Protest en berusting in Duitsland

Leerlingenstaking in Berlijn in het kader van de decentrale landelijke acties. (Foto Björn Kietzmann)

Marcel de Jong

Rond honderdduizend scholieren gingen op woensdag 12 november de straat op om te betogen tegen te grote klassen, te weinig leraren, een kortere schooltijd en een toenemede elitevorming in het onderwijs. Eén dag voordat in Duitsland officieel gesproken werd van een recessie. In meer dan 30 steden werd gestaakt en in enkele steden waren er ook hardere acties.

Zo werd in Berlijn de Humboldt-universiteit bestormd: honderden jongeren drongen de aula binnen en zwaaiden er met rode vlaggen. In Hannover werd het parlement van Nedersaksen geblokkeerd en in Oldenburg werd een school bezet.

Scholieren zijn woedend

De scholieren zijn woedend over het feit dat na hun protesten in mei en juni er weliswaar een onderwijstop door bondskanselier Merkel uit de hoge hoed werd getoverd, maar meer dan een beetje geklets is er niet uitgekomen. In Berlijn gingen woensdag rond 10.000 jongeren de straat op, in Hamburg 6.000, in Bremen 7.000 en in Braunschweig 8.500. In elk van de steden Kiel, Rostock en München weigerden 5.000 scholieren de lessen, in Oldenburg 4.000 en in Stuttgart 8.000. De verwachtingen werden ruimschoots overtroffen.

Ook de lerarenvakbond GEW steunde de scholierenstakingen. Van overheidswege werd gedreigd de stakende scholieren als spijbelaars te straffen, wat de actiebereidheid echter niet verminderde.

Andere geluiden

Andere geluiden kwamen er van IG Metall. De vakbonden hadden tijdens de eerste waarschuwingsacties een loonstijging van 8 procent geëist. Van ondernemerszijde werd een magere 2,1 procent aangeboden en werd op de slechte situatie op de markten gewezen. (Nog geen half jaar geleden werd het geld nog met bakken binnengehaald en waren de orderboeken vol. Toen was de bond echter nog gebonden aan de vredesplicht en waren stakingen voor een aandeel in de winst verboden.). Nu, tijdens de cao-onderhandelingen in Baden-Württemberg, dat traditioneel het voortouw neemt, ging de vakbond akkoord met een magere 4,2 procent loonsverhoging ."Het is ons gelukt een arbeidsconflict in de laatse seconde te vermijden", liet de districtssecretaris van IG Matall, Jörg Hofmann, weten toen het resultaat bekend werd gemaakt. Naast een eenmalige betaling van 50 euro (volgens het FD van 13-11-2008 is er sprake van meer maandelijkse bonussen en zijn die hoger dan 50 euro, nvdr) zal het loon vanaf 1 februari a.s. met 2,1 procent en vanaf 1 mei daaropvolgend nog eens met 2,1 procent stijgen. De looptijd van deze cao zal 18 maanden bedragen.

De woordvoerder van het ondernemersverbond Südwestmetall heeft lovende woorden voor de houding van de werknemersorganisatie. De cao ligt duidelijk lager dan die van 2007. Er kan van worden uitgegaan dat de andere regio's deze cao zullen overnemen. Dit resultaat zal het behoud van de koopkracht in Duitsland en het aanzwengelen van de binnenlandse conjunctuur zeker niet ten goede komen. Het Duitse compromis zal ook buiten de eigen landsgrenzen met tevredenheid worden bekeken.