Venezuela: Wie zijn de rotzakken?

Zach Morgenstern [*]

Stel je voor, je gaat naar school samen met een rotzak, iemand die medestudenten intimideert en mishandelt om z'n zin te krijgen. Stel je voor dat die rotzak het gemunt heeft op een keurige student waar niets op aan te merken is. Stel je vervolgens voor dat je door die rotzak benaderd wordt, en hij vertelt je dat die keurige student andere kinderen in elkaar geslagen heeft, en jij er alles aan moet doen om dat geweld van hem te stoppen.

Grote kans dat jij reageert net als de meeste mensen, je zou niet zomaar lasterlijke praatjes van die rotzak over een keurig iemand waar hij de pik op heeft voor wáár aannemen.

Helaas blijkt dat we ons gezond verstand niet gebruiken als het over ons inzicht in de internationale politiek gaat. In 2002 pleegde de oppositie in Venezuela een staatsgreep tegen president Hugo Chávez. Haar kortstondige regering benoemde zakenman Pedro Carmona tot president en vervolgens werden het parlement en het hooggerechtshof ontbonden. De coupplegers stelden de grondwet buiten werking. Die grondwet was in 1999 per volksreferendum goedgekeurd. De regering van de coupplegers werd al gauw verslagen, maar kort daarna kreeg Venezuela te kampen met een 'staking' (eigenlijk het dichtdraaien van de oliekraan) door de olie-industrie, met als doel het land failliet te laten gaan en de regering ten val te brengen. Sindsdien zijn de betrekkingen tussen de oppositie en de regering niet verbeterd, waarbij politici van de oppositie regelmatig weigeren de uitslagen van landelijke democratische verkiezingen te accepteren.

Het gezond verstand zegt ons dat een regering die opeenvolgende verkiezingen wint door op te komen voor arme niet-blanke Venezolanen, de 'keurige student' is uit de bovenstaande metafoor. Het gezond verstand zegt ons, dat een regering die niet alleen te kampen heeft met voortdurende lastercampagnes, tot vergelijkingen met Hitler aan toe van de grotendeels in private handen zijnde nationale media, maar ook een regering die gratie verleende aan vele daders van de staatsgreep van 2002, het vertrouwen moet krijgen wanneer ze van onderdrukking wordt beschuldigd. Helaas gaat hier de vergelijking met de metafoor verder mank.

Aangezien de campagnes van de oppositie, zoals bijvoorbeeld 'Bid Voor Venezuela' zich als een olievlek op het water hebben uitgebreid, zijn de mensen de voortdurende rol van de oppositie als rotzak vergeten. Ook de regering van de Verenigde Staten behoort tot het lijstje met rotzakken, geloof het of niet. Ze verleent openlijk financiële steun aan de Venezolaanse oppositie. Ze wordt ook in verband gebracht met de staatsgreep van 2002.

In de periode vóór de opkomst van Chávez was Venezuela een trouwe bondgenoot van de Verenigde Staten. Ook toen Venezolaanse veiligheidstroepen in 1989 anti-IMF-betogers doodden. De staat van dienst van de Verenigde Staten in de rest van Latijns-Amerika is zelfs nog weerzinwekkender. De Verenigde Staten houden Venezuela's buurland Colombia stevig de hand boven het hoofd. Dat land heeft een reputatie van het laten verdwijnen van mensen en het liquideren van vakbondsmensen. De Verenigde Staten kunnen historisch gezien ook claimen dat ze de staatsgreep in Chili gesteund hebben, waarbij de democratisch gekozen president Allende gedood werd. Chili kwam daarna onder het bewind van de in de VS opgeleide generaal Augusto Pinochet, die vervolgens z'n tegenstanders massaal liet martelen en vermoorden.

Washington steunde ook de moordzuchtige regimes in Guatemala, El Salvador, Honduras, Brazilië, Argentinië, Uruguay, Paraguay, de Dominicaanse Republiek en Haïti. In Nicaragua werd het leger van de Contra's door de regering van de VS gefinancierd. Zij hebben veel slachtoffers onder de burgerbevolking gemaakt om hen te dwingen tegen hun eigen linkse regering van de Sandinisten te stemmen.

Fidel Castro, de hoofdvijand van Washington in Latijns-Amerika, heeft maar liefst 638 verijdelde moordaanslagen overleefd. Ondanks al deze feiten is aan de doorsnee westerse uitlatingen niet te merken dat ze er ook maar enigszins in geslaagd zijn de beweringen over het geweld door de regering van Venezuela door een kritische bril te bekijken. Er was wel enige discussie in deze media over de rol die Washington en de reactionaire oppositie speelden in het geweld. Veeleer is de reactie tot nu toe klaarblijkelijk dat de geloofwaardigheid van de oppositie als een vanzelfsprekendheid wordt gezien. Men handelt zoals de doorgaans a-politieke beroemdheid George Takei deed, zoals westerlingen eigen is, neutraal staan inzake de situatie van de Venezolaanse dissidenten.

Dit maakt wel duidelijk dat de rotzakken van de wereld veel heerszuchtiger zijn dan de rotzakken op het schoolplein. Veel westerlingen weten dat hun regeringen repressie niet schuwen, zoals martelpraktijken, aanvallen met drones en alles en iedereen in de gaten houden. Ondanks dat ze dit weten, schijnt de gemiddelde westerse politieke commentator niet te kunnen denken zoals de jongere op het schoolplein, die meer vertrouwen stelt in de betrouwbare keurige medestudent, dan in de rotzak. In elke nieuwe politieke situatie dient men echter steeds opnieuw vast te stellen wie er de rotzak is.

In het tijdperk na Rwanda, is het een westerse mantra geworden om te voorkomen dat er onvoldoende gedaan wordt om een volk in het buitenland te beschermen tegen een onderdrukkende regering. Het probleem van deze redenering is, dat het een zodanig cliché is geworden dat het blijkbaar steeds maar weer opnieuw toegepast wordt zonder goed te kijken hoe de toestand in elkaar zit. Niet alle regeringen, en niet alle demonstranten kunnen over één kam geschoren worden. Daarvoor moeten we in staat zijn om de politieke verhoudingen van dat moment goed te ontleden, en ons uitspreken vóór een democratisch en socialistisch georiënteerd Venezuela, en tégen de oligarchische imperialistische rotzakken.

[*] publicatie in 'The newspaper' van de Universiteit van Toronto, op 23 februari 2014. Vertaald uit het Engels: Ardengo Persijn.