Mooie woorden: Rouwdouwers en fatsoenlijke mensen...?

i-005-010.jpg i-005-011.jpg
TRUKE

Rinze Visser

Het is al weer november geweest. December en 2018 schieten ook al mooi op. December, de maand van Sinterklaas, van Kerstmis en oudejaarsavond. November, de maand van de intocht. Ook de tijd van acties tegen en voor Zwarte Piet. Zoals vorig jaar en zo het zich laat aanzien, ook de nog volgende jaren. Laat ik, voordat ik verder ga, eerst dit zeggen: acties tegen Zwarte Piet zijn niet het beste begin om een discussie over kolonialisme, slavenhandel, slavernij en racisme, op gang te brengen. De ervaring van al die jaren van actie voorafgaand en tijdens de intochten laat dat ook zien.

Roetveegpieten, noch witte, noch gele pieten en zelfs het verdwijnen van de piet zullen niet leiden tot een serieuze discussie. Waarom niet? Omdat die discussie voor velen, zeker voor de machthebbers, een pijnlijke zal zijn. Heel wat zaken die men het liefst niet in het publieke daglicht wil hebben, zullen toch aan de orde moeten komen en door actie afgedwongen moeten worden.

Steeds meer hoor je de geluiden: waar gaat dit eigenlijk over? Tegenstellingen worden aangescherpt; de maatschappij verhardt; we moeten met elkaar om de tafel gaan zitten. Dat zijn vooral de vredestichtende pogingen. De tegenstanders van Zwarte Piet kregen vanaf het eerste begin al begrip en sympathie van bekende blanke Nederlanders. Al heel snel werd beoogd dat culturen en tradities niet altijd hetzelfde hoeven te blijven en dat verandering enige tijd zal vergen. Zo hadden zij - in het begin nog voorzichtig - de steun van het spraakmakende deel van intellectueel Nederland, dat zich gewoonlijk ook altijd al als antiracist opwierp. Dat zijn nu dikwijls de blanke mensen met wie veel gewone mensen, de onbekende Nederlanders, niet zoveel ophebben. Door wie ze zich geminacht voelen, die tijdens het spreken de vele Engelse stopwoorden als 'as we speak' en 'you name it' gebruiken en hele Engelse citaten in hun geschreven stukken stoppen.

Die Albert Heyn zeggen als ze supermarkt bedoelen, die kantoor zeggen als ze werk bedoelen; zij die graag van groezelige straten of buurten spreken als ze de woongebieden van arbeiders bedoelen; zij die met hun grote-stadsmonden neerbuigend over het platteland spreken; zij die het platteland slechts beschouwen als een voor hen geschapen rust- en recreatiegebied; zij die laatdunkend spreken van rijtjeshuizen; zij die vinden dat pensioenstelsel, belastingstelsel en arbeidsmarkt ten voordele van hen hervormd moeten worden; van wie het gewone volk tot 67 jaar of nog langer door moet werken. Dat zijn vooral ook zij die vinden dat sociale voorzieningen en.... Zwarte Piet hun langste tijd gehad hebben.

Bij mij speelt de angst dat een groot deel van het Nederlandse volk niet zoveel zin heeft in een serieus debat over het verre van schone verleden onder Nederlandse vlag. Zij willen als witte inwoners daar niet met terugwerkende kracht voor verantwoordelijk worden gesteld. En..., voor racisten uitgemaakt worden. Zo las ik onlangs in een opiniestuk in een provinciale krant dat de schrijver ervan zich als geboren Fries geprivilegieerd vindt ten opzichte van gekleurde inwoners van Nederland. Hoezo bevoorrecht? Is het niet een recht om niet(!) gediscrimineerd te worden? Is discriminatie dan geen onrecht? Bevoorrecht? Komt zoiets niet voort uit een soort zelfpijniging? Waarover hebben we door de jaren heen al niet kunnen lezen? Het racisme in jezelf; de fascist in jezelf; de crimineel in jezelf...

De kwestie Zwarte Piet wordt meer en meer gezien als een strijd tussen fatsoenlijke en beschaafde mensen en de rouwdouwers. De beschaafden en fatsoenlijken zijn dan voor kleurrijk, multicultureel en diversiteit. Tenminste dat zeggen ze. Moeten kleurrijk, diversiteit en multiculturaliteit dan een doel zijn, een politiek program? Is het niet veel beschaafder zoiets gewoon als een gegeven te beschouwen en mede te zien als gevolgen van ontwikkelingen in de geschiedenis, waar we als Nederlanders zeker niet trots op moeten zijn? Want daar waar men kan spreken over een multiculturele samenleving die mislukt is, ziet men het als een project in een politiek program en geeft het nu juist voedsel aan uitspraken zoals: ze halen iedereen hier maar heen.

De spraakmakende elites benoemen zichzelf als wereldburger. Daarom zijn zij ook voor een verenigd Europa, wat onder de huidige omstandigheden een Europa van de grote bedrijven en de rijken zal zijn. Het is ook daarom dat zij veelal op autochtone tradities neerkijken en welwillend tegenover met immigranten meegekomen tradities staan. Wat kwaad bloed zet bij nogal wat gewone en blanke Nederlanders. Terwijl al die tradities hun eigen waarde hebben. Dit alles heeft ook meegespeeld bij acties tegen de voorstanders van het afschaffen van Zwarte Piet.

Zij zijn niet nationalistisch. Oh nee, zij zijn wereldburgers. Het waren echter de wereldburgers van vroeger die vonden dat de wereld van hen was en soms vochten met wereldburgers uit andere landen die óók vonden dat de wereld van hen was. Bijvoorbeeld met hen van het rijk 'waar de zon nooit ondergaat', Groot-Brittannië. Wat was hun wereldrijk kleurrijk, multicultureel en divers! Ja, ook de lage landen aan de Noordzee, door Multatuli met reden een 'roofstaat' genoemd. De intellectuelen, de spraakmakers onder hen, roepen om het hardst dat 'wij' met elkaar in gesprek moeten. Maar waar blijven ze nu het échte debat over de roverijen en knechting van andere volken gevoerd dient te worden? Een debat dat niet blijft steken bij de uitmonstering van een knecht van Sinterklaas... Zeggen dat tradities veranderen, is nogal goedkoop. Praten over wat er wel en niet in de geschiedenisboeken staat. Ja, ook die in het onderwijs! Mag men van mensen die vroeger op school de indruk kregen dat 'wij Nederlanders' - blanke Nederlanders - een veel betere en hoger staande mensensoort zijn dan de onderworpen donker gekleurde mensen verwachten dat zij immuun voor racisme zijn?

Echter voor deze mensen zal het échte debat niet pijnlijk zijn. Zij zullen dan ook denken aan hun voorouders die zich voor een hongerloon kapot moesten werken, in krotten en plaggenhutten moesten wonen. Voor veel échte bevoorrechten, niet omdat ze blank zijn, maar omdat ze in weelde mogen leven, zal zo'n debat pijnlijk zijn. Hun huidige 'politiek-correcte' praatjes en schrijfsels zullen hen dan niet redden.

De kinderen zullen er niet mee zitten als Zwarte Piet gaat veranderen, hoor je steeds. Natuurlijk is dat waar. Maar het zijn wel 'de grote mensen', vrijwel allemaal vrijwilligers, die al die Sinterklaasintochten organiseren. Zij zullen het voor het zeggen hebben, niet de kinderen. Als het gesprek alleen over de kleur van Zwarte Piet zal gaan, dan staat de uitkomst al vast: Zwarte Piet gaat veranderen, op korte of op langere termijn. En verder niets. De Nederlandse elites, waaronder ook nazaten van koloniale heersers, zullen dan niet op de pijnbank hoeven.

Waar blijven onze intellectuelen om het debat over de echte vaderlandse geschiedenis aan te snijden? Een debat dat tweeledig moet zijn. Het lijden van en de minachting voor de bruine slaven, over koloniale uitbuiting, over economisch en politiek racisme. Maar ook over het lijden van en de minachting voor de blanke, niet-bezittende klasse in het Nederland van weleer. Als het daarover gaat, dan zullen de strijdende partijen over niet meer dan de kleur en uitdossing van de knecht van Sinterklaas elkaar begrijpen en tot de conclusie komen dat het lijden van de onderliggende klassen - met welke huidskleur dan ook - om veel meer gaat dan om een kinderfeestje.

Dan zal het ook duidelijker worden dat de door lange strijd verworven rechten nu verdedigd moeten worden tegen hen die de geschiedenis willen terugdraaien. En tegen hen die nu schatten verdienen aan nieuwe vormen van slavernij. Een gezond en een - in kleurrijke eensgezindheid - strijdbaar 2019 toegewenst!