NAVO-top in Chicago: NAVO gaat de Arabische wereld volledig beheersen

nato.jpg navoclinton.jpg navo2.jpg

Rick Rozoff

Op 17 april jl. bezocht koning Abdullah II van Jordanië het NAVO-hoofdkwartier in Brussel om zijn steun aan het militair bondgenootschap te betuigen, op de manier zoals Zbigniew Brzezinski het in 1998 zo treffend omschreef: "...als een afhankelijke en volgzame bondgenoot van het Westen uit het Midden-Oosten, Noord-Afrika, Oost-Europa, Zuidelijke Kaukasus, Centraal- en Zuid-Azië en het zuidwestelijk deel van de Stille Oceaan."

Vóór de Jordaanse koning hadden ook al de presidenten van Duitsland, Georgië en Moldavië, de premier van Montenegro, de minister van Buitenlandse Zaken van Kroatië en de minister van Defensie van Slovenië een bezoek aan het NAVO-hoofdkwartier gebracht.

Het NAVO-hoofdkwartier wordt ook regelmatig bezocht door diplomaten van diverse landen zoals Israël, Mongolië, Saoedi-Arabië, Bahrein, Australië, Nieuw-Zeeland, Kazachstan, Kyrgizië, Tadzjikistan, Toerkmenistan, Oezbekistan, Japan, Zuid-Korea, Irak, Armenië en Azerbeidzjan.

Niettegenstaande dat het bondgenootschap beweert te staan voor "individuele vrijheid, democratie, mensenrechten en gerechtigheid", de zg. Euro-Atlantische of Transatlantische waarden, heeft het altijd al samenwerking gezocht met landen met elitaire en niet-democratische staatsvormen, en vooral monarchieën.

De meerderheid van de oprichtingslanden van het militair bondgenootschap (België, Groot-Brittannië, Canada, Denemarken, Luxemburg, Nederland en Noorwegen) hebben hun antieke, pré-republikeinse staatsvorm nog steeds behouden in wat verzwakte uitvoering: de constitutionele monarchie.

Het wekt dus geen verbazing dat koning Abdullah II en zijn collega-erfrechtelijke staatshoofden in Marokko en de Golfstaten zich in Brussel heel erg thuisvoelen. In een verslag van zijn bezoek op de website van de NAVO prees de NAVO-secretaris-generaal, Anders Fogh Rasmussen, "Zijne Majesteit Koning Abdullah II van Jordanië voor het waardevolle Veiligheids-partnerschap van zijn land" tijdens de besprekingen op het NAVO-hoofdkwartier.

Rasmussen, als trouw onderdaan van koningin Margaretha II gewend om te buigen voor leden van koningshuizen en gekroonde staatshoofden, besprak het militair partnerschap, de 'Mediterrane Dialoog', het individueel Jordaans samenwerkingsprogramma met de NAVO, de rol van de staten in het Midden-Oosten bij wereldwijde NAVO-operaties, (Jordanië levert troepen voor de NAVO-oorlog in Afghanistan) en het bestendigen van de wereldwijde partnerschappen van Jordanië die eind mei dit jaar op de agenda staan tijdens de Top in Chicago.

In het persbericht over het bezoek voegde de NAVO er nog aan toe: "Jordanië is een belangrijke veiligheidspartner, die deelneemt aan de NAVO-acties in Afghanistan, op de Balkan en onlangs in Libië."

Jordanië was één van de vier Arabische staten die vertegenwoordigd waren op de Topconferentie in Parijs op 19 maart 2011, samen met de Verenigde Staten en de belangrijkste NAVO-machten in Europa, die het begin inluidde van de zes maanden durende bombardementen op Libië. De andere drie Arabische staten waren (de koninkrijken, nvdr) Marokko, Qatar en de Verenigde Arabische Emiraten.

De laatste twee landen zijn lid van het 'Istanboel Samenwerkingsinitiatief' van de NAVO, zij leverden 18 gevechtsvliegtuigen voor de luchtaanvallen in Libië tijdens de door de Amerikanen geleide Afrika-missie 'Operatie Odyssey Dawn' en tijdens de door de NAVO geleide fase in de strijd 'Operatie Unified Protector'.

Toen dit conflict nog geen twee maanden aan de gang was, werd bekendgemaakt dat het bondgenootschap van koninkrijken, sheikdommen en emiraten aan de Perzische Golf (Bahrein, Koeweit, Oman, Qatar, Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten), de Raad van de Samenwerkende Golfstaten genoemd, de twee andere monarchieën in de Arabische wereld, Jordanië en Marokko, uitnodigde om met hem mee te doen, alhoewel beide landen niet in de buurt van de Perzische Golf gelegen zijn.

Dit blok van landen dat door koningshuizen geregeerd wordt, is de belangrijkste partner van het Westen om regime-veranderingen in Arabische landen te bewerkstelligen. Van Libië tot Syrië en Jemen, en later ook Algerije, als het nodig geacht wordt.

De acht monarchieën zijn alle militaire NAVO-bondgenoten: Jordanië en Marokko via de 'Mediterrane Dialoog' en de Golfstaten via het 'Istanboel Samenwerkingsinitiatief', waaraan Oman en Saoedi-Arabië meedoen, alhoewel ze formeel nog niet erbij aangesloten zijn. Libië was het enige Noord-Afrikaanse land dat niet bij de 'Mediterrane Dialoog' was aangesloten.

Vlak na de moord op Muammar Gadaffi van Libië, afgelopen oktober, bood de Amerikaanse ambassadeur bij de NAVO, Ivo Daalder, de steun aan van de 'Mediterrane Dialoog' om in Libië een nieuw leger op poten te zetten.

Het Franse Persagentschap hierover: "Libië kan de banden met het Transatlantisch bondgenootschap aanhalen door zich aan te sluiten bij de 'Mediterrane Dialoog', een partnerschap waar ook Marokko, Egypte, Tunesië, Algerije, Mauretanië, Jordanië en Israël deel van uitmaken".

De 'Tripoli Post' meldde dat op de bijeenkomst van ministers van Buitenlandse Zaken van de NAVO-landen te Brussel op 7 en 8 december jl., secretaris-generaal Rasmussen lovend sprak over de afloop van de NAVO-oorlog in Afrika, en dat door verschillende NAVO-functionarissen en woordvoerders de wens uitgesproken werd dat Libië zich zou aansluiten bij de 'Mediterrane Dialoog'.

De veranderingen overziend, die zich in de laatste 15 maanden in de Arabische wereld hebben voltrokken m.b.t. de NAVO, heeft het door de Verenigde Staten overheerste militair bondgenootschap als netto resultaat een nieuwe lidstaat gewonnen: Libië. Als volgende heeft het Syrië op het oog. Na Libië en Syrië zal ook Libanon doelwit worden, waarmee dan het gehele Middellandse Zee-gebied door de NAVO beheerst zal zijn.

Als het Westen en zijn Arabische bondgenoten ook in Irak en Jemen volgzame regeringen aan de macht zouden kunnen brengen (misschien koningshuizen, om het plaatje compleet te maken) heeft de NAVO ook twee nieuwe steunpilaren voor het 'Istanboel Samenwerkingsinitiatief' gewonnen.

Het bondgenootschap beschouwt Irak als een bevriende staat, de NAVO Trainingsmissie heeft daarom vanuit het niets een nieuw Iraaks leger opgebouwd, van de hoogste tot de laagste regionen.

In besprekingen met de Arabisch sprekende landen hebben Amerikaanse en NAVO-functionarissen voorgesteld om NAVO-troepen in Palestina te stationeren in geval van, of als voorwaarde bij een vredesovereenkomst met Israël. Afgelopen augustus meldde het 'Palestijns Nieuwsagentschap Ma'an' dat "de Palestijnse president Mahmoud Abbas op bezoek zijnde Amerikaanse Congres-leden vertelde, dat de veiligheid van de toekomstige Palestijnse staat in handen zal liggen van de NAVO onder Amerikaanse leiding ...".

Van 2005 tot 2007 vloog de NAVO een troepenmacht van enkele duizenden soldaten naar de regio Darfour in westelijk Soedan. In een collumn in de 'Washington Post' in 2005 pleitte de toenmalige ambassadeur van de Verenigde Staten bij de NAVO, Susan Rice, voor de stationering daar van een troepenmacht van 12.000 tot 15.000 man onder NAVO-commando. Twee jaar later stelde de NAVO een no-flyzone in het gebied in en stationeerde de 'NAVO Response Force' in Soedan.

Twee jaar geleden vloog de NAVO 2.500 man Oegandese en Burundische troepen naar de Somalische hoofdstad Mogadishu om een eind te maken aan de gewapende opstand. De NAVO gebruikte de autonome staat Puntland van Somalië als uitvalsbasis voor haar operatie 'Ocean Shield', de missie in de Golf van Aden en de Rode Zee.

Djibouti is in feite ook een steunpunt van de NAVO in de Hoorn van Afrika, daar zijn 2.000 Amerikaanse soldaten gelegerd. Het is ook het hoofdkwartier van de 'Gezamenlijke Task Force' in de Hoorn van Afrika van het Pentagon. Hier zijn 3.000 man Franse troepen gestationeerd, tijdens de laatste 10 jaar eveneens enkele honderden Britse, Nederlandse, Duitse en Spaanse soldaten.

In mei 2011 werd gemeld dat de Verenigde Arabische Emiraten, die een militair contingent voor de NAVO in Afghanistan levert, en ook vliegtuigen voor de acties in Libië leverde, als eerste Arabische staat een ambassade zou openen op het hoofdkwartier van de NAVO.

Op de eerdergenoemde conferentie van ministers van Buitenlandse Zaken, afgelopen december, meldde 'Gulf News' in de Verenigde Arabische Emiraten in aanvulling op zijn bericht: "NAVO-woordvoerders denken dat Libië een verzoek zal indienen om zich bij de Mediterrane Dialoog aan te sluiten. De ministers van Buitenlandse Zaken van de NAVO hebben overeenstemming bereikt om hun contacten en samenwerking met de Arabische landen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten te verstevigen".

Het slotcommuniqué van de bijeenkomst luidde: "Dit jaar hebben zich in Noord-Afrika significante politieke ontwikkelingen voorgedaan. Tegen deze achtergrond en in overeenstemming met ons beleid betreffende partnerschappen, hebben we overeenstemming bereikt om onze politieke dialoog en praktische samenwerking met de landen van de 'Mediterrane Dialoog' en 'Istanboel Samenwerkingsinitiatief' te verdiepen (...) We zijn er klaar voor, als er nieuwe verzoeken komen van landen in deze regio's inclusief Libië, om met de NAVO te kunnen samenwerken, of bondgenoot te worden, deze individueel te overwegen. Dan is toetreding tot de 'Mediterrane Dialoog' en het 'Istanboel Samenwerkingsinitiatief' de aangewezen weg".

Op de NAVO-Top in Turkije in 2004, waar het zogenaamd 'Istanboel Samenwerkingsinitiatief' werd bedacht, om een kunstmatig bondgenootschap te creëren tussen de buurlanden van Iran aan de Perzische Golf, werd ook de 'Mediterrane Dialoog', die in 1994 werd opgericht, opgewaardeerd tot een volwaardig partnerschap. Het is nu vergelijkbaar met het 'Partnerschap voor Vrede', dat twaalf Oost-Europese landen moest voorbereiden op toetreding tot de NAVO van 1999 tot 2009. Twee jaar later was Israël het eerste land van de 'Mediterrane Dialoog' dat stapte in het 'Individueel Samenwerkingsprogramma' van de NAVO, Egypte was de tweede en Jordanië volgde in 2009. Kortgeleden verschenen op de NAVO-website ook de namen van Mauretanië, Marokko en Tunesië als toetreders in dat individuele programma.

Op 3 april jl. hield minister van Buitenlandse Zaken van de Verenigde Staten, Hillary Clinton, een speech op de NAVO-conferentie in Norfolk, in de staat Virginië, waar de drie belangrijkste onderwerpen voor de NAVO-Top in Chicago op 20 en 21 mei a.s. besproken werden. Ze noemde, naast de oorlog in Afghanistan en het versterken van de verdedigingscapaciteiten van de NAVO voor de 21e eeuw, de verkenningsvluchten met de onbemande vliegtuigen, het Europees 'Phased Adaptive Approach Raketsysteem' en patrouillevluchten boven de Baltische Zee. Clinton benadrukte de noodzaak om "... onze wereldwijde partnerschappen te bestendigen en uit te breiden".

De aard van de partnerschappen in de Arabische wereld werd duidelijk in de week voordat ze haar speech gaf, toen de 'Washington Post' berichtte over haar aanstaande bezoek aan Saoedi-Arabië dat "minister van Buitenlandse Zaken, Hillary Clinton, een strategische dialoog wil starten met de zes staten van de 'Golf Samenwerkingsraad', waarbij de regering verwacht dat het uiteindelijk zal leiden tot een gecoördineerd regionaal raketverdedigingssysteem, wat door de Verenigde Staten geleverd zal worden". Later werd dit gedefinieerd als een uitbreiding van het 'Phased Adaptive Approach Raketsysteem' van de Verenigde Staten en de NAVO.

De NAVO en haar bondgenoten in de (zich uitbreidende) 'Golf Samenwerkingsraad' gaan hiermee voorbij aan 60 jaar Arabische onafhankelijkheid en ongebondenheid, aan het Pan-Arabisme en aan republikeinse en socialistische ontwikkelingsmodellen in Arabische staten. Zij maken de belangen van 350 miljoen inwoners van de Arabische landen ondergeschikt aan hun wereldwijde en regionale machtspolitiek.

Bron: 'Stop de NAVO', 18 april 2012, vertaling uit het Engels: Ardengo Persijn.