VS-Iran-boycot stuit op Chinese Muur

Rainer Rupp

De Amerikaanse minister van Financiën Timothy Geithner bezocht op 11 januari jl. Japan, waar hij schijnbaar probleemloos de steun van Tokyo kreeg voor de unilaterale boycot opgelegd door Washington om Iraanse olie te kopen en handel te drijven met de Iraanse Nationale Bank. Dat liep in China wat anders.

Een resolutie met deze strekking van het Congres werd door president Barack Obama ondertekend op nieuwjaarsavond. Aan India hoefde zelfs geen vertegenwoordiger van het Amerikaanse imperium een bezoek te brengen om New Delhi op de Amerikaanse boycotlijn te krijgen. Tijdens het bezoek van Geithner in Peking lieten zijn gastheren hem echter tegen een muur oplopen, omdat China ongeveer 11 procent van zijn olie-import uit Iraanse bronnen geleverd krijgt. Geithner kon tegelijkertijd, door de precaire schuldensituatie van het imperium, tegenover de grootste geldschieter van de VS niet op de gebruikelijke Amerikaanse beveltoon spreken.

Geithner's bezoek aan Peking kwam een dag nadat Teheran verdere vooruitgang in de verrijking van uranium en de opslag ervan in goed beveiligde ondergrondse opslagplaatsen had bevestigd. Tezelfdertijd bouwen de Verenigde Staten, samen met Israël en Groot-Brittannië de militaire dreiging tegen Iran verder op. De nieuwe Amerikaanse sancties en de naleving ervan door de grote westerse landen brengen "de Verenigde Staten en China op een ramkoers", citeerde het Chinese persbureau een expert van de Tsinghua Universiteit.

Maar de leiding in Peking weet dat Washington, die zijn status als enige supermacht ziet eroderen, het Rijk van het Midden allang als de echte strategische tegenstander in het vizier heeft. Daarom doen de VS alles om China niet te laten uitgroeien tot een evenwaardige tegenstander. Gezien de nieuwe, tegen China en Iran gerichte, militaire strategie 'SeaAir', maakt Peking zich geen illusies dat het alleen samen met Moskou de druk van de Amerikaanse hegemonie kan weerstaan. Een uitbreiding van de as met Teheran zou extra nuttig zijn.

Op 6 januari van dit jaar waarschuwde China's staatsnieuwsagentschap nog "tegen het groeiend Amerikaans militarisme"; de pogingen om China te omsingelen. Een krant van de communistische partij waarschuwde voor een 'appeasement' (verzoeningspolitiek) van Washington en eiste van het Chinese leger een vastberadener houding tegen de Amerikaanse provocaties. Twee dagen later eiste president Hu Jintao, tegen de achtergrond van de toenemende spanningen en de VS-campagne om de Stille Oceaan te beheersen, van de Chinese marine zich voor te bereiden op militaire conflicten.

Peking probeert echter zoveel mogelijk een open confrontatie te vermijden om de Amerikaanse haviken en hun media geen aanleidingen te geven. Daarom treedt China zelfs bij zijn verwerping van de Amerikaanse sancties zeer zorgvuldig op, en wijzen Chinese media erop dat als gevolg van een tragere economische groei de olie-import uit Iran toch al terug zal lopen, vooral nu Peking en Teheran op dit moment een verschil van mening hebben over de olieprijs.

SBG, 12-1-2012, Vert. wvdk.