Nederland en België krijgen van Europa 'schoolrapport milieu'

i-008-016.jpg
(Foto: Shutterstock)

Wiebe Eekman

Nederland en België worden geprezen voor hun afvalbeleid en streven naar circulaire economie. Maar krijgen onvoldoendes voor de luchtkwaliteit, de watervervuiling en het verlies aan biodiversiteit.

De Europese Commissie beoordeelde elk van de 28 lidstaten op de uitvoering van het Europees milieubeleid. Deze zogenaamde 'Environmental Implementation Revieuw' (EIR) zou voortaan om de twee jaar hernieuwd worden. Door gebrek aan gegevens werd er in deze eerste evaluatie niets gezegd over klimaatverandering en chemische vervuiling. Dat zou volgende keer wel bekeken worden.

Callega Crespo, directeur-generaal milieu van de Europese Commissie kwam op woensdag 29 maart het Belgisch rapport persoonlijk toelichten in Brussel. Eerder was hij in Estland. Nederland komt later aan de beurt. Callego vertelde dat 95 procent van de Europeanen het milieu één van de eerste zorgen van de Europese Unie vinden en 75 procent meent dat de Europese milieurichtlijnen goed zijn, maar dat de toepassing van deze wetgeving onvoldoende is. Daarom maakte de Europese Commissie deze EIR's, waarbij ze zwakke en sterke punten van elk land aanduiden en aanbevelingen tot verbetering doen.

Christine Marghem, Belgisch minister van 'Energie, Leefmilieu en Duurzame Ontwikkeling', meldde dat België naar een lage-koolstofmaatschappij wil evolueren. Volgens haar zou daar veel 'psychologie' bij te pas komen, "want de Belgen kunnen net zoals de andere Europeanen wel heel bezorgd zijn over het milieu, maar aanvaarden heel slecht de voorgestelde maatregelen."

Het probleem zit hem natuurlijk in de maatregelen die voorgesteld worden. Het komt altijd neer op meer betalen door de mensen. Het zou anders kunnen, maar het parool is dat maatregelen 'marktconform' moeten zijn. Dat de 'concuurentie' van onze bedrijven op de eerste plaats moet staan. Dat het gedrag van de mensen dus gestuurd moet worden door een 'groene fiscaliteit'. De Europese Commissie prijst alvast de Belgische regering voor haar 'taks shift' waartegen we met de vakbonden zo vaak betoogd hebben.

Neem nu de Belgische luchtvervuiling. De Europese Commissie bekritiseert terecht het teveel aan fijnstof en stikstofoxides, waardoor mensen vroegtijdig sterven. Zij duidt terecht het overmatige autoverkeer en de files rond Antwerpen en Brussel als schuldig. Hun oplossing? Voer een kilometertaks in, of hef tol bij het binnenkomen van de stad... Een vakbondsman reageerde dat er wel alternatieven voorhanden moesten zijn om ergens te kunnen komen. De verdere afbraak van het openbaar vervoer moet dus eerst stoppen.

In het Nederlands rapport verheugt de Europese Commissie zich over het "pionierswerk met betrekking tot het in kaart brengen en beoordelen van ecosystemen en ecosysteemdiensten en het ontwikkelen van een rekeningsysteem voor natuurlijk kapitaal." Moeilijke woorden die verbloemen dat de ecosystemen vermarkt worden en geprivatiseerd in de handen van hen die kunnen betalen. Zuivere lucht en zuiver water zijn fundamenteel voor alle leven op aarde. Daar mag geen prijs op gezet worden, dat dient beheerd te worden als een gemeenschappelijk goed van heel de mensheid.

Over die Nederlandse lucht, begint de Europese Commissie met de positieve melding "de uitstoot van een aantal luchtverontreinigende stoffen is in Nederland aanzienlijk gedaald. Tussen 1990 en 2014 daalde de uitstoot van zwaveloxiden (- 85 %), stikstofoxiden (- 61 %) en vluchtige organische stoffen (- 71 %), waardoor de emissies van deze verontreinigende stoffen in de lucht nu onder de geldende nationale emissieplafonds liggen." Maar gaat verder: "Tegelijkertijd is de luchtkwaliteit in Nederland nog steeds zorgwekkend. In 2013 waren volgens het Europees Milieuagentschap naar schatting ongeveer 11.530 voortijdige sterfgevallen te wijten aan fijnstofconcentraties, 270 aan ozonconcentraties en 1.820 aan stikstofdioxide. Dit is ook het gevolg van overschrijdingen van de EU-luchtkwaliteitsnormen. NOx wordt tijdens de verbranding van brandstof uitgestoten, bijvoorbeeld door industriële installaties en de wegtransportsector."

Nederland is een waterland. De Europese commissie meldt "In zijn stroomgebiedbeheerplannen van de eerste generatie bracht Nederland verslag uit over de toestand van 254 rivieren, 450 meren, 5 overgangswateren, 15 kustwateren en 23 grondwaterlichamen. Geen van deze natuurlijke oppervlaktewateren behaalde op dat moment een goede of zeer goede ecologische toestand (de toestand van 28% was onbekend)."

Verder: "Bijna alle waterlichamen (99%) staan echter nog steeds onder aanzienlijke druk... Ongeveer de helft van de rivieren, sloten en meren heeft te hoge stikstof- en fosfaatconcentraties als gevolg van overbemesting in landbouwgebieden.(...) De grootste druk op het Nederlandse oppervlaktewater is diffuse vervuiling, die 90 procent van de waterlichamen treft, (...) Puntbronnen van vervuiling en onttrekkingen zijn ook significante belastingen bij respectievelijk 30 procent en 17 procent van de waterlichamen. (...) De waterkwaliteit blijft zorgwekkend als gevolg van de vervuiling door nitraten (resulterend uit mest afkomstig van de intensieve veeteelt en melkveehouderij). Bovendien is vergroting van de voedselrijkdom (m.n. van het oppervlaktewater door fosfaten en nitraten), eutrofiëring genaamd, een wijdverspreid fenomeen."

De 'EIR's van Nederland en België zijn zeker de moeite van het lezen waard. Ze geven een schat aan cijfermateriaal. Ze bewijzen ook dat Europa de milieuproblematiek en klimaatproblematiek zeer goed kent. Anderzijds is heel hun betoog doordrongen van de begrippen 'concurrentie' en 'marktwerking versterken'. Met een dergelijk uitgangspunt blijkt het onmogelijk de oorzaken van de milieuvervuiling grondig aan te pakken. Dat is ook een vorm van klimaatscepticisme en klimaatnegatie.