KLASSIEK EN ACTUEEL

"(...)Wij zullen het kind in het volgend hoofdstuk terugzien in zijn schooljaren en het in zijn studie volgen. Maar zelfs in die jaren en voordat de volwassenheid zijn woeligheid tot bedaren heeft gebracht, waren ouders en overheden niet zonder zorgen. In geen enkel tijdperk van de Nederlandse geschiedenis was dronkenschap bij de jeugd zo verbreid ondanks de strengste politiemaatregelen, die geregeld werden vernieuwd. Weliswaar werden de meisjes in de gegoede burgerij nauwkeurig bewaakt: zij werden vrijwel altijd vergezeld door hun moeder, zelfs bij de kerkgang. In de eenvoudiger stand werden zij door huishoudelijke zorgen thuisgehouden. Maar voor de jongens was er, als school of werk hun deuren gesloten hadden, geen ander toevluchtsoord dan het huis waar het te klein was of te stijf toeging - en verder de straat en de kroeg. Drank en dobbelspel hielden hen bezig: een inheems kwaad waarin ook studenten zich niet onbetuigd lieten. Deze gewoonten konden alleen bestreden worden door een hecht gezinsverband. Bij patriciƫrs was het gewoonte de jongelui na het beƫindigen van hun studies naar het buitenland te sturen; zo'n reis deed hen in aanraking komen met andere levensgewoonten en was een kostbare ervaring voor de regeringsfuncties die zij later zouden bekleden(...)"

Uit: het dagelijks leven in de Gouden Eeuw, Paul Zumthor.