Het socialisme van het Cubaanse volk - Een reisverslag

Reisgroepbezoek aan museum Giron. Vlnr: Mark Jan, Celia, Daniël en Adriana. (Foto: reisgroep/Flickr).
De reisgroep onderweg in de bus. Op de foto helemaal rechts Mark Jan Smit. (Foto: reisgroep/Flickr).

Mark Jan Smit

Op 1 februari vertrokken tien deelnemers vanuit Nederland naar Cuba voor een 15-daagse politiek getinte reis, georganiseerd door de NCPN in samenwerking met de Cubaanse Communistische Partij (PCC). Het doel was om kennis te maken met de Cubaanse maatschappij door deze van binnenuit te observeren en te ervaren. Er werd ons vooraf door de Cubaanse ambassadeur in Nederland op het hart gedrukt om vooral met een open blik naar Cuba af te reizen. In de westerse media is de berichtgeving over Cuba doorgaans negatief. (deel 3/slot)

"Zet alle vooroordelen opzij, ook de positieve, en kijk nou gewoon eens hoe ons land er uitziet en wat er gebeurt", verzocht hij ons. En dat hebben we dan ook gedaan en het werd een bijzondere ervaring!

De Vijf

Als rode draad door onze reis liep een kwestie die op Cuba uiterst belangrijk, maar daarbuiten nauwelijks bekend is: de gevangenschap van vijf Cubanen in de Verenigde Staten. De Vijf, Gerardo Hernández, Ramon Labañino, Antonio Guerrero, Fernando González en René González vertrokken in de jaren '90 als 'vluchteling' naar Florida om daar te infiltreren in anti-Cubaanse contrarevolutionaire organisaties, o.a. in de 'Brothers to the Rescue'.

In Miami bevinden zich meerdere anti-Cubaanse terroristische groeperingen die al heel wat leed veroorzaakt hebben. Hun terroristische acties bestaan onder meer uit het herhaaldelijk vanuit kleine vliegtuigen uitstrooien van ziektekiemen boven Cuba, waardoor veel mensen ziek werden en een deel daarvan overleed. Zeer berucht is de aanslag op een Cubaans lijnvliegtuig in 1976, waarbij alle inzittenden om het leven kwamen. De daders lopen nog steeds vrij rond in Miami. Sterker nog, één van de meesterbreinen achter de aanslag, Luis Posada Carriles, was onlangs nog te zien op een anti-Cubaanse demonstratie in Miami, georganiseerd door de zangeres Gloria Estefan. Daarnaast zijn er bomaanslagen uitgevoerd en zijn er veel pogingen gedaan om Fidel Castro te vermoorden. Dit soort terroristische acties hebben inmiddels aan zo'n 3.500 Cubanen het leven gekost.

Om deze terreur te stoppen, zijn de Vijf geïnfiltreerd in deze organisaties. Daarbij hebben ze belangrijke informatie weten te verzamelen en terroristische acties weten te voorkomen. Op 17 juni 1998 overhandigde de Cubaanse overheid een dossier aan de FBI, dat door de Vijf was samengesteld. De FBI arresteerde op 12 september 1998 echter niet de terroristen, maar de Vijf.

De aanklachten, 26 in totaal, zijn absurd. De belangrijkste zijn: samenzwering tegen de regering van de VS, samenzwering met de bedoeling te spioneren als geheim agent van een vreemde mogendheid, executies te plegen en het hebben van een valse identiteit. Het proces in Miami verliep alles behalve eerlijk, zelfs niet volgens de Amerikaanse grondwet. De Vijf kregen onvoldoende gelegenheid om zich te verdedigen. De anti-Cubaanse organisaties kregen daarentegen alle mogelijkheden om de Vijf in diskrediet te brengen. De jury in Miami was op z'n zachtst gezegd partijdig te noemen. Het zal daarom niet verbazen dat de Vijf tot zeer hoge straffen werden veroordeeld: 2x levenslang + 10 jaar voor Gerardo, 1x levenslang + 18 jaar voor Ramon, 1x levenslang + 15 jaar voor Antonio, 19 jaar voor Fernando en 15 jaar voor René. De straffen worden uitgezeten in de strengst beveiligde gevangenissen van de VS, ieder in een andere gevangenis. Contact met de familie en vrienden wordt zeer moeilijk gemaakt.

Op Cuba veroorzaakte deze zaak een storm van verontwaardiging. Overal zijn er afbeeldingen van de Vijf te vinden, op muren, borden, autostickers e.d. Bij vrijwel ieder bezoek aan wat voor instantie of organisatie dan ook kwam de kwestie van de Vijf ter sprake. En overal verzocht men ons om, terug in Nederland, deze kwestie aan de orde te stellen. Het gehele Cubaanse volk leeft intens mee met de Vijf.

In het buitenland is deze kwestie in de loop der jaren meer onder de aandacht gekomen, vooral via solidariteitsorganisaties met Cuba en linkse (communistische en arbeiders)partijen. De druk op de VS is de afgelopen jaren toegenomen. Dat heeft ertoe geleid dat voor drie van de Vijf in oktober 2009 de zaak herzien is. Voor Ramon is de straf van 1x levenslang + 18 jaar verlaagd tot 30 jaar, voor Antonio van 1x levenslang + 15 jaar naar 21 jaar en 10 maanden en voor Fernando van 19 jaar naar 17 jaar. De zaak van Gerardo komt waarschijnlijk in de zomer van 2010 opnieuw voor. De zaak van René komt niet opnieuw voor, maar hij heeft inmiddels een groot gedeelte van zijn 15 jaar erop zitten.

Dit laat dus zien wat druk van buitenaf kan doen. De straffen zijn nog steeds belachelijk hoog, maar deze zijn toch belangrijk verlaagd. De druk moet verder opgevoerd worden. Er moet aandacht voor deze zaak blijven. President Obama kan, als hij dat zou willen, met één handtekening de Vijf laten vrijkomen. Daarom kunnen we niet blijven stilzitten totdat de vijf veilig terug zijn op Cuba.

Conclusie

De Cubaanse maatschappij is uniek. Er wordt inmiddels ruim een halve eeuw aan een socialistische maatschappij gebouwd. De eerste decennia leunde Cuba daarbij sterk op de Sovjet-Unie. Maar na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie moest het op eigen kracht verder. Begin jaren '90 gaf de westerse wereld geen cent meer voor het socialisme op Cuba. Maar het heeft stand gehouden! En meer dan dat: het wordt continue uitgebouwd en verbeterd. Cuba heeft dit alles geheel op eigen kracht weten te bereiken. En dat zo dicht bij de Verenigde Staten, een land dat de keuze van het Cubaanse volk voor een socialistische maatschappij nog nooit geaccepteerd heeft en door middel van een misdadige blokkade en een vijandige propaganda er alles aan doet om de Cubaanse maatschappij op haar knieën te krijgen. Maar tevergeefs, het Cubaanse socialisme heeft kunnen zegevieren omdat het de steun heeft van de overgrote meerderheid van de bevolking.

Daarom kan Cuba onmogelijk een dictatuur genoemd worden. Een dictatuur zou nooit zo lang hebben kunnen standhouden. Levende voorbeelden hiervan zijn de ontelbare militaire dictaturen in Midden- en Latijns-Amerika. Deze waren altijd instabiel en hielden het nooit lang uit. En waarom zou een dictatuur zo ontstellend veel investeren in haar bevolking zoals de Cubaanse regering doet? Een dictatoriaal regime stelt geen prijs op een gezonde, goed ontwikkelde en goed georganiseerde bevolking, zoals de Cubaanse, dat is alleen maar lastig. Nee, een dictatuur heeft juist behoefte aan een onderontwikkeld volk dat al zijn aandacht en energie nodig heeft om te kunnen overleven.

In precies die staat bevond zich de Cubaanse bevolking onder het regime van Batista, voordat in 1959 de revolutie zegevierde. En vanaf dat moment is het Cubaanse volk een vrij volk, vrij van iedere buitenlandse onderdrukking en uitbuiting. En vanaf dat moment heeft het zich ten volle kunnen ontwikkelen tot op het hoge niveau waarop het zich thans bevindt. En deze hoge staat van ontwikkeling is duidelijk te zien in de maatschappij. Het uit zich in een zorg- en onderwijssysteem dat zich kan meten met de top van de wereld. Het uitgebreide sociale vangnet en de vele gratis basisvoorzieningen geven de bevolking de kans om veel meer te doen dan alleen maar te werken om te overleven.

De massaorganisaties zoals de Comités ter Verdediging van de Revolutie (CDR), de Vrouwenbeweging, de studentenbewegingen, de vakbonden, en de vele culturele projecten en bewegingen, zijn uitingen van de intellectuele en culturele rijkdom van de Cubaanse bevolking. Zij telt mee en zij doet mee. De wisselwerking tussen deze bestuurders en de bevolking is veel intensiever dan in de westerse parlementaire democratieën het geval is. In de westerse landen voert het wantrouwen en de desinteresse van de bevolking ten opzichte van de politiek de boventoon. Op Cuba is dat heel anders. De betrokkenheid van de bevolking bij het landsbestuur is via de massaorganisaties vele malen groter. Juist deze betrokkenheid vormt de basis van de Cubaanse participerende volksdemocratie. En juist daarom kan het Cubaanse socialisme ondanks alle moeilijkheden overleven en groeien. Het Cubaanse socialisme is niet het socialisme van de gebroeders Castro, maar het socialisme van de gehele Cubaanse bevolking.