Rekentoetsfabrieken en afrekencultuur

i-003-004.jpg
De rekentoets wordt voor steeds meer leerlingen een niet te nemen obstakel. (Foto: Shutterstock, staat al in wit)

Ron Verhoef

Er is de laatste tijd veel ophef ontstaan over de verplichte rekentoets in het onderwijs. Sinds een aantal jaren wordt er op alle scholen meer aandacht besteed aan taal en rekenen omdat het niveau van deze twee onderdelen onder de norm aan het zakken was. De verplichte toetsen hadden vooral ook als doel scholen te dwingen meer tijd te besteden aan deze onderdelen. Dat is ook inderdaad gebeurd en in die zin zijn de toetsen geslaagd.

Tot nu toe telden de toetsen echter nog niet mee voor de zogenaamde slaag- of zakregeling. In de praktijk betekende dit dat de leerling de toets wel moest doen om een diploma te halen maar dat het cijfer niet van belang was. Met een 1 voor rekenen kon je dus alsnog slagen.

Sinds dit schooljaar zijn de regels voor het Voortgezet Onderwijs en het MBO echter aangepast en moeten leerlingen minimaal een vijf halen voor de rekentoets op voorwaarde dat ze dan voor Nederlands een zes halen. Veel scholen protesteren nu tegen deze regeling. Het aantal leerlingen dat hierdoor zakt zou dan namelijk enorm toenemen en dat botst weer met de doelstelling van de overheid om zo weinig mogelijk mensen zonder diploma van school te laten gaan. De scholen verzetten zich niet tegen de toets op zich, maar tegen het feit dat deze zo zwaar meeweegt in het eindoordeel.

Toch kunnen er wel vraagtekens gezet worden bij de toets. Scholen worden steeds meer opgezadeld met verplichte toetsen die ook bepalen of iemand slaagt of zakt. Lessen worden daarom steeds meer examentrainingen om maar aan te sluiten bij de toets. Dit is slecht voor het ontwikkelen van inzicht en kritisch denken. Zo kunnen leerlingen op een gegeven moment sommen wel maken, maar waarom ze bepaalde rekenregels toepassen weten ze niet. Vaak ontbreekt ook het inzicht om dezelfde rekenregels ook op andere plekken toe te passen. Aan deze zogenaamde generalisatie wordt steeds minder aandacht besteed.

Scholen zijn hierdoor steeds meer toetsfabrieken geworden waar leerlingen op worden afgerekend en docenten ook. Slechte cijfers worden gezien als de verantwoordelijkheid van de docent. Scholen schaffen massaal dezelfde methode aan om uit te sluiten dat de methode de reden voor zakken zou kunnen zijn. Dat docent en methode ook bij elkaar moeten passen wordt niet meer gezien. Al met al ontstaat er op deze manier voor zowel leerlingen als leraren een afrekencultuur die de sfeer op scholen niet ten goede komt. Een aantal jaren geleden telden toetsen nu juist helemaal niet mee. Dat leerlingen producten opleverden die niet goed waren, was geen probleem als het leerproces maar goed was verlopen. Dit was het andere uiterste. Nu slaan we dus volledig door naar de andere kant en vergeten we dat een toets een middel is en geen doel.

Het wordt tijd dat scholen zich weer richten op de zelfontwikkeling van leerlingen. De leerlingen moeten het beste uit zichzelf halen en daarbij is het inzetten van een toets een van de mogelijke middelen, naast een hele reeks andere. De rekentoets kan zo best blijven bestaan maar moet wel binnen een groter perspectief worden gezien. Daarnaast mag de toets best variƫren op basis van het gekozen beroep. Niet in alle beroepsgroepen is rekenen immers even belangrijk.

Tijd dus om de leerling weer centraal te stellen en de discussie over het doel van het onderwijs nu eens echt goed te gaan voeren voor er allerlei veranderingen worden doorgedrukt.