marxengels.jpg
Standbeeld van Marx en Engels op Alexanderplatz in Berlijn. (Foto: ifimages.com)
londonprot.jpg
Op 20 oktober 2012 stonden de straten van London vol met 100.000 vakbondsactivisten, die demonstreerden tegen de aanval op hun arbeidsrechten. (Foto: spex Design/Flickr/cc/by-nc-sa)
mei2012.jpg
Links Amerika kwam in voorjaar 2012 massaal in verzet tegen de NAVO-topin Chicago. (Foto: Michael Kappel/Flickr/by-nc)

De crisis begrijpen

Zoltan Zigedy

"De zevendelige serie over de wereldwijde economische crisis in de Socialist Voice (SV), het maandblad van de Communistische Partij van Ierland, was één van de hoogtepunten van het afgelopen jaar voor iedereen die de marxistische politieke economie bestudeert. Twee schrijvers - 'NC' en 'NL' - begonnen in januari met een recensie van een boek over de crisis, om van daaruit een scala aan marxistische analyses over economische crises en wat deze voor de arbeidersbeweging betekenen onder de loep te nemen.

De uitwisseling bevatte een aantal opmerkelijke punten, om te beginnen de kameraadschappelijke toon. Discussies binnen het academisch 'marxisme' draaien meestal eerder om haarkloverij, terwijl de dialoog in de SV juist constructief was.

Ten tweede waren de artikelen weinig pretentieus en bleven ze gevrijwaard van het jargon dat vaak door zelfbenoemde marxistische economen gebruikt wordt om hun argumenten van gewicht te voorzien.

Een derde punt dat in het oog sprong was dat de discussie zich nauwelijks op de burgerlijke economie baseerde. Een economische opleiding staat vaak eerder in de weg als men het marxisme wil begrijpen. Er zijn in de Engelstalige wereld een paar marxisten, zoals Maurice Dobb, Ronald Meek en Victor Perlo die hier een uitzondering op vormen. Ook het formalisme - het vooropstellen van wiskundige en logische constructies - heeft ervoor gezorgd dat bepaalde kwesties, zoals het transformatieprobleem of het 'Okishio-theorem' de overhand hebben gekregen ten koste van het bestuderen van Marx, Engels en hun opvolgers. De formalisten en academici zouden er goed aan doen om de eerste hoofdstukken van Het Kapitaal nog eens te lezen om zich te realiseren hoe triviaal het grootste gedeelte van hun werk is.

De bijdragen in Socialist Voice gaan kort maar bondig in op de crisistheorieën, variërend van de tendentiële daling van de winstvoet, onderconsumptie, stagnatie, lange golven en de algemene crisis van het kapitalisme. Ze baseren zich op verschillende theoretici, waaronder Andrew Kliman en wetenschappers rond Monthly Review, Nikolai Kondratjev en Hans Heinz Holz.

De artikelen zijn te vinden in de uitgaven van januari, april, mei, juni, oktober, november en december van de Socialist Voice; online te vinden op: http://www.communistpartyofireland.ie/sv/index.html.

(Manifest zorgt voor vertalingen. Het artikel van januari volgt hieronder. Het oktober-artikel plaatsen we op de website. De andere artikelen volgen later in het Nederlands.)

Ik raad iedereen die in de marxistische politieke economie geïnteresseerd is aan om deze stukken te lezen. Deze discussie levert hopelijk meer onderzoek en dialoog op over de vele kwesties die erin behandeld worden. We zitten nog middenin het formuleren van een complete marxistische analyse van de huidige crisis."

Zoltan Zigedy vervolgde deze inleiding met een eigen analyse die we volgende keer plaatsen.

Vertaling Matthijs Dröge.

Boekbespreking: Andrew Kliman: Het falen van de kapitalistische productiewijze, achterliggende oorzaken van de Grote Depressie [1]

Het falen van de kapitalistische productiewijze

NC/Socialist Voice, nummer 1/2012 [2]

De oorzaken van de wereldwijde financiële crisis en van de Grote Depressie zijn onderwerpen van menig debat geweest. Dit boek, dat geschreven werd door een vooraanstaand Amerikaans marxistisch econoom, Andrew Kliman, is het eerste boek waarin geconcludeerd wordt dat de crisistheorie van Marx deze gebeurtenissen kan verklaren. Dat wordt gedaan aan de hand van gedetailleerde analyses van officiële gegevens uit de Verenigde Staten.

De analyse waar het in het boek van Kliman vooral om draait, is dat de winstvoet [3] voortdurend de neiging heeft om omlaag te gaan. Deze tendens is echter iets geheel anders dan waar Marx en andere wetenschappers aan refereren als ze het over 'kapitaalvernietiging' hebben. Dit laatste begrip betreft de verliezen die ontstaan zijn door ingezakte waarden van financiële producten en stoffelijke kapitaalbezittingen, of in extreme omstandigheden de daadwerkelijke vernietiging van materiële bezittingen als zodanig. De dynamiek van dit proces van kapitaalvernietiging verschaft weer opnieuw een winstgevend vooruitzicht, doordat er voorwaarden voor economische groei geschapen worden.

Kliman stelt, dat er tijdens de wereldwijde economische malaises van halverwege de zeventiger jaren en aan het begin van de tachtiger jaren van de vorige eeuw aanzienlijk minder waarde aan kapitaal verloren is gegaan dan tijdens de Grote Depressie en de wereldoorlog die daarop volgde.

De omvang van de waarde aan kapitaal dat verdampte tijdens de Grote Depressie was veel groter dan de laissez-faire economen verwacht hadden, terwijl de duur van de depressie in de dertiger jaren leidde tot de radicalisering van de werkende klasse (aanzienlijke en onbeheersbare arbeidsonrust, nvdr). De stakingsgolf in de auto-industrie van Detroit is daar een voorbeeld van.

De beleidsmakers hebben hier zeker lessen uitgetrokken, ze hebben er duidelijk merkbaar naar gestreefd een herhaling van zo'n crisis te voorkomen. Daarom grijpen ze nu in met monetaire en fiscale maatregelen om grootschalige vernietiging van kapitaalwaarde te voorkomen. Hierdoor zijn de opvolgende neergangen in de economie niet zo hevig aangekomen als tijdens de Grote Depressie.

Historisch gezien is er echter tijdens de crises van de zeventiger jaren en de vroege tachtiger jaren van de vorige eeuw veel minder kapitaal vernietigd als tijdens de Grote Depressie. Dientengevolge daalde de winstvoet nu maar gedeeltelijk. En omdat de bodem niet helemaal werd bereikt, bleef de winstgevendheid te laag om nog voor een hoogconjunctuur te kunnen zorgen. Het was niet onvoorspelbaar dat het gebrek aan winsten zou leiden tot een versnelde daling van de kapitaalsaccumulatie.

De daling van de winstvoet, samen met het teruglopen van de bedrijfsinkomstenbelastingtarieven, die dienden om het bedrijfsresultaat-na-belastingaftrek op te krikken, leidden tot enorm teruglopende belastinginkomsten en oplopende overheidstekorten en schuldenlasten.

Regeringen deden pogingen om de relatieve stagnatie van de economie onder controle te krijgen, door beleid voort te zetten dat stimulerend was om hoge schulden te maken. Dit soort beleid wakkerde kunstmatig de winstgevendheid en economische groei aan, maar op een zodanig onhoudbare wijze, dat het de luchtbellen in de economie uit elkaar deed klappen.

Kliman beschrijft hoe een immense golf aan persoonlijke faillissementen, bedrijfsfaillissementen, omvallende banken en afschrijvingen van verliezen, de schuldenlast zou kunnen verlichten (dus een grote kapitaalvernietiging, nvdr). Nieuwe eigenaren zouden bedrijven kunnen overnemen zonder de schuldenlast erbij te hoeven nemen en ze soms voor weggeefprijzen bemachtigen. Dit zou de potentiële winstvoet kunnen verhogen en zo een weg kunnen banen voor een nieuwe hoogconjunctuur. Als dat dan niet gebeurt zal de economie verder blijven kwakkelen en neigen naar crisis.

De analyse die in het boek aan bod komt steekt op verschillende wijzen uit boven veel hedendaagse radicale interpretaties. (zoals de belangrijke analyse financiering/onderconsumptie gepubliceerd door het invloedrijke Monthly Review, dat een specifieke marxistische/post-Keynesiaanse visie verbindt met de visie van de marxistische politieke geograaf David Harvey).

Een veel gehoorde uitleg is tegenwoordig, dat in het licht van de crisis van stagnatie en inflatie van de zeventiger en vroege tachtiger jaren het gangbare economische beleid neoliberaal werd, wat leidde tot verscherpte uitbuiting van de werknemers. Daardoor verdienden Amerikaanse arbeiders in verhouding niet méér dan in de jaren vijftig en zestig, wat voor hen een inkomensdaling betekende. Deze verhoging van de uitbuitingsgraad leidde tot het optrekken van de winstvoet. Dat zou normaal gesproken ook een verhoging van de kapitaalsaccumulatie hebben teweeggebracht, maar dat is toen uitgebleven.

Zoals we er nu op terugkijken leggen we de schuld voor het mislukken van de kapitaalaangroei bij de 'financieringsproducten' in de economie. De argumentatie is dat het financieringsbeleid, volgend uit het neoliberalisme, bedrijven ertoe heeft aangezet om een groter deel van hun winsten in financiële producten te investeren en een kleiner deel in productieve kapitaalmiddelen, die de 'werkelijke' economie doen groeien.

Hierdoor zou de economische groei in de laatste decennia lager geweest zijn dan in de eerste decennia na de Tweede Wereldoorlog; en dat heeft, samen met de bijkomende geldleningen (en kredieten, nvdr), die het de werkende bevolking mogelijk maakten haar levensstandaard te handhaven ondanks verminderde inkomsten, geleid tot de langdurige schuldenproblematiek. Deze schuldenproblematiek, en andere fenomenen die eveneens uit de financierings-wereld voortkomen, worden beschouwd als de onderliggende oorzaken van de jongste economische crisis en de prijsdalingen.

In tegenstelling tot deze redenering levert Kliman veel meer overtuigende, op ervaringen gestoelde bewijzen, dat de winstvoet van de Amerikaanse bedrijven niet duurzaam hersteld is na de eerste helft van de tachtiger jaren. Hun winsten ná belastingaftrek zijn niet wezenlijk veranderd na het begin van de tachtiger jaren, en een nader onderzoek naar die winsten laat zien dat er sprake was van een aanhoudende daling. Een cruciaal gegeven dat de theorie van de financieringsproducten onderuithaalt, is dat Kliman aantoont dat Amerikaanse bedrijven niet, zoals wel vaak beweerd werd, een kleiner deel van hun winst in de productie investeerden.

Tussen 1981 en 2001 besteedde het Amerikaans kapitaal een groter deel van zijn winst aan investeringen in de productiesector, dan dat ze dat tussen 1947 en 1980 deed. (de daling ervan in de jaren ná 2001 is statistisch puur geluk).

Wat verantwoordelijk werd gehouden voor de lagere kapitaalaccumulatie, (de hogere investeringen in financieringsproducten, nvdr) is echter de lagere winstvoet. De Amerikaanse werknemers verdienen overigens ook nu niet minder dan decennia geleden: de lonen zijn nu hoger. En hun aandeel in het inkomen van het land is niet gedaald, dat ligt nu hoger dan in 1960 en is sinds 1970 stabiel gebleven.

De conclusie van Kliman in dit belangrijke boek is eenvoudig: het ontbreekt gewoon aan socialisme. De enige manier om uit deze 'nieuwe normale' impasse van een voortdurend stagnerende, steeds naar crisis neigende economie te komen, is de winstgevendheid te herstellen door een totale vernietiging van de waarde van de bestaande kapitaalbezittingen. Dat hebben we sinds de Grote Depressie van de dertiger jaren niet meer gezien.

Vertaling uit het Engels: Ardengo Persijn.


[1] Andrew Kliman, The failure of Capitalist Production: Underlying Causes of the Great Recession, London, Pluto Press, 2011 paperback (ISBN 978-0-745-33239-0; 18 pond.
[2] Socialist Voice, maandblad van de CPoI (Communistische Partij van Ierland) publiceerde in 2012 een reeks analyses over de kapitalistische crisis. Dit artikel is verschenen in het janauarinummer. Omdat de redactie van Manifest een bijdrage wil leveren aan het begrijpen van de aard van de crisis en de vraag wat communisten moeten doen, zullen we zoveel mogelijk deze artikelen vertalen en plaatsen. Voor degenen die makkelijk Engels kunnen lezen en begrijpen verwijzen we naar www.communistpartyofireland.ie.
[3] Noot van de redactie: Winstvoet: verhouding tussen de verkregen winst en het geïnvesteerde geldkapitaal (constant kapitaal + variabel kapitaal). Marx wijst op een (aan interne kapitalistische eigenschappen, vooral mbt mechanisering van de productie gebonden) tendentiële ontwikkeling van de winstvoet. In steeds meer actuele artikelen wordt de huidige crisis uitgelegd in relatie tot het verloop van de winstvoet.

Zie verder op de website, onder marxistische analyses, voor de vertaling van het oktober-artikel uit Socialist Voice.