Gedicht: In de hersenpan van een gestoord dier



Henricus Azewijn

In de hersenpan van een gestoord dier

Vástberaden, maar enigszins onzeker
alle twijfels tegemoet getreden
in de pas rond de wereldgifbeker
die is aangeboden zonder een duidelijke reden.

Het hoofd in de schapenwolken, fier
met de zon als een gebakken ei
in de hersenpan van een gestoord dier
gestoken door, zegt men, een gemanipuleerde bij.

Het kan het ook écht niet weten
het is zoals het is, maar het is wel verdoemd.
Zóveel kaas heeft het ervan gegeten
van de waarheid zo onverbloemd.

Vástberaden, is het je zeer geraden
dat je ongerijmdheid waardeert
val je keer op keer in ongenade
ook al als je de nieuwe leider niet eens frustreert.

Op, naar hogere sferen, trekt het, vástberaden
alle twijfels zullen straks verdwijnen.
Het kan zijn vuurwapens alvast laden
de zon zal niet altijd stralend schijnen.