Geld genoeg, maar meeste pensioenen bevroren

Laat bedrijven en overheid het pensioengat dichten

De financiƫle toekomst ziet er voor gepensioneerden voorlopig zeer somber uit.

Wil van der Klift

Een groot deel van de fondsen heeft door het slechte beursklimaat en de lage rente een lagere dekkingsgraad dan de verplichte 105 procent. De dekkingsgraad is de verhouding tussen de waarde van de beleggingen en de pensioensverplichtingen op langere termijn. De helft van de tien grootste Nederlandse bedrijfstakpensioenfondsen had per eind november een dekkingsgraad die ligt tussen de 85 en 95 procent.

De meeste pensioenfondsen zullen dit jaar de pensioenen niet laten meestijgen met de inflatie. In een persbericht schrijft de Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen nu dat "verreweg de meeste pensioenfondsen in 2009 afzien van een verhoging van de pensioenuitkeringen". Eerder al waarschuwden de pensioenfondsen van TNT en KPN dat indexering er komend jaar niet in zou zitten. Bij de vereniging zijn grote pensioenfondsen als het ABP, Zorg en Welzijn en het Pensioenfonds voor de Woningcorporaties van pensioenuitvoerder Cordares aangesloten.

Het niet verhogen van de pensioenen betekent voor gepensioneerden dat hun bruto pensioenuitkering het komende jaar even hoog zal zijn als in 2008. Ook werknemers worden getroffen door het niet verhogen van de pensioenen: hun opgebouwde pensioen groeit niet mee met de loonontwikkeling.

De achteruitgang van het pensioeninkomen wordt voorgesteld als onvermijdelijk en als een technische ingreep. Maar het gaat om eisen die de toezichthouder 'De Nederlandsche Bank' (DNB) stelt aan de dekkingsgraad. Eisen die erop neerkomen dat alle risico's moeten worden gedragen door de betrokken pensioengerechtigden zelf. Daartoe zijn die eisen opgesteld en zij dienen nergens anders toe. Dezelfde regering die onmiddellijk klaarstaat om elk probleem bij de banken en grotere bedrijven te helpen oplossen was er als de kippen bij om zich van een oplossing voor de gepensioneerden te distantiƫren. Die moeten het doen met de vaststelling dat de inflatie even daalt en dat op die manier hun koopkracht ietsje minder achteruitgaat. Terwijl duidelijk is dat de aardolieprijzen zeer waarschijnlijk binnenkort weer gaan stijgen en dus de inflatie weer gaat oplopen.

Het gaat hier om een ordinaire diefstal. Er is op dit ogenblik geen enkele duidelijkheid over de koers van de aandelen over iets langere termijn. De pensioenfondsen bulken van het geld en kunnen gemakkelijk de kat nog even uit de boom kijken en de indexering gewoon toepassen. Bovendien kan er tijdelijk soepeler met de regelgeving worden omgesprongen. En tenslotte kan een korte periode van verminderde pensioengaranties makkelijk worden overbrugd door injecties vanuit de overheid, de betrokken instellingen en zeker door de grotere bedrijven zoals Shell.

Er is dus absoluut geen sprake van noodzaak, maar van een bewuste poging om de schade van het speculeren met geld van de pensioengerechtigden te verhalen bij de gepensioneerden en werkenden zelf. Deze aanpak past precies in de politiek die wordt gevoerd op andere terreinen waar de kapitalistische crisis woedt. Er vindt een massale overheveling plaats van geld dat toebehoort aan de burgers naar de zakken en instellingen van de speculanten en onverantwoordelijke bestuurders. De bedoeling ervan is om het systeem te redden, maar de huidige crisis heeft eens te meer aangetoond dat het tijd is voor een ander systeem. Gerommel in de marge stelt de volgende nog dieper ingrijpende crisis wellicht weer even uit, maar alleen ten koste vande koopkracht en het levenspeil van de bevolking.

Handen af van de pensioenen.