Zuid-Afrikaanse communisten over de Lonmin tragedie

zuid-afrika.jpg

Redactie buitenland

Het Centraal Comité van de Zuid-Afrikaanse Communistische Partij begon zijn vergadering met een moment stilte om medeleven te uiten aan allen die familieleden en collega's hebben verloren en de mensen die gewond zijn geraakt tijdens de tragische gebeurtenissen in Marikana een week eerder. De partij wenst alle gewonden, werknemers en politie, snel beterschap. De CC reageerde verheugd op president Zuma's aankondiging dat een onderzoekscommissie wordt ingesteld. Het is belangrijk dat het mandaat voor het onderzoek breed van opzet zal zijn. Het is onmogelijk om de tragedie te begrijpen zonder kennis van de onderliggende factoren.

Het onderzoek zou onder meer moeten voortbouwen op het 167-pagina's tellende rapport van de door de kerk gesponsorde Bench Marks Foundation, 'Gemeenschappen in de Platina Mijnenvelden' dat toevallig een week eerder werd gepubliceerd. Het rapport schetst een grimmig beeld van de manier waarop alle belangrijke platinamijnbouwbedrijven miljarden Rands winst boekten uit 's werelds rijkste platinavoorraden in het Bojanala District van de Noordwestelijke provincie, terwijl ze een spoor van ellende, dood, armoede, ziekte en milieuvervuiling in de omliggende gemeenschappen veroorzaakten. Het rapport stelt bijvoorbeeld vast dat Lonmin's activiteiten op Marikana voor "grote aantallen dodelijke slachtoffers verantwoordelijk zijn" en dat de "huisvestingsomstandigheden van de Lonmin-medewerkers verschrikkelijk zijn."

De eigen SACP-leden uit het gebied, de meesten van hen mijnwerkers, verwijzen op basis van hun eigen ervaringen ook naar het rapport van de BenchMarks Stichting om te voorkomen dat hun beweringen als partijdig terzijde worden geschoven. Belangrijk is dat het rapport erop wijst dat veel ondernemersmaatregelen alleen maar kostenbesparing nastreven en bovendien pogingen doen om "de kracht van de NUM te breken" (p.36), om de collectieve rechten te ondergraven die de georganiseerde arbeidersklasse eindelijk had bereikt na decennia van strijd. Daarbij merkt het rapport op dat een ruimer gebruik van arbeiders uit andere plaatsen door onderaannemers, met inbegrip van de Oost-Kaap, maatschappelijke spanningen heeft aangewakkerd tussen de 'insiders' en de 'outsiders'. Vorig jaar, bijvoorbeeld, waren er gewelddadige protesten van werkloze jongeren van de lokale gemeenschap in Marikana, die boos waren dat banen op de mijnen werden gegeven aan 'buitenstaanders'.

De presidentiële onderzoekscommissie moet ook rekening houden met het patroon van geweld door de pseudo-vakbond AMCU op de plaatsen waar zij zichzelf tracht te organiseren. Deze pseudo-bond werd opgericht door twee voormalige NUM-leden die om hun anarchistisch gedrag werden geroyeerd. De AMCU wordt gefinancierd door BHP Billiton in een opzettelijke poging om de NUM te ondermijnen. De Commissie moet in het bijzonder de rol onderzoeken van de leider, Joseph Mathunjwa.

De AMCU treedt altijd met veel geweld op en overbiedt bewust collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten met de NUM door opportunistische eisen te stellen. De AMCU buit tegenstellingen demagogisch uit, waarvan uiteindelijk duizenden werknemers het slachtoffer zijn.

SACP-leden uit het gebied bevestigden krantenberichten dat de gewapende arbeiders die zich op de heuvel verzamelden werden misleid. Ze geloofden dat ze onkwetsbaar zouden zijn voor de kogels afgevuurd door de politie omdat ze 'intelezi' hadden gebruikt, op voorwaarde dat zij zichzelf zouden isoleren van de vrouwen, en dat zij de politie niet hun rug zouden toekeren.

Kortom, het is onmogelijk om de tragedie te begrijpen zonder kennis van hoe de grote platinamijnbouwbedrijven - die aan de top staan (meer dan 80%) van 's werelds platinaproductie - de wanhopige gemeenschap die armoede lijdt, spanningen kent door verdeeldheid, en een fatalistische houding heeft ten opzichte van gevaar en dood, uitbuiten. Het is ook niet mogelijk om de tragedie te begrijpen zonder uit te gaan van de winstmaximaliserende hebzucht van de mijnbouwbedrijven, die bewust de gevestigde vakbonden trachten uit te sluiten en collectieve onderhandelingen ondergraven door samen te zweren met demagogische krachten.

Om al deze redenen verwerpt de SACP met klem de pogingen om de gebeurtenissen af te schilderen als zijnde hoofdzakelijk gebaseerd op vakbondsrivaliteit. Dit verhaal lijkt als twee druppels water op wat er plaatsvond tijdens de laatste jaren van de apartheid, toen gewapende burgerwachten, aangewakkerd, opgeleid en begeleid door het apartheidsregime werden losgelaten op onze UDF, COSATU en ANC-ondersteunende gemeenschappen en werd afgeschilderd als "zwart-tegen-zwart-geweld".

Bron: Bewerking van een uittreksel uit de SACP Centraal Comite verslag van de bijeenkomst; http://www.sacp.org.za, vertaling en bewerking wvdk.