De zorgen van de liberaal en de opdracht van de marxist

Maarten Muis

Elke week verschijnt het Engelstalige blad The Economist. Het beschrijft de actualiteit met een zeer goed geïnformeerde groep journalisten van over de hele wereld. Het is het zelfbenoemde lijfblad van de liberaal. Er gaat geen week voorbij of de pijlen richten zich op elke vorm van collectief denken of een collectieve organisatievorm. Er worden continu feiten verzameld en gepresenteerd die de imperialistische agressie, met name die van de NAVO, legitimatie verleent. Alles draait om het verbeteren van het kapitalisme. Het duurzaam maken van het kapitalistische systeem.

Niet vaak slaat het de plank mis als het gaat om data, daarvoor is het onderzoek te gedegen, dankzij de hoge journalistieke standaard die het hanteert. Maar het meest interessante voor ons marxisten is als het zijn zorgen formuleert, zoals het in de laatste uitgave van 15 september doet. Als het de ontwikkelingen formuleert, die de macht van de heersende klasse bedreigen. Dan wordt goed duidelijk dat de liberaal en de marxist dezelfde klassenstrijd als werkelijkheid beschouwen. Alleen dat men niet aan dezelfde kant staat.

Leve het individu!

Ter ere van het 175-jarig bestaan van The Economist publiceerde het een manifest voor een vernieuwend liberalisme. De schrijvers maken zich zorgen over de actuele ontwikkelingen. Ze zien dat in talloze enquêtes zichtbaar wordt dat de steun voor de politiek van, zoals zij dat formuleren, "meritocratische liberale elite" afneemt.

Zo blijkt uit onderzoek dat nog maar 36 procent van de Duitsers, 24 procent van de Canadezen en 9 procent van de Fransen geloven dat hun elites er voor kunnen zorgen dat de volgende generatie het beter gaat krijgen. Afgelopen week meldde het Financieele Dagblad dat in Nederland de huidige dertigers een lagere welvaart hebben dan de generatie van twintig jaar geleden. De tijd dat de elites in het Westen ook daadwerkelijk materiële vooruitgang kunnen leveren, lijkt voorbij [zie voor nadere verklaring elders in Manifest, nvdr].

Goed om niet te vergeten dat liberalen wel een individuele leider kunnen aanpakken of afbreken, maar angstvallig vermijden te spreken van een heersende klasse of van een stelsel, dat als het nodig is als eenheid optreedt om de staatsmacht te behouden in de handen van kapitalisten. Alles wordt altijd teruggeredeneerd naar belangen en missers van individuen, zoals een van hun grootste helden, de Engelse premier Margaret Thatcher, ooit formuleerde: "And, you know, there's no such thing as society. There are individual men and women and there are families."

Blakend van zelfvertrouwen

In de visie van The Economist is de macht in de economisch succesvolle Westerse landen in handen van leiders die op natuurlijke wijze boven komen drijven op basis van hun verdiensten (merites) en talent. In landen die het imperialisme bedreigen, zoals Venezuela, is dat natuurlijk andersom. Daar bedriegen zogenaamd incompetente leiders als Maduro de burgers en zijn zij persoonlijk verantwoordelijk voor het falen van de hele economie.

Het zelfvertrouwen van liberalen is hoog, want de meeste data verzameld op universiteiten en door instituten, die stevig in handen van de kapitalisten zijn, wijzen erop dat het liberalisme een aanzienlijk deel van de bevolkinging de westerse landen voorspoed en ontwikkeling heeft gebracht. Weliswaar veel minder dan mogelijk was geweest zonder opeenstapeling van winsten in een paar handen. Omdat dit ook 'met eigen ogen' zichtbaar is in vergelijking met vroeger en vooral met grote delen elders in de wereld, zoals de kapitalistische media niet verzuimen dagelijks te tonen, vallen zulke 'feiten' moeilijk tegen te spreken.

Een boek als dat van Steven Pinker, Enlightment Now: The Case for Reason, Science, Humanism, and Progress, is een aaneenrijging van statistische data die moeten aantonen dat de liberale politiek de mens gelukkig, slim, gezond en welvarend heeft gemaakt. Daar lijkt bijna geen speld tussen te krijgen voor de massa van de bevolking die aangewezen is op de burgerlijke media.

De voorsprong in dataverzameling en presentatie ervan is zo groot, dat een antwoord met een goede onderbouwing van de verdiensten van het socialisme niet direct te leveren valt en moet worden opgebouwd uit talloze deelonderzoeken, actueel of klassiek. We moeten er als marxisten vooral mee doorgaan en zoeken naar efficiëntere vormen van bundeling, maar niet uit het oog verliezen dat we op flinke achterstand staan.

Het beschikbare geld voor de kapitalisten en hun lakeien in de 'wetenschappelijke' wereld is, dankzij de superwinsten al decennia zo groot, dat zij de slimste koppen en de beste technieken kunnen opkopen en omkopen om data te verzamelen en te verdraaien die de ideologische dominantie van het kapitalisme steviger lijken te grondvesten dan ooit. Zelfs de moedige, maar nogal eenzame academische actie van iemand als Thomas Piketty, met zijn analyse 'Het kapitaal in de 21ste eeuw', kan dat positieve verhaal moeilijk weerspreken. Dus dat zit wel goed voor de liberaal: aan woordvoerders met status in de media en de wetenschap geen gebrek.

De voorsprong moet blijven

Waar komen dan toch die zorgen vandaan? Het blijken met name de geopolitieke verhoudingen te zijn die de liberalen van The Economist zorgen baren. Men is vooral bang dat bereidheid om de NAVO te versterken met meer middelen en politieke steun kleiner wordt. Dit omdat de westerse liberale elites steun verliezen onder groeiende lagen van de bevolking.

Het blad The Economist is vooral criticaster van Trump, Erdogan, Poetin en Orbán, en al helemaal geen fan van Wilders en Le Pen. Deze politici zien volgens hem onvoldoende het voordeel van vrije wereldhandel, zo ook bijvoorbeeld van een EU, om daarmee de belangen van de kapitalisten in eigen land te steunen.

De liberaal moet stevig door durven pakken om de geopolitieke dominantie te behouden. En daarmee ook de electorale wind uit de zeilen te nemen van bovengenoemde nationalistische politici met hun populistische politiek. En dat kan alleen als diezelfde 'meritocratische liberale elite' niet vergeet, zoals de populisten allang begrepen hebben, de brede lagen in het Westen, het proletariaat en het groeiend aantal mensen met problemen in de middengroepen, meer te laten delen in de voorspoed en welvaart.

Deze boodschap is vooral gericht aan de kapitalisten die rijk geworden zijn in de ICT, zoals die van Facebook, Apple en Google. Zij begrijpen onvoldoende dat hun disruptieve (verwoestende) technologieën arbeiders steeds meer in precaire arbeidsverhoudingen duwen. En zo verarmen steeds meer mensen in het Westen en daarmee ontstaat een steeds groter proletariaat. Zodoende verliezen de liberale elites de politieke steun. Dat bedreigt weer de positie van de NAVO en daarmee ook dirct de slagkracht van het imperialisme.

Imperialisme en binnenlandse arbeidsonrust

Het manifest van het weekblad is gemaakt om de liberalen er aan te herinneren, dat zij zich bijvoorbeeld tijdens de oprichting van The Economist in 1843 uitspraken tegen de belasting op geïmporteerd graan in Engeland. Die belasting moest de lokale Engelse graanboeren steunen en zo de prijs van graan hoog houden. The Economist zag een heel ander belang. Want goedkoop geïmporteerd graan betekende ook goedkoop brood voor de armlastige fabrieksarbeiders. Het bepleiten van vrije wereldhandel was dus vanaf dag één ingegeven om de industriële kapitalisten in eigen land te beschermen tegen de opkomende arbeidersbeweging. Vergeet niet: het was 1843.

Door verhevigde imperialistische, verstrekken van kredieten en uitbuiting van de echte en semi-koloniën, konden westerse kapitalisten sindsdien arbeidsonrust afkopen met goedkope import, leningen en kopen op termijn. Eerst met goedkoop graan, toen met goedkoop Aziatisch textiel en nu met Chinese mobiele telefoons.

Dit in ogenschouw nemend is het goed te begrijpen waarom The Economist het imperialisme voluit steunt. De liberaal moet het politieke doel, en daarbij de uitvoerder, 'de NAVO', volledig omarmen om een land als China in die positie te houden. Zodat dit land de arbeidersklasse in het Westen kan blijven voorzien van goedkope consumptiegoederen. Dat verklaart waarom de waarlijk invloedrijke kapitalistische clubs, zoals ook het Nederlandse VNO-NCW, de politiek van Trump van de importtarieven zo bekritiseren.

Men is bang dat China op eigen kracht die positie ontgroeit en dat daadwerkelijk, om een moderne term te gebruiken, daar een 'level-playing-field' ontstaat. De wake-up call van The Economist, en eerder de bijeenkomsten in Davos, aan de liberaal is om dát niet te laten gebeuren. En dat kan alleen als er géén onhandelbare arbeidsonrust in het Westen ontstaat. Een sterke NAVO is nodig om ook daadwerkelijk militair in te grijpen.

De zwakke schakel

Waarop moeten revolutionairen zich nu richten? Hoe krijgen communisten het breekijzer in de zwakke schakel van het imperialisme? Bekeken vanuit de huidige lage organisatiegraad en zwakke collectieve daadkracht van marxisten-leninisten in Nederland en andere westerse landen.

Bezien we de politieke krachtsverhoudingen, dan blijkt dat werkelijk invloedrijke kapitalisten, en hun spreekbuis The Economist, vooral een coalitie willen sluiten, zoals de westerse kapitalisten ook voor de Eerste Wereldoorlog smeedden. Daarbij gaat men actief op zoek naar delen van de arbeidersklasse (inclusief middengroepen), met name de sociaaldemocratische, die overgehaald kunnen worden met hogere lonen, om politieke steun te verlenen aan de imperialistische politiek van de eigen regeringen. Dáár ligt een taak voor marxisten.

Opheldering over het imperialisme bieden aan sociaaldemocratische medestrijders in de arbeidersbeweging én tegelijkertijd een eigen communistisch arbeidersfront organiseren, dat in de directe strijd met de binnenlandse kapitalisten eisen stelt die werkelijk progressief en socialistisch zijn, kan als tweesnijdend zwaard gaan werken om de zwakke schakel te verbreken.

Dit is allesbehalve nieuwe communistische politiek. De splitsingen die ontstonden in 1903 en 1909 in de SDAP gingen al over dit vraagstuk. De druk weerstaan om als arbeidersbeweging achter de imperialistische politiek van de nationale regering te gaan staan, loopt als een rode draad door de geschiedenis van communistische partijen, waaronder de Communistische Partij van Nederland.

Als we met de mensen die nu in de NCPN georganiseerd zijn, ons op deze kerntaak concentreren, kunnen we weer de politieke voorhoedepositie innemen. Dat betekent een goed begrip van het imperialisme verbinden met de onmiddellijke strijd voor behoud en verbetering van het levenspeil en publieke voorzieningen en tegen de verdere versterking van de NAVO.

Dit is, als we dit liberaal manifest van The Economist lezen, hét politieke klassenantwoord van de arbeidersklasse.