Voor een democratische, solidaire en activerende vakbeweging

ruudkuin2.jpg
Ruud Kuin. (Foto: Ruud Kuin)
thuis2.jpg
100.000 Thuiszorg-medewerkers dreigen te worden afgevoerd. Alleen strijd helpt dit voorkomen. (Foto: Manifest/WvdK)

Interview met Ruud Kuin, algemeen-secretaris van Abvakabo FNV

Wil van der Klift (interview) en Maarten Muis (verslag)

Manifest had op 21 maart jongstleden in Utrecht een interview met Ruud Kuin, algemeen-secretaris van Abvakabo FNV. Hij is, samen met de andere bestuurders van deze bond, uitgegroeid tot het boegbeeld van de activerende vakbeweging. Abvakabo FNV is dankzij organizing in een positie van opinieleider in de ouderenzorg. Het gesprek met Manifest ging over de veranderende Abvakabo FNV, het harde tegenoffensief van de werkgevers en hoe van de juiste letters op papier voor een nieuwe VakBeweging werkelijkheid te maken is.

Wat vind je ervan dat Corrie van Brenk zich kandidaat heeft gesteld als voorzitter van FNV?
Ruud Kuin
Goede zaak. We hebben er binnen de AbvaKabo FNV goed over nagedacht. We wilden met een kandidaat komen die de activerende vakbeweging een warm hart toedraagt.
En hoe verhoudt deze kandidaatstelling zich tot de huidige uitvoerder van het voorzitterschap, Ton Heerts, en zijn positie als onderhandelaar in de polder?
RK
Ton Heerts moet met iets terugkomen uit het overleg met de overheid en werkgevers waar winst in zit. Niet van: we hebben erger voorkomen. Dat geouwehoer moeten we niet meer. De lijn van Abvakabo FNV is duidelijk: afblijven van het ontslagrecht en de WW. Het ledenparlement heeft hierover belangrijke uitspraken gedaan en moties aangenomen.
Je geeft aan dat het overleg dus niet mag leiden tot een uitruil, maar duidelijk stellen: handen af van de WW en ontslagrecht, alleen verbeteringen mogelijk?
RK
Er dook vorig jaar een zogenaamd non-paper op waarin afspraken stonden over het ontslagrecht. Er werd daarin een nieuw systeem voorgesteld. Het non-paper bestaat niet, zoals de naam al zegt, maar de ideeën zijn daarmee nog niet weg. De crux zal zitten in de hoogte van de ontslagvergoeding. Mijn stelling is: als je de prijs van ontslag verlaagt, versoepel je het ontslagrecht. En als het aan de werkgevers en regering ligt, gaat die flink verlaagd worden. Maar als het aan ons ligt, gaat dat zeker niet gebeuren. Dit is een van de redenen waarom die motie in het ledenparlement werd aangenomen. Wij zullen voor dit onderwerp de komende weken aandacht blijven vragen.
Voor het congres van Abvakabo FNV in 2010 behoorde je niet tot de groep die een gooi deed naar de macht met een programma voor een strijdbare Abvakabo FNV. Je bent nu onderdeel van de activerende vakbeweging, daar ben je zelfs een boegbeeld van. Maar je liftte wel mee op de lijst van de zittend voorzitter Edith Snoey. Hoe is het nu precies gegaan?
RK
Ik was al tijdens de toenmalige verkiezingscampagne openlijk een voorstander van de activerende vakbeweging. Nadat Xander Den Uyl me benaderd had, heb ik gezegd dat, als ik het zou doen, ik me sterk zou gaan maken voor twee zaken: er moet meer campagnematig gewerkt worden en organizing moet binnen de AbvaKabo FNV stevig verankerd worden. Daar heeft het toenmalige bestuur ja tegen gezegd en zich ook in de interpretatie van de congresteksten aan gecommitteerd.

Toen ik mij kandidaat stelde, waren er nog geen tegenkandidaten. Ik meende toen dat de opvattingen van de oppositiegroep teveel bleven hangen in 'terug naar vroeger toen de vakbeweging nog actiever optrad' en waarbij de autonome vakbondsbestuurder weer de spil zou worden. De autonome vakbondsbestuurder zou dan weer de spil worden in de organisatie. Dat zou naar mijn mening niet de gewenste verandering brengen; de leden zouden weer de spil moeten worden. En ik vond en vind dat we veel strategischer moeten opereren.

Je kunt nu zeggen dat het misschien naïef was en ik het heel snel aan de stok zou krijgen met de mensen met wie ik samen kandideerde. Maar ik heb mij al die jaren, en nu nog, gezien als iemand van het 'midden'. Ik draag ook nadrukkelijk uit dat wij niet staan voor een activistische vakbeweging, maar voor een activerende. Activistisch heeft iets van actie om de actie, dat is niet wat wij voorstaan. De vakbeweging moet een grote groep aanspreken en invloedrijk zijn, en daar is een massa voor nodig die actief is. Ik ben voor een massavakbeweging.

En hoe beoordeelde je toen de situatie in de FNV?
RK
Ik heb een nuchtere analyse gemaakt. We hebben als vakbeweging totaal aan kracht verloren. Werkgevers en politiek weten dat als geen ander. We moeten gewoon weer sterk worden. De zwakte is niet zozeer het ledental, want of je als Abvakabo FNV 340.000 of 370.000 leden hebt, dat maakt alleen wat uit voor de inkomsten van de bond maar niet voor de positie. We zijn het kader bijna helemaal kwijt. We hadden er ooit 23.000 en we hebben er nu geregistreerd nog maar 15.000, maar daarvan is nog niet eens de helft actief.
Wat was kenmerkend voor de situatie binnen Abvakabo FNV die je aantrof toen je secretaris werd?
RK
Een groot deel van ons management in de werkorganisatie stond helemaal in de verkeerde stand, in die van de marketing en de individuele belangenbehartiging. We hebben heel lang geprobeerd hen - in harmonie en door discussie - op andere gedachten te brengen. Maar uiteindelijk merkten we dat ze niet wilden. Dan geef je steviger opdrachten en dan merk je dat ze zich verzetten. Dan kun je niet anders dan maatregelen nemen. Bijna het hele management is vervangen. Dat wordt als hard gezien, maar het is in een vereniging niet de werkorganisatie die bepaalt wat Abvakabo FNV moet doen, maar de leden. En vanuit dat perspectief is er teveel tijd verloren gegaan.
De breuk maken met eerder beleid kostte dus enige moeite?
RK
Het management vond het voor zichzelf gelegitimeerd om zich te verzetten tegen het bestuur, omdat in zijn ogen het programma van het vorige bestuur was aangenomen. Dat programma was neutraal en daardoor dacht een groot deel: er verandert niets, we gaan door op de ingeslagen-marketing-weg. Maar ze hebben twee zaken onderschat:

Ik denk echter dat bijna niemand zich toen goed realiseerde wat voor consequenties de besluiten zouden hebben voor wat we nu als Abvakabo FNV doen.

De geboorte van de activerende vakbeweging?
RK
De winst van het interne debat over vernieuwing binnen de Abvakabo FNV is dat tijdens ons congres in mei 2012 over de nieuwe vakbeweging er expliciet twee punten over activering zijn aangenomen. We hebben er precies in uitgeschreven wat we daaronder verstaan. Die punten zijn bijna unaniem aangenomen. Dat is een hele goede graadmeter voor waar we nu staan, er is grote eensgezindheid over de koerswijziging: inderdaad de geboorte van de activerende vakbeweging.
De media berichten steeds over interne meningsverschillen binnen de Abvakabo FNV. Na je voorgaande uitleg is dat niet vreemd. Hoe zien die tegenstellingen er nu concreet uit?
RK
De koers van een activerende vakbeweging stond ter discussie in de kranten. Er werd geschetst alsof er binnen Abvakabo FNV een diepgaande richtingenstrijd plaatsvond, terwijl wij altijd hebben gezegd dat die er niet is. Er verzet zich alleen een heel klein clubje in de werkorganisatie. Binnen de vereniging, de leden dus, bestaat grote eensgezindheid over de koers. Sterker nog, toen ik op 8 maart jongstleden tijdens de extra-Bondsraad mijn verhaal hield hoe wij als bestuur de situatie beoordelen, gingen er stemmen op dat we in de verdediging zijn tegen allerlei aanvallen. Toen stond er een dame op, eerder vurig aanhangster van het vorige bestuur die zei: we zitten helemaal niet in de verdediging, we zijn eindelijk in de aanval en dat is maar goed ook.
Maar wat is dan wel aan de hand dat deze berichtgeving rechtvaardigt?
RK
Zoals wij het analyseren is er een heftige tegencampagne van werkgevers gaande. Die richt zich op onze activiteiten in de zorg. Wij weten uit betrouwbare bron dat journalisten van kwaliteitskranten bestookt worden door werkgeversorganisatie VNO-NCW met voorzetten dat we in de zorg te radicaal zijn. Er wordt op basis van één gevonden pamflet van een viertal anarchistische studenten een beeld geschapen alsof de bezetting van het Sarphatihuis in Amsterdam niet door daar werkende ouderenverzorgers wordt geleid, maar door radicalistische groepen. De werkgevers willen koste wat het kost voorkomen dat onze nieuwe strategie gaat lukken, dat we sterker worden op de werkvloer.

Het is ons gelukt dat er binnen Abvakabo FNV eensgezindheid is over de koers. Wij verkopen als bestuur geen idealisme: wij hebben als vakbeweging nauwelijks nog wat te vertellen. Tijdens de vele gesprekken die ik voer met leden noem ik allemaal voorbeelden die zij herkennen. De machteloosheid die mensen ook zelf om zich heen zien. Als ik zeg: Tien jaar geleden waren jullie toch nog met z'n twintigen op het bedrijf actief? Nu zijn het er nog maar vier, dan knikken ze allemaal van ja. Er is ook brede consensus om daar met activerend vakbondswerk wat aan te doen. Maar daar verzetten werkgevers zich natuurlijk heftig tegen.

De thema's die Abvakabo FNV nu aanroert zijn ook breder dan de technische kant van loonsverhogingen en functieprofielen?
RK
Het gaat nu veel meer om de kwaliteit van de arbeid. De problemen in de thuiszorg, in hun lelijkheid, geven dat ook aan. We hebben in 2007, toen de marktwerking werd ingevoerd, teveel aan de kant gestaan als vakbeweging. Met de opvatting: dat is aan de politiek. Daar waar de politiek keihard ingrijpt in de omstandigheden van het werk, moeten we dat als vakbeweging aan de orde stellen. Het gevolg van de marktwerking is dat de arbeidsvoorwaarden richting laagste putje gaan. Nu moeten we in de thuiszorg redden wat er te redden valt. Het is achter de feiten aanlopen.
Waarom specifiek de zorg?
RK
Omdat het een gigantische en groeiende sector is en we er als vakbeweging geen donder te vertellen hebben. We lijken daar nu met organizing iets van de grond te krijgen. Adriaan Wirtz, die in de jaren tachtig nog als cao-onderhandelaar namens ons optrad, maar nu voor Actiz, de brancheorganisatie, werkt, heeft in februari 2010 een interview gegeven in het blad van de koepel van werkgeversverenigingen, de AWVN. Daarin stelt hij: organizing is leuk, het is goed dat het in de schoonmaak, aan de onderkant van de arbeidsmarkt is toegepast. Maar in de zorg gaat dat niet lukken.

Ik herken deze opstelling, dat je je zo stellig uitspreekt aan de vooravond van de onderhandelingen. Dat was een helder signaal dat vanaf werkgeverszijde de beuk er ingaat. De top van de drie zorginstellingen, waarin organizing plaatsvindt, wordt door de hele werkgeversclub gesteund. Om te zorgen dat een groei aan vakbondsmacht in de zorg niet gebeurt. Als je naar het onderhandelingsproces terugkijkt van februari 2012 tot nu, dan hebben zij van begin af aan de strategie gehad om ons van tafel te schoppen.

In de cao-onderhandelingen wordt de FNV beschuldigd niet flexibel genoeg te zijn?
RK
De communicatie van de werkgevers maakt veel duidelijk. Als we actievoeren zeggen ze: het zijn maar tien medewerkers, de rest werkt gewoon. Ze doen exact hetzelfde nu bij de distributie. Ons wegzetten als splinter, als organisatie die politiek bedrijft en geen vakbondswerk. Dat doen ze door te stellen dat we de acties organiseren om een goed Sociaal Akkoord af te dwingen in de polder. In de pers wordt steeds gesteld dat we als Abvakabo FNV de acties in de zorg gebruiken om politiek te bedrijven voor de SP. Daar is natuurlijk niets van waar.
Gaat de Abvakabo FNV weer cao-conflicten winnen door organizing?
RK
Ja.
Dus dit is de juiste koers?
RK
In de zorg zitten hoogopgeleide mensen en is er nog een fatsoenlijke cao. Als het de vakbond daar lukt met organizing positie op de werkvloer te heroveren, gaat de polder er opeens weer heel anders uitzien. We hebben bewust gekozen voor verplegenden en verzorgenden. We wilden een maatschappelijk thema. Aan de ene kant worden we keihard aangepakt in de media, maar aan de andere kant zijn we als Abvakabo FNV meer dan ooit opinieleider. We zitten als bond in bijna elk discussieprogramma aan tafel bij Edith Schippers, en Tweede Kamer-fracties willen onze standpunten en onze alternatieven horen. En in die gesprekken gaat het niet alleen meer over het loon, maar over de kwaliteit van de zorg.
Organizing kun je zien als een methode van: met en door de leden, dicht op de werkvloer, soms zelfs tot in de huiskamer van werknemers. Goede bestuurders deden dat al zo. Hoe verhoudt zich dat tot de functie van de vakbond als 'voor' de werknemers? Wat is de rol van de vakbondsmedewerkers?
RK
Dat is een terechte vraag. Wij moeten leiding geven. Er gaat niets vanzelf. Als we doen van 'zegt u het maar' gebeurt er niets. Wij moeten perspectief bieden, de stappen aanreiken. De kunst van vakbondswerk, en misschien wel van actievoeren in het algemeen, is het verbinden van wat de mensen direct bezighoudt met bredere thema's. Je moet oppassen dat je het niet te klein maakt. Want dan ben je duizend gevechten per jaar aan het voeren die geen uitstraling hebben. Maak je het te groot, dan verlies je mensen. Dat evenwicht vinden is de kunst. Ik vind dat wij eerder vaak in holle retoriek vervielen, van samen staan we sterk, of samen tegen de crisis. Daarmee gaan we geen mensen meer organiseren.
Een offensieve rol voor de vakbond op de werkvloer?
RK
Waarmee wij binnen Abvakabo FNV met name worstelen is dat wij de gewoonte hebben direct uit te rukken als wij worden gebeld door leden met een probleem. Dat noem ik oneerbiedig 'brandjes blussen'. Je bent continu brandjes aan het blussen en neemt daardoor niet de tijd om te ontdekken wat het verband daartussen is. Wij sluiten in sommige sectoren veel sociale plannen af voor reorganisaties, maar we komen er niet aan toe te analyseren wat het mogelijke grotere probleem achter al die lokale reorganisaties is. Is er een relatie met bezuinigingen, sociale afbraak? Als je de goede analyse, ook politiek, maakt kun je ook offensieve eisen stellen. Dat is waarin wij een slag proberen te maken. Dat de vakbond weer relevant wordt. Dat we weer gaan winnen.
Er is met name kritiek op het punt dat organizing als pilaren is neergezet in Abvakabo FNV en FNV Bondgenoten, en niet als integrale aanpak. Herken je dat?
RK
Ja, ik herken dat, en ik snap het ook. Maar ik denk dat iedereen ook herkent dat als een organisatie van nature gewend is het werk op een bepaalde manier te doen, dat niet zomaar verandert. Denk bijvoorbeeld aan het 'brandjes blussen' waar we het net over hadden. Als we zouden verlangen dat iedereen het vanaf een bepaalde dag ineens anders gaat doen is dat niet realistisch en dan verandert er niets. Dat heeft tijd nodig, maar er moet wel wat veranderen. Daarom zoeken wij het in de combinatie. Voor een deel is het apart gepositioneerd, om een Nederlandse, zeg maar Abvakabo FNV- manier van organizing te ontwikkelen en te borgen. Dat gebeurt in een campagne, waarbij (de Abvakabo FNV-manier van) organizing leidend is. En voor een deel gebeurt het geïntegreerd. We verlangen namelijk van iedereen dat een aantal kernelementen wordt gehanteerd: er moet dan volgens een strategisch plan worden gewerkt, waarbij het BOND-thema (Breedgedragen, Oplosbaar, Nu en Diepgevoeld) met de leden wordt aangepakt en waarbij veel aandacht is voor kaderopbouw.
Hoe kijk je tegen het proces naar een Nieuwe VakBeweging aan?
RK
Bij de Abvakabo FNV zien we dat het behoorlijk de goede kant opgaat. Toen wij net als nieuw bestuur gekozen waren op 20 mei 2010, werden we gebeld vanuit een 'achterkamertje' dat er binnenkort een pensioenakkoord zou aankomen. Toen hebben we tegen elkaar gezegd: dit gaat nooit meer zo. Leden moeten over deze processen controle hebben. Toen kwam in 2011 een tweede akkoord en eisten we het aftreden van voorzitter Agnes Jongerius. Zij heeft als voorzitter namelijk verdeeldheid binnen de FNV bevorderd, in plaats van wat een voorzitter zou moeten doen: de eenheid te smeden. Bovendien was zij de voorvrouw van de vakbeweging die akkoordjes in achterkamertjes sluit en die akkoordjes er dan doorheen probeert te jassen tegen de meerderheden in.

In het tien-punten-programma dat toen geschreven werd was het idee van een ongedeelde FNV pas nummer negen. Ik had niet gedacht dat het zo snel zou gaan. We krijgen nu een ledenparlement als hoogste orgaan en dat is uniek. Het gaat er nu om dat er mensen op de cruciale plekken komen die staan voor de drie doelstellingen van de vernieuwing: een democratische, solidaire en activerende vakbeweging, en dat daadwerkelijk gaan uitvoeren.

Onder leiding van Jetta Kleinsma dreigde het helemaal de verkeerde kant op te gaan. De richting was vanuit een soort modernisme allemaal hele kleine vakbonden op te richten rond een beroep. Allemaal splinters die hun eigen gang kunnen gaan. Op deze manier organiseer je de solidariteit weg. Op papier is de lijn naar een sterke en relevante vakbeweging nu goed vormgegeven. Het komt duidelijk in de statuten en de congresnotitie tot uitdrukking.

Hoe varen jullie AbvaKabo FNV de Nieuwe VakBeweging in?
RK
Wij hebben als lijn alles zo lang mogelijk als bond bij elkaar te houden. We hebben gesteld dat er geen onomkeerbare besluiten genomen mogen worden tot 1 januari 2015. Er was irritatie dat onze afgevaardigden in dat parlement een motie hadden ingediend als Abvakabo FNV. Dat hadden onze afgevaardigden bijvoorbeeld als sector Zorg moeten doen. Wij blijven bewust zolang mogelijk als eenheid functioneren. We denken dat als het te snel gaat, ieder voor zich gaat. Wij willen eind 2014 beoordelen of de nieuwe FNV meer activerend, solidair en democratischer is geworden, voordat we definitief besluiten Abvakabo FNV op te heffen. Dat zijn de drie ijkpunten.

Het punt democratie is met het ledenparlement statutair vastgelegd, dat lijkt wel goed te gaan. De solidariteit is op papier ook redelijk goed geregeld. Het centrale bestuur gaat het geld verdelen. Maar naar hoe het activerende daadwerkelijk vorm krijgt ben ik het meest benieuwd. Het staat op papier, maar het komt ook op de invulling en uitvoering aan. We moeten er met name nu voor zorgen dat iedereen die van mening is dat de vakbeweging actiever en sterker op de werkvloer moet worden, samenwerkt en elkaar niet de tent uitvecht, waardoor marketingfiguren er alsnog met de mooie, nieuwe vakbeweging vandoor kunnen gaan.