergroting, ontstaan van een wereldwijd kapitalisme en verspreiding van een consumentencultuur. Met regionalisering heeft mondialisering internationalisering tot gevolg waarbij betrekkingen over steeds grotere afstanden worden aangegaan en zo over de landsgrenzen heen reiken. Gevolg: nationale overheden zijn bij hun beleid gebonden aan internationale afspraken en ontwikkelingen, en hebben minder greep op de nationale economie. Bron: Wikipedia.org.

Deel 2 van dit artikel volgt in Manifest nummer 01 van 2019.

Bron: zzs-blg.blogspot.com, 19 juni 2018-09-16, vertaling J.Bernaven.