KLASSIEK EN ACTUEEL

"(...) Een communist die op de gedachte zou komen met het communisme te pronken op grond van de door hem overgenomen, voltooide eindconclusies, zonder zelf een zeer ernstige, moeizame, zware arbeid daarvoor te verrichten, zonder nauwkeurig de feiten te bestuderen waar tegenover hij verplicht is kritisch te staan - een dergelijke communist zou een zeer treurige figuur zijn. Een dergelijke oppervlakkigheid zou beslist verderfelijk zijn. Als ik weet dat ik weinig weet, zal ik zien te bereiken dat ik meer weet; maar als iemand verklaart dat hij communist is en dat men hem niets meer hoeft te leren zal deze man van alles kunnen worden behalve een communist. De oude school kweekte lakeien, die de kapitalisten nodig hadden; de oude school maakte uit mannen van de wetenschap mensen die moesten schrijven en spreken zoals het de kapitalisten van pas kwam. Juist daarom moeten wij die school afwijzen. Maar als we haar moeten afwijzen, haar moeten vernietigen, betekent dat dan dat we er niet alles van moeten overnemen wat de mensheid aan voor de mensen noodzakelijke dingen heeft verzameld? Betekent dat, dat we geen onderscheid moeten maken tussen dat wat voor het kapitalisme nodig was en dat wat voor het communisme nodig is? (...)"

Uit de redevoering van Lenin op het 3e congres van de Communistische Jeugdbond van Rusland, 1920.