Loonmatiging en streng bezuinigingsbeleid: de universele remedie?

vnoncw2012cao.jpg
De Malietoren, de centrale commandotoren van het Nederlandse kapitaal. Hier bevinden zich ook de opdrachtgevers van de regering (Fotocollage Manifest/mm).

Sociaaleconomische redactie

Nu de FNV niets van zich laat horen en alleen bezig is met de uitverkoop van de pensioenen en haar eigen voortbestaan kan het geen kwaad een analyse te publiceren van de Belgische ABVV. Van 1 december 2010 nota bene, al ruim een jaar geleden. Waar blijft een juiste politieke analyse van de FNV? Het lijkt wel of door al het sociaal partnergepolder elke strijdbaarheid bij de top van de FNV verdwenen is. Gelukkig zien we op de websites van Abvakabo FNV en FNV Bondgenoten langzaam maar zeker meer strijdbaarheid. Nu nog de goede sociaaleconomische analyses. Een kijkje bij onze zuiderburen kan geen kwaad.

"Het ABVV weigert diegenen te volgen die aanbevelen Duitsland achterna te hollen (zonder het overigens te kunnen inhalen). Daarom zullen we tijdens de interprofessionele onderhandelingen blijven opkomen voor de vrijwaring en de verbetering van de koopkracht. Dit benadrukt ABVV-voorzitter Rudy De Leeuw op de opiniepagina's van de VRT.

Kwakzalvers aan het ziekbed van onze economie

Men zou stilaan gaan denken dat de doctrine van de Europese beleidsmakers en hun neoliberale raadgevers haar oorsprong vindt in de medische handboeken van de 17de eeuw waarmee Molière zo de spot dreef. Welke ziekte ook en zelfs in geval van extreme bloedarmoede, zij kenden slechts één remedie: de aderlating!

Aderlating, dat wil zeggen: loonmatiging. Dat is het universele redmiddel geworden. En om de efficiëntie ervan te bewijzen, verwijst iedereen naar Duitsland, dat zou blaken van gezondheid. Duitsland is hét voorbeeld dat navolging verdient: de loonmatiging die dat land de werknemers oplegt, is één groot succes, de economie doet het goed, de export verkeert in topvorm.

Duitsland is onder de regering Merkel de Europese moraalridder geworden. Toen de Griekse crisis uitbrak, zette Duitsland de toon: de mier moet niet betalen voor de krekel. Griekenland moest en zou zijn overheidstekort terugdringen en zette zijn bevolking dan maar op dieet. Daarna volgden Spanje, Portugal, Frankrijk en Ierland. En sommigen wijzen België al aan als het volgende doelwit van de speculanten, omwille van onze hoge openbare schuld en politieke instabiliteit.

Drastisch bezuinigen, dé oplossing?

Drastisch bezuinigen is de conditio sine qua non (onvermijdelijke voorwaarde) geworden om de euro te redden, d.w.z. het muntstelsel en de eenheidsmarkt, de ruggengraat van de Europese Unie. De naleving van het Stabiliteitspact wordt het alfa en omega van de regeringen in Europa. Iedereen plooit er zich in mindere of meerdere mate naar, men zet liever in op het inkrimpen van de binnenlandse vraag en zet alles op de export. Als dit werkt in Duitsland, waarom zou het dan ook elders niet werken? En meer exporteren, dat betekent kosten verminderen. En zo komt men van het inkrimpen van de overheidsuitgaven - ten koste van het openbaar ambt en de sociale transfers - tot loonmatiging in de privésector.

Hoewel Duitsland een zwaardere terugval van zijn economische prestaties had in 2009 (-4,9%) dan bijv. Frankrijk (-2,5%5) of België (-3,0%5), zijn er weinigen die het aandurven om aan het Duitse model te twijfelen of een muntstelsel aan te klagen dat steunt op een chaotisch, zelfs onbestaand, Europees beleid, behalve als het om strenge besparingen gaat.

Maar die weinigen worden toch talrijker. Velen hebben weliswaar begrip voor de historische vrees van Duitsland voor een terugkeer van het inflatiespook, dat in de jaren twintig de Duitse middenklasse ruïneerde en mee aan de basis lag van de machtsovername door de nazi's. Toch klinken de waarschuwingen voor de nefaste (rampzalige) gevolgen van een omgekeerd beleid, via het opleggen van een heuse deflatie aan landen met een hoog begrotingstekort zoals Griekenland, Ierland, Portugal - en weldra anderen - steeds luider.

Vooral omdat niet geloofd wordt dat deze landen hun hoge schuldenlast op eigen houtje, via meer groei, op een draagbare manier zullen kunnen verminderen.

Duitsland de beste van de klas?

In maart merkte de econoom Jacques Sapir op dat de sterke euro en het Stabiliteitspact in feite neerkomen op een opgedrongen overname aan de andere landen van de sterke mark. Omdat de sterke mark het gevolg was van

de industriële macht van Duitsland en zijn exportcapaciteit, maar ook van de loonmatiging in dit land. Volgens Sapir verplicht deze 'logica' de minder sterke landen - die met handen en voeten aan de eenheidsmunt gebonden zijn - hetzelfde spel van loonmatiging te spelen. Doen ze dit niet, dan dreigen ze meegezogen te worden in een schuldenspiraal.

Jean-Paul Fitoussi wees er recent nog op dat de goede gezondheid van de Duitse economie toe te schrijven is aan het vermogen van Duitsland om vooral binnen Europa te exporteren, terwijl de andere lidstaten niet datzelfde vermogen hebben. Die goede 'gezondheid' is gebaseerd op de ellende van anderen en daarom dringt Duitsland ook aan op de naleving van het Stabiliteitspact en het behoud van een sterke euro.

Maar is het Duitse model wel zo idyllisch? Afgemeten aan de werkgelegenheid heeft de Duitse industrie het lange tijd niet zo goed gedaan, stelt Paul Van Rompuy, econoom aan de KU Leuven. Van 2001 tot 2007 is de werkgelegenheid in België meer gestegen dan in Duitsland. Duitsland heeft zijn binnenlandse consumptie opgeofferd.

De Duitse vakbonden hebben ervoor gewaarschuwd dat ze de loonmatiging niet tot in het oneindige zullen aanvaarden en ze klagen het groeiende fenomeen van de arme werknemers aan, de 'working poor': 3,5 miljoen Duitse werknemers verdienen minder dan 7 euro per uur. 1,15 miljoen verdienen zelfs minder dan 5 euro. De roep naar een minimumloon van 8,5 euro klinkt er steeds luider en ook de looneisen worden er sterker, in de eerste plaats in de sectoren die werken voor de export (IG Metall met 3,6 miljoen werknemers vraagt op dit moment 6,5%5 meer loon, nvdr).

Dit is ook de stelling van professor Paul De Grauwe van de KU Leuven die stelt dat het concurrentieel voordeel dat Duitsland via loonmatiging opbouwde, niet zal blijven duren.

Wat doet Europa?

In plaats van iedereen naar beneden te trekken om het hoofd boven water te houden, zou Duitsland, dat er ongetwijfeld het best voorstaat, moeten inzetten op een heropleving van zijn binnenlandse vraag en opnieuw een positieve rol van economische locomotief moeten spelen.

Europa zou hier een coördinerende rol in moeten spelen. Het zou de economische relance (het economisch herstel) moeten organiseren in plaats van te eisen dat alle landen het Duitse 'voorbeeld' van loonmatiging zouden moeten volgen en aan te dringen om overal harde besparingsprogramma's op de overheidsbegroting te willen afdwingen.

Verbeteren van de koopkracht

Het ABVV weigert diegenen te volgen die aanbevelen Duitsland achterna te hollen (zonder het overigens te kunnen inhalen). Daarom zullen we tijdens de onderhandelingen blijven opkomen voor de vrijwaring en de verbetering van de koopkracht.

Als België de crisis redelijk goed doorstaan heeft, is dat niet zoals Europa beweert door de flexibiliteit, maar wel dankzij onze stabiliteitsmechanismen, zoals de automatische loonindexering, ons sociaal zekerheidsstelsel en het gewaarborgd minimuminkomen.

Bovendien moet onze export en ons concurrentievermogen zich meer richten op de andere groeimarkten in de wereld. Dit veronderstelt een beheersing van de energiekosten en een inhaalbeweging op het vlak van kwaliteit en innovatie. Er zullen immers altijd wel ergens lagere lonen bestaan. We zullen de werkgevers tijdens de onderhandelingen hierover aanspreken en medewerking vragen!"

ABVV (Algemeen Belgisch Vakverbond) Hoogstraat 42 - 1000 Brussel - 02 506 82 11 - www.abvv.be. Woensdag, 1 december 2010.

Zie ook website voor evaluatie stakingsdag.