MOOIE WOORDEN

Individualisering en saamhorigheid

i-005-008.jpg i-005-009.jpg
TRUKE

Rinze Visser

Met de opkomst van politieke partijen en bewegingen rechts van traditioneel rechts, met als meest in het oog springende programmapunt afkeer van en angst voor 'buitenlanders' en immigranten, zijn ook de vergelijkingen met fascistische partijen uit het verleden en hun machtsovernames begonnen. Deze vergelijkingen, vooral vanuit links-politieke hoek aangeleverd, zijn op dit moment nog slechts in sterk verwaterde vorm aanwezig. Men zou kunnen zeggen dat naarmate de sympathie voor dit soort partijen onder de bevolking groeit de vergelijking met fascisme meer en meer verdampt. Nu zou ik niet terug willen naar de tijd waarin men achter elke boom een fascist waande - de tijd waarin de 'politieke correctheid' als het ware door een onzichtbare hand werd opgelegd -, maar wat er op dit gebied in de tegenwoordige tijd aan de hand is geeft ook te denken.

Zal het te ver gaan de huidige politieke partijen en bewegingen van ultrarechtse signatuur - waar tegenwoordig het beschermlaagje 'populistisch' op is aangebracht - te bestempelen als fascistisch en hun aanhang als fascisten, de tijd waarin zich dit afspeelt, nú dus, mag, nee moét zeker wel vergeleken worden met de tijd toen fascisme in een aantal landen de macht greep met een verschrikkelijke wereldoorlog als gevolg.

Was het niet zo dat fascistische partijen bepaalde gevoelens losmaakten onder de bevolking of inspeelden op al aanwezige gevoelens en daardoor aanhang genereerden of op z'n minst het voordeel van de twijfel kregen? Niet ontkend kan worden dat destijds de Italiaanse fascisten en de Duitse nazi-partij niet aan de macht hadden kunnen komen zonder bij delen van de bevolking - ook onder de arbeidersbevolking - enthousiasme teweeg te brengen. Enthousiasme, vooral ook waar het het nationaal gevoel betrof. Wat vooral effectief werd door buitenlandse en binnenlandse vijanden van de nationale staat aan te wijzen en dezen te beschuldigen van verraad aan de zelfstandigheid en autonomie van de eigen natiestaat.

Als we het hebben over nationale zelfstandigheid en nationale eigenwaarde, dan komen we zowel bij de huidige ultrarechtse (populistische) partijen als bij de vroegere openlijk fascistische partijen uit. De tegenwoordige ultrarechtsen spinnen garen bij begrippen als nationale eigenwaarde en nationale zelfstandigheid en onafhankelijkheid. Vooral tegen de achtergrond van het imperialistisch-kapitalistisch streven naar één Europese staat, waardoor de soevereiniteit van de verschillende natiestaten zou verdwijnen. Voeg daarbij de tegenwoordige nadruk op saamhorigheid door zowel partijen die aan de macht zijn als het grootste deel van de 'oppositie' - het ideologisch concept voor afbraak van de verzorgingsstaat -; het elimineren van de bij wet vastgestelde collectieve saamhorigheid en de toenemende onvrede onder vooral de arbeidersbevolking over onzekerheden op alle terreinen van het sociaal domein en de link is gelegd.

Dat zijn vooral de punten waarop partijen als de PVV in Nederland en soortgelijke partijen in Europese landen op scoren. De oude dementerende patiënten in verpleeghuizen, de hoge eigen risico's in de gezondheidszorg en nog vele andere voor 'de gewone mensen' ernstige zaken zijn niet de schuld van het kapitalistisch systeem, maar van de 'Europeanen' en van de 'binnendringers' (vluchtelingen/immigranten), welke laatsten ook nog eens een deel van de kleiner geworden nationale koek opeten. Wat dan weer ten koste gaat van de 'eigen' bevolking. Tegelijkertijd worden de beter gesitueerdenbediend, zij die zeer welwillend tegenover de terugtredende overheid, individualisering, flexibilisering en privatisering staan en die niets van collectieve voorzieningen moeten hebben; zij die denken geen overheid nodig te hebben; zij die schelden op bureaucratie en 'regeltjes', welke hun vrijheid zouden beknotten.

De fascistische partijen en bewegingen van vroeger en ook de tegenwoordige ultrarechtsen putten hun aanhang voornamelijk uit twee bevolkingsgroepen, welke vanuit klassenbelang diametraal tegenover elkaar staan. Zij die zich door overheden (de politiek) in de steek gelaten weten, hun rechten en bestaansvoorwaarden bedreigd zien en zij die geen overheid zeggen nodig te hebben: de 'vrije jongens'. Beiden keren zich af van 'de politiek'. Onder de 'vrije jongens' zit een belangrijk deel van nieuwe kapitalisten, die ook door de gevestigde kapitalisten scheef aangekeken worden. We herinneren ons de LPF-deelname aan regering en in het parlement, waar dit soort lieden de boel wilden opschudden.

In beide groepen heerst de gedachte dat het hun Nederland, in Duitsland hun Duitsland, enzovoort, niet meer is. Men vindt dat zowel in de 'yuppenmentalteit' als in de gevoelens van veel gewone mensen. In de eerste klaagt men erover dat de arbeidersklasse nog teveel beschermd wordt, heeft men een hekel aan vakbonden, in de tweede is het land niet meer het land van weleer, toen de staat door middel van wetten hen nog beschermde tegen willekeur en uitbuiting. Men name de grote steden zijn in de loop van de tijd qua bevolkingssamenstelling drastisch veranderd, wat dit gevoel nog versterkt. Wat dit laatste betreft wordt dit gegeven steeds met sociale achteruitgang geassocieerd. Het is niet teveel gezegd dat net als in de vooroorlogse periode de heersende klasse zich gesteund weet door partijen die nu 'populistisch' genoemd worden. Het gescheld over en weer is slechts een façade waarachter het grote belang bij, toen fascistische en nu ultrarechtse partijen schuilgaat. Want zij leiden de aandacht af van de werkelijke klassenbelangen van de arbeidersbevolking.

Vanuit de Partij van de Arbeid klinkt de laatste tijd kritiek op individualisering en flexibilisering, maar men weet dit op een slimme maar toch ook doorzichtige manier te verleggen naar de Europese kwestie. Zo van: het individualisme zorgt ervoor dat mensen nationalistischer worden, waardoor de Europese eenheid in gevaar komt. Zo wordt de kritiek zogenaamd naar een hoger niveau getild en zou dit het sociaaldemocratisch aandeel moeten zijn in de bestrijding van ultrarechts. Niet de levensomstandigheden van de mensen zijn in gevaar, maar de zo geliefde Europese eenwording...