Roeien met 'Riemen'...

Rinze Visser

Het 'boekje' van cultureel filosoof Riemen, getiteld 'De eeuwige terugkeer van het fascisme', heeft zeker niet een goede pers gehad. De schrijver, die in zijn boek probeert overeenkomsten te tonen tussen een verleden periode van opkomend fascisme en de huidige tijd, is bijna verbaal en in geschrift afgemaakt en zal het in elk geval voorlopig in wetenschappelijke kringen wel verbruid hebben. Laat ik het zó zeggen: voor Riemens geschrift had nauwelijks iemand een goed woord over.

Is dat terecht? Ik vind van niet. Laten wij het geschrift nu eens nuchter beoordelen en het ook langs de 'communistische meetlat' leggen, zonder daarbij tactiek en strategie uit het oog te verliezen. Dan kan ik niet tot een andere conclusie komen dat er in deze tijd kennelijk nogal wat moed voor nodig is om, door te vergelijken met een recent verleden, voor fascisme te waarschuwen. Dat is wel eens anders geweest...

Zeker, Riemen zegt niet dat fascisme een verschijningsvorm van het kapitalisme is en dus kapitalisme. Maar hij zegt ook niet - en dat is nu juist wel belangrijk - dat er tussen communisme (socialisme) en fascisme overeenkomsten bestaan. En dat in een tijd waarin gelijkstelling tussen fascisme en communisme (socialisme) gewoon openlijk en vrijwel onweersproken gedebiteerd kan worden. Een ander boekje, dat van PVV'er Bosma, waarin communisme en alles wat links is een fascistenspiegel wordt voorgehouden, werd in de pers heel wat positiever ontvangen. Voor de beoordeling van dit verschil in reactie is nu het geschrift van Riemen - zijn waarschuwing voor fascisme - wel van belang.

Zeker voor communisten en alle anderen die fascisme willen voorkomen. Wat is er op tegen als in een tijd waarin nogal veel intellectuelen hun kennis en optredens in dienst stellen van het anticommunisme, deze intellectueel op eigen wijze zich druk maakt over een voedingsbodem waarop fascisme kan gedijen? Welke groepering anders dan de PVV van Wilders & Co had hij in deze context, als Nederlandse intellectueel, dan moeten noemen? Doet het feit dat Riemens zorg vooral wordt ingegeven door de bedreiging van het cultureel beschavingsniveau en dat definities zoals die van Dimitrov wellicht aan hem niet besteed zijn, de waarde van zijn bespiegelende waarschuwing verloren gaan? Doet zijn achterliggende angst voor de 'onderkant' van de maatschappij - zo begrijp ik het - dan veel af aan zijn waarschuwende woorden? Riemen is geen communist en denkt dus niet vooral ook aan klassenverhoudingen. Hij vult zijn bezorgdheid dienaangaande anders in. Hij heeft het over 'de mensen die het niet cadeau krijgen'.

Zo kan men vanuit een burgerlijk standpunt het gevaar opmerken van de kapitalistische massamanipulatie waar ook veel 'gewone' mensen, vaak zonder dat door te hebben, het slachtoffer van worden. Zo kan men vanuit datzelfde standpunt constateren dat deze mensen door de elites in de steek gelaten zijn. Zeker, 'in de steek gelaten' is een wel zeer zwakke domineesuitdrukking voor de negatieve resultaten van de klassenstrijd van de afgelopen pakweg twintig jaar. Maar als we het toch over fascisme hebben en we nemen de definitie van Dimitrov - nog steeds het officiële communistische standpunt - serieus, dan kunnen de meest reactionaire, de meest agressieve groepen van het financierskapitaal hun terroristische dictatuur nooit uitoefenen zonder hele legers van handlangers en uitvoerders, waaronder zeker ontspoorde delen van de arbeidersbevolking. Als Riemens angst is - ook als die vanuit een burgerlijk standpunt ingegeven is - dat de voorwaarden daarvoor meer en meer aanwezig zijn, dan mag die angst best gedeeld worden.

Daarbij komt dat de angst je wel om het hart moet slaan: geregeerd, beoordeeld, de maat genomen te worden door de opkomende generatie politici, beleidsintellectuelen en beambten, die opgegroeid zijn in de wereld van de vrijemarkteuforie en daarin ook zijn opgeleid. Wie kennis heeft van de vele publieke vraaggesprekken, reportages, tv-beelden waar deze nieuwe generatie van aankomend hoger middenkader zich aandient, de individualistische en anticollectivistische standpunten kent, die weet waarover ik het heb. Diegenen waar Wilders & Co nu op afgeven zullen ook de door de PVV gewenste afbraak, de eliminatie van de arbeidersorganisaties, de vernietiging van links, met alle hatelijke liefde gestalte gaan geven.

Als er gesproken wordt over voorwaarden voor een ontwikkeling richting fascisme in de zin van technologische mogelijkheden voor kapitalistische onderdrukkingsterreur, dan is dat waar. Maar toch zal doorslaggevend zijn hoe de mensen, de volkeren - en vooral het 'gewone' volk - de potentiële slachtoffers, zich politiek opstellen. Als zij die zich door politiek en overheid (door de elites, zegt Riemen) in de steek gelaten voelen, daar niets meer van te verwachten hebben én zij die denken geen politiek en overheid nodig te hebben - de verliezers en de winnaars van het individualisme - samen een grote meerderheid, zich kunnen vinden in nihilistische populistische stromingen als eerder Fortuyn, nu Wilders & Co en wie weet wat er nog komt, dan is het gevaar van fascisme daar en het einde van de burgerlijke democratie aanstaande. De opkomst van en de populariteit van dergelijke stromingen zijn uitingsvormen van het gevaar.

In een tijd zoals nu, waarin openlijk begrippen als links en rechts afgedaan worden als versleten, waar zelfs het begrip solidariteit tot op de draad versleten genoemd wordt; in een tijd zoals nu, waarin men elke dag probeert mensen misselijk te maken van instituties als verzorgingsstaat, van collectieve regelingen zoals cao's, waarin zelfredzaamheid ter meerdere glorie van de winstcijfers en concurrentiepositie als hoogste deugd gepropageerd wordt; in een tijd waarin - ondanks hun misdaden tegen de mensheid - het financierskapitaal zijn heldenstatus al weer terug heeft, daar heeft fascisme grote politieke kansen.

Natuurlijk moet niet te pas en te onpas het etiket 'fascist of fascisme' opgeplakt worden. Maar wees nu ook weer niet al te voorzichtig en beschroomd. Want wat als zij die niet met fascisme in verband gebracht mogen worden communisten als fascisten bestempelen? Hoeveel communisten hebben hun leven en hun gezondheid niet gegeven in de strijd tegen het fascisme? In de strijd die komen gaat hebben communisten medestrijders nodig. Men kan er over twisten of de persoon Wilders het etiket 'fascist' verdient, maar het etiket 'antifascist' wordt niet opgespeld, maar moet wel verdiend worden.

Een van de kenmerken (zo niet het belangrijkste) van fascisme is het anticommunisme, hetwelk zich nu manifesteert in de rechtse drang tot vernietiging van alles wat door druk van links en progressieve burgerij bereikt is. Deze manifestatie is nu in volle gang. Elke waarschuwing is van waarde. Ook die welke niet voldoet aan de 'communistische meetlat'. Het is vooral in deze tijd alleen maar winst als ook in burgerlijk intellectuele kring het gevaar onderkend wordt.