De VN-klimaatonderhandelingen in Doha:

Geen flop, maar een onverantwoordelijke doorbraak in de verkeerde richting

Wiebe Eekman

De nieuwe statistieken vertellen ons dat in 2012 35,6 miljard ton CO2 wordt uitgestoten. Dat is 2,6 procent meer dan in 2011 en liefst 58 procent meer dan in 1990, het referentiejaar voor de emissiereducties. De wetenschappers van het IPCC waren nochtans duidelijk: Tegen 2020 dient de werelduitstoot met 40 procent verminderd te zijn en tegen 2050 met minimal 50 procent ten opzichte van 1990. Recentere rapporten stellen dat dit nog niet genoeg is om een ontaarding van het klimaat tegen te gaan.

Die ontaarding van het klimaat zal ook de rijke landen van Europa volop treffen. Denk daarbij niet enkel aan fenomenen zoals de superstorm Sandy, die een spoor van vernietiging trok van de Caraïben tot in de VS en Canada. Denk ook aan een afwisseling van overstroming en droogte met watertekort. Door het smelten van de gletsjers in de Alpen wordt de winterse neerslag niet meer gebufferd om daarna geleidelijk losgelaten te worden. Rivieren als de Rijn en de Donau kunnen tijdelijk droogvallen. Een ramp voor ons drinkwater, voor de landbouw, de scheepvaart, de energieopwekking en de industrie. Onverantwoord dus, het mag gewoon niet gebeuren.

De rapporten van de Wereldbank en van de Europese Unie beschrijven dit. Het is een doorbraak dat in de hoogste kapitalistische kringen en overheidsinstanties de klimaatontaarding niet meer ontkend wordt. Toch willen zij verdergaan met 'business as usual'. In Doha werd zo een principiële omslag gemaakt. Tot voor kort werd er gedebatteerd over beperking van emissie, over 'vermindering' ("mitigation") van uitstoot aan broeikasgassen om de klimaatontaarding te voorkomen of te beperken. Dat pad is nu verlaten. De klimaatontaarding wordt als een niet meer te mijden feit gezien en men spreekt nu over 'aanpassing' ("adaptation") aan de verandering. Dat is dweilen met de kraan open. Dat is de maatschappelijke discussie uit de weg gaan om de huidige onverantwoordelijke economische aanpak voort te zetten.

De 'doorbraak' in Doha is dat het begrip "loss and damage" ("verlies en schade") erkend werd. Dat kon ook niet anders meer nadat Barack Obama aan het VS-parlement 60 miljard dollar vroeg als herstel van de schade veroorzaakt door de storm Sandy. De VS zijn niet bereid om de schade elders in de wereld te betalen. Europa ook niet. De in Cancun 2010 en in Durban 2011 beloofde financiering voor klimaathulp aan de landen in het globale zuiden is niet betaald. De nieuwe toezeggingen zijn opnieuw ijdel: pas tegen 2020, over 7 jaar, zal men zo'n 100 miljard dollar doorgeven, niet veel meer dan wat de schade door die ene storm Sandy is (bekijk niet enkel de schade in de VS, maar ook in Haïti en Cuba, ...) Ronny Jumea van de Seychellen merkte bitter op dat over compensatie van schade praten niet nodig was geweest, als de industrielanden eerder hun emissies drastisch verminderd hadden.

Algerije sprak in Doha voor de grote groep van ontwikkelingslanden (aangeduid als G77-China). Zij eisen terecht van de oude industrielanden (aangeduid als "annex I parties") als eersten hun eigen uitstoot ambitieus naar omlaag halen. Want zij zijn historisch verantwoordelijk voor meer dan 80 procent van de bestaande luchtvervuiling. Sinds Kopenhagen 2009 weigeren de geïndustrialiseerde landen onder leiding van de VS hierover toegevingen te doen. Sinds Kopenhagen eisen zij dat alle reducties op vrijwillige basis moeten gebeuren en niet verplicht opgelegd.

Alleen de landen van de G77-China deden ambitieuze toezeggingen in lijn met de aanbevelingen voor hen van het IPCC. Met de toegezegde beperkte emissiereducties van de geïndustrialiseerde landen stevenen we af op een globale opwarming van minimaal 4º C en een algehele galopperende ontaarding van ons klimaat.

Algerije vroeg ook een beperking van de zogenaamde 'flexibele mechanismen'. Flexibel mechanisme betekent dat je 'zuivere lucht' goedkoop kan afkopen elders in de wereld, in plaats van te werken aan een omschakeling van de eigen industrie, eigen landbouw en eigen transport naar koolstofarm en broeikasarm. Die 'flexibele mechanismen' versterken en bestendigen de ongelijkheid in ontwikkeling tussen de rijkere en de armere landen. Voor de ontaarding van het klimaat levert het niets op. Het is een asociale verschuiving van het probleem.

Uiteindelijk werd in Doha het Kyoto-protocol, dat nu in december afliep, verlengd tot in 2020. Zonder bijkomende eisen aan emissiebeperking en wel met die flexibele mechanismen. De VS onderhandelden mee, terwijl zij niet eens deelnemen aan het Kyoto-protocol. Rusland, Japan en Canada trokken zich terug uit het protocol. Canada deed dat omdat ze hun teerzanden willen ontwikkelen. Die teerzanden schijnen evenveel oliereserves te bevatten als de ondergrondse Arabische reserves. De ontginning is een ramp voor natuur en klimaat.

De Europese Unie en Australië blijven over in het Kyoto-protocol. De Europese Unie is één van de drijvende krachten om alles met 'marktmechanismen' te doen. Kunnen we de emissies reduceren door een handel in koolstofcertificaten? Kan koolstofemissiehandel een drijfveer zijn voor omschakeling naar ecologisch verantwoorde technieken? We hebben eerder al gezien dat heel wat monopolies zich met die emissiehandel verrijkt hebben en de energieprijzen opgedreven werden voor de bevolking. Het grootste aandeel van de emissiereductie in Europa komt uit sluiting van bedrijven door de crisis en door ineenstorten van de industrie in Oost-Europa. Maar een klein deel komt door technologische vernieuwing.

Die technologische vernieuwing is nochtans goed mogelijk. Ontelbare technische studiedagen wezen het uit. Zelfs wetenschappelijke overheidsinstituten brengen rapporten uit. Maar het vergt een omsmijten van de maatschappijkeuzes. Het vergt regulering. Het vergt investering. Het vergt grootschalige aanpak en denken op wat langere termijn. Allemaal zaken die botsen met het "vrijemarkt"denken. Daar ligt een opdracht voor de sociale en democratische beweging in Europa: eisen dat er een daadwerkelijke omschakeling naar koolstofarme economie komt op korte termijn, ongeacht of er een internationaal akkoord komt of niet.

In Doha, Qatar werd gekozen voor immobiliteit de komende jaren. Niet te verwonderen gezien de keuze voor Qatar als rijke en manifest antisociale oliestaat. Volgend jaar gaan de onderhandelingen door in het steenkoolland Polen. Zonder volksmobilisatie zal het weer de verkeerde kant opgaan. De klimaatontaarding die nu voorspeld wordt is onaanvaardbaar, niet alleen voor de armere landen in het zuiden maar ook voor ons hier in Europa. Bouw daarom mee aan de beweging voor Klimaat en Sociale Rechtvaardigheid.

Zie http://www.klimaatoproep.be of http://www.climatetjusticesociale.be>

Bronnen: