De communistische krant Manifest: uitgave van en voor de voorhoede van de arbeidersklasse

dscn0569.jpg
Job Pruijser, voorzitter NCPN, opende het Buitengewoon Congres van de NCPN, achter de tafel vlnr Willem van Kranenburg en Chuck Barkey (dagvoorzitters) en Krijn Hamelink (bedrijvenwerk) (Foto Manifest/M.M.).

Inleiding door Maarten Muis, redacteur Manifest, op het Buitengewoon Congres van de NCPN, zondag 18 december 2011

Beste kameraden,

Onze krant Manifest gaat over twee weken de 30ste jaargang in. Drie decennia marxistisch-leninistische analyses van het nieuws: een belangrijke, met name ideologische, maar zeker ook praktische bijdrage aan de klassenstrijd in Nederland. Voor Manifest is de leidraad de bekende uitspraak van Lenin: 'zonder revolutionaire theorie geen revolutionaire praktijk.' Volgend jaar bestaat ook de NCPN 20 jaar, 2012 wordt een belangrijk jaar.

Het was dertig jaar communistische pers maken in een een tijd die gekenmerkt werd door de teloorgang en opheffing van de CPN en, daarmee direct verbonden, het Akkoord van Wassenaar, waarmee de vakbeweging de strijdbaarheid inruilde voor het polderoverleg. De arbeidersklasse werd overgeleverd aan de sociaaldemocratie in al haar verschijningsvormen. Het resultaat kon dan ook - zeker in het begin - niet meer zijn dan de politiek-ideologische basis, het marxisme-leninisme, overeindhouden, de redactie en krant in stand houden en nieuwe mensen bij het maken van Manifest betrekken.

De redactie van Manifest en het partijbestuur hebben altijd het maken van een papieren krant als een onmisbare voorwaarde gezien om stappen voorwaarts te kunnen zetten in de marxistisch-leninistische klassenanalyse en het formuleren van politieke eisen van de arbeidersklasse. Het was het Horizontaal Overleg Communisten dat de krant Manifest oprichtte en de VCN die tien jaar lang de partij van de krant was en vice versa. Omdat communisten een papieren krant in eigen beheer nodig hebben.

Het waren dertig jaren waarin een groep communisten in Nederland weigerde zich neer te leggen bij de neoliberale 'Geen Alternatief'-mantra, die sinds Thatcher en Reagan de media domineert. Zij richtte in 1992 de door 'vernieuwers' opgeheven CPN weer op: de NCPN.

Manifest en de NCPN moesten tot nu toe werken onder nationale omstandigheden, waarbij communisten ideologisch in het defensief waren gedwongen. Waar het 'Nieuwe', de N voor de CPN, toentertijd voor een fractie van de toenmalige partij ook daadwerkelijk een ideologische betekenis had, is het voor de huidige leiding en de leden niet veel meer dan een toegeving aan de voorwaarde de naam CPN juridisch niet meer te mogen voeren.

Interne partijstrijd binnen de NCPN, met vraagstukken als: de partij willen zijn van de HELE arbeidersklasse en niet alleen van de slachtoffers, heeft voor een stevig politiek en ideologisch fundament gezorgd. Dat zal de komende decennia zijn waarde tonen als de klassenstrijd weer duidelijker zichtbaar en voelbaar wordt voor de mensen in Nederland.

De ontwikkelingen in de vakbeweging de laatste zeven jaar, sinds de massale demonstratie op het Museumplein in 2004, wist Manifest te documenteren en te analyseren, gebruikmakend van de kennis en analyse van de Lissabon-strategie. We staan nu voor de opgave de opgedane ervaringen, de nieuwe contacten, de nieuwe mogelijkheden tot debat te koppelen aan de marxistische klassenanalyse, die we voor Nederland hebben kunnen behouden in onze eigen communistische pers.

We wezen als enige krant in Nederland consequent naar de ware imperialistische bedoelingen van de NAVO en de vele oorlogen die ze gedurende dertig jaar begon en aanwakkerde, om de belangen van het kapitaal te verstevigen. Als anti-imperialistische kracht hebben we ons kunnen handhaven met een eigen papieren uitgave die dat mogelijk maakt. De anti-imperialistische stellingname moet en zal ruimte blijven krijgen in Manifest, hoeveel obstakels er ook nog te nemen zijn om onze stellingname - over bijvoorbeeld de agressie tegen Libië - ingang te laten vinden binnen de vakbeweging.

Manifest zoekt steeds naar het aantonen en verklaren van de verbindingen tussen lokale, nationale en internationale ontwikkelingen. Vanuit een consequente klassenanalyse benaderde Manifest de vele nieuwsgebeurtenissen. Van de opkomst van en de moord op Pim Fortuyn tot de redding van de banken door Wouter Bos, zonder zich daarbij te verliezen in 'wensdenken': al zouden de eerste voorzichtige linkse successen, van Museumplein 2004 tot aan Occupy, tekenen zijn van een definitieve breuk in de subjectieve beleving van het kapitalisme door de meerderheid van de arbeidersklasse. Maar elke communist weet dat er versnellingen in processen kunnen optreden. Dat de voorzichtigheid die we nu soms als communisten in Nederland, vaak onbewust, hanteren om het politieke initiatief te nemen, plots kan en moet verdwijnen.

We zijn als redactie trots op ons lezersbestand, al is het nog te beperkt en moeten we de komende jaren meer mensen, met name uit de bedrijven, bij Manifest weten te betrekken. We zijn er als redactie van overtuigd dat in deze periode een krant als Manifest nodig is. Het gaat bij het maken van een communistische krant om het juiste, op feiten gebaseerde inzicht in de noodzakelijkheid. Het is belangrijker te weten wat politiek nodig is op dit concrete moment, in deze concrete omstandigheid, dan welke doelgroep je met de boodschap wil bereiken. De doelgroep komt naar de juiste analyse toe, de doelgroep bepaalt niet de analyse zelf. Dat kan alleen binnen een communistische partij ontstaan.

Het daadwerkelijk maken van Manifest (redactie, fotoredactie, taalcorrectie, opmaak en website) door zes mensen, die het vertaal-, teken- en schrijfwerk van meer dan 20 medewerkers uitgeven, geeft de partij elke vier weken materiaal om mee naar buiten te treden. Het gaat de komende tijd ook erom dit fundament te verstevigen met meer mensen, voornamelijk jongere partijgenoten en sympathisanten.

De belangrijkste verdienste de laatste tien jaar van de krant Manifest is dat ze de denkkracht van de communistische wereldbeweging naar Nederland heeft gehaald. Ze heeft voor het Nederlandse publiek marxistische analyses van en uit Latijns-Amerika, Cuba, Azië, de EU, de VS, Duitsland en Griekenland beschikbaar gesteld.

Zo hebben we het feit kunnen vaststellen dat de laatste tien jaar maar heel weinig Nederlandse wetenschappers hun onderzoekscapaciteit ten dienste van een marxistisch-leninistische klassenanalyse wilden stellen. Nu hebben we via de site www.ncpn.nl een grote bron aan documenten die beschikbaar zijn als de wetenschappers de ideologische woestijn weten over te steken richting de NCPN. We kunnen trots zijn dat Manifest ook via internet toegankelijk is, met een archief dat teruggaat tot 2000.

Belangrijke verdienste van de partij is het Vierlanden-overleg van de NCPN, KPL, PVDA-B en DKP. Dit overleg legde niet alleen een goede basis voor een politieke stellingname over 'Europa', maar resulteerde ook in concrete samenwerking en uitwisseling van informatie tussen de partijen over destrijd in de bedrijven in de vier landen. De krant Manifest heeft veel profijt gehad van deze samenwerking en kan nog veel meer organisatorische en inhoudelijke expertise uit dit overleg halen. De deelname van de NCPN aan de 13 internationale bijeenkomsten van communistische en werkerspartijen is eveneens van doorslaggevend belang geweest en lag zelfs feitelijk ten grondslag aan het overleg van de vier partijen.

Het is steeds duidelijker hoe belangrijk de aandacht voor Griekenland in Manifest is geweest en nog steeds is. We weten nu, onder meer via de analyses van Anna Ioannatou, hoe vanuit de klassentegenstander, met gebruik van EU-instituties, pogingen worden gedaan in Griekenland voor eens en altijd af te rekenen met de georganiseerde arbeidersmacht. De aanvallen op de levensvoorwaarden en arbeidsomstandigheden van de Griekse, maar ook van de Portugese arbeidersklasse kunnen niet los gezien worden van het feit dat de werkers in die landen nog steeds kunnen rekenen op steun van communistische partijen. Deze kant belichten is wat alleen Manifest doet, de andere media verzwijgen zoveel mogelijk deze werkelijkheid. Maar kennen ook de tegenmaatregelen van de KKE en de PCP. Alleen langdurige strijd in de buurten en bedrijven loont, waarbij de strijd in de bedrijven en instellingen doorslaggevend is. Het kapitalisme kan alleen in de bedrijven en in de aan het kapitaal gerelateerde instellingen worden verslagen.

Als we de blik van Griekenland naar Nederland laten gaan, wordt ons duidelijk hoe belangrijk kennis van en inzicht in de subjectieve factor is. We kunnen met de eerste resultaten van de eigen onderzoeken naar de objectieve arbeidsomstandigheden en klassenverhoudingen wel de hypothese verdedigen dat objectief gezien Nederland zich richting socialisme aan het ontwikkelen is. Maar we moeten ons daarbij realiseren dat zolang we Shell-arbeiders nog niet kunnen overtuigen, dat het bedrijf waarin zij werken de Nederlandse spil is in het imperialistische netwerk, we nog heel ver afstaan van een revolutionaire omwenteling. En dat we dus vooral moeten blijven benadrukken dat strijden voor meer loon, altijd verbonden moet zijn met een stap willen zetten naar meer kwaliteit van leven voor de gehele arbeidersklasse. En dat daarbij de machtsvraag cruciaal is.

Lenin heeft in 'Wat te doen?' een polemiek over de rol van de vakbweging in relatie tot de partij gevoerd die we in de huidige tijd nog goed kunnen gebruiken om inzicht te krijgen in de verschillende posities binnen de communistische beweging en daarbuiten. Ik wil met name benadrukken dat de rol van Manifest meer is dan een weergave van de klassenstrijd, maar dat het een heel belangrijke rol heeft in het formuleren van politieke eisen, die arbeiders bewustmaken van de noodzaak van revolutionaire veranderingen en de richting tonen naar het socialisme.

We zien in Nederland over de hele linie, bij rechts, maar ook bij de verschillende varianten van de sociaaldemocratie, armoede als het gaat om het formuleren van een toekomstperspectief. Dat is onze 'core-business': we moeten echt verdergaan dan het binnenhalen van een cao-eis, van communisten wordt verwacht dat in hun krant de toekomst zichtbaar is.

Zeven jaar geleden kwamen de eerste zichtbare scheuren in het Nederlandse poldermodel. De oriëntatie op de georganiseerde voorhoede van de arbeidersklasse, zoals op het Vijfde Congres vastgelegd, is door de redactie van Manifest actief uitgewerkt. Het is meer en meer mogelijk Manifest een platform te laten zijn voor vakbondsbestuurders en vakbondsactivisten. Waarbij een platform bieden ook betekent de leiding nemen in het debat.

Er is alleen toekomst voor een brede en strijdbare vakbeweging. Een vakbeweging die ook politieke en sociale eisen formuleert en daarvoor wil knokken. Zoals ook alleen communistische bedrijfscellen echt vooruitgang kunnen boeken als zij buiten de bedrijfsmuren gaan kijken en zich gaan bemoeien met het welzijn van de werkenden in andere bedrijven en in andere landen.

Daar moet de komende jaren Manifest een rol in gaan spelen. Door de redactie uit te bouwen en te versterken, meer schrijf- en vertaalcapaciteit te organiseren en meer aanjager te zijn van het partijdebat. Zonder te experimenteren, maar door te vertrouwen op de kwaliteit die Manifest al jaren biedt.

Dat we de dertig jaar sinds het Akkoord van Wassenaar hebben doorstaan als communistische pers, is een hele verdienste. Maar het is niet ondanks, maar vooral dankzij de inspanningen van elke twee weken, en sinds 2006 elke vier weken, een papieren communistische krant maken dat we een fundament hebben kunnen leggen voor het succesvol uitbouwen van de communistische partij van Nederland.

We hebben het over de voorhoede gehad vandaag: Manifest is de krant van die voorhoede. Manifest draagt de toekomst in zich.