Van Thatcher naar Cameron

Engelse arbeiders komen weer massaal in opstand

Ron Verhoef

De tijden van Margaret Thatcher lijken weer te herleven in Engeland. Niet alleen wat betreft het Conservatieve beleid, maar ook de reactie daarop van de werknemers. Tijdens de regeerperiode van de Iron Lady waren er regelmatig grote en langdurige stakingen, waarvan die van de mijnwerkers wellicht het meest bekend is. Nu David Cameron het neoliberale beleid van Thatcher weer doet herleven, is de reactie opnieuw hetzelfde en dat is begrijpelijk.

Cameron heeft enorme bezuinigingen op stapel staan, met name gericht op de Engelse ambtenaren. Zo gaat de pensioenpremie omhoog terwijl de pensioenleeftijd ook wordt verhoogd. Bovendien worden de lonen van de ambtenaren in 2012 bevroren, terwijl de ambtenaren door eerdere periodes van bevriezing al achterlopen op andere sectoren.

Geen wonder dus dat ruim twee miljoen ambtenaren het werk op 30 november neerlegden en de straat opgingen. Daarmee werd het de grootste staking in Groot-Brittannië sinds 1979. Een groot deel van het openbaar leven kwam stil te liggen. Zo sloten scholen en reed er minder openbaar vervoer. Daarmee was de staking zeker succesvol, maar het is slechts de eerste stap in een strijd die nog niet gewonnen is.

Evenals Thatcher liet ook Cameron spierballentaal horen, al ging dat dan via zijn minister van financiën, George Osborne, die liet weten dat de stakers er op konden rekenen dat deze staking zou leiden tot gedwongen ontslagen. Van een constructieve houding was bij het Britse kabinet dus erg weinig te merken, en dat hoeft niet te verbazen van een regering die zich vooral laat leiden door de belangen van de grote multinationals en maar weinig op heeft met de gewone man.

Dat de armoede in Engeland vóór de huidige bezuinigingsronde al groot was, lijkt Cameron niet te deren. Hij zal dan ook wel de mening van Rutte delen dat armoede ook, evenals in Nederland, in Engeland niet zou bestaan. Dat de stakers op veel sympathie konden rekenen mag echter wel blijken uit de massale verontwaardiging over de uitspraak van tv-presentator Jeremy Clarkson, die op televisie liet weten dat alle stakers wat hem betrof wel mochten worden doodgeschoten. Veel Britten lieten de BBC weten hier niet van gediend te zijn en zij dwongen haar daarmee openlijk excuses aan te bieden, iets dat de BBC niet graag doet. Ook Clarkson zelf moest uiteindelijk door het stof.

Het is wel duidelijk dat de Britten begrijpen dat het geld dat Cameron nodig heeft niet gehaald moet worden bij de werknemers, maar bij de bedrijven en banken die voor de huidige crisis gezorgd hebben. De ambtenaren hebben daarbij de eerste stap gezet, maar ze zijn ongetwijfeld niet de enigen die actie gaan voeren de komende tijd.

Interessant in dit geheel is dan nog de rol van de LiberalDemocrats. Deze coalitiepartner van de Conservatieven lijkt niet alleen ondergesneeuwd te worden in de publiciteit, maar krijgt het ook niet voor elkaar delen van het eigen partijprogramma te verwezenlijken. Zo gaan de LiberalDemocrats er prat op dat ze liberalen met een sociaal gezicht zijn. Dat hadden ze kunnen tonen door tegen deze ingrijpende bezuinigingen te stemmen. Dat deden ze echter niet. Voor de populariteit van Nick Clegg, de leider van de LiberalDemocrats, is dat niet goed. Hij zal zich de komende tijd de vraag moeten stellen of hij deze regering nog aan een meerderheid wil helpen, of dat hij kiest voor de handhaving van dat kleine stukje sociale beleid waar hij nog voor stond.

Cameron lijkt zich daar voorlopig geen zorgen over te maken. Integendeel, steeds vaker zoekt hij de confrontatie met Clegg op. Blijkbaar voelt hij zich onoverwinnelijk, zoals Thatcher destijds. Uiteindelijk waren de Britten slim genoeg om de Iron Lady ten val te brengen, hopelijk komen ze dit keer sneller tot het inzicht dat Cameron niet de juiste man op de juiste plaats is.