Castro hielp Chávez een staatsgreep terug te draaien

Chávez en Fidel Castro lichtbakens in Latijns-Amerika.

Peter Kornbluh

"Ik feliciteer je met je toespraak. Het was een 'Ik kwam, ik zag, ik overwon'-boodschap van waardigheid en moraal", schreef Fidel Castro op 3 december jl. aan Hugo Chávez, slechts enkele uren nadat Chávez zijn nipte nederlaag had erkend bij het referendum over de aanpassing van de grondwet van Venezuela (en voordat Chávez de uitkomst ondiplomatiek had betiteld als een 'victoria de mierda' voor de oppositie). (deel 1 van 2)

"Wij ontmoetten een ontwikkelde, intelligente man, zeer progressief, een echte Bolivariaan", zo herinnert Castro zich hun eerste ontmoeting in het midden van de jaren '90 van de vorige eeuw. "Zijn tegenstanders hebben geprobeerd hem uit te schakelen zowel langs gewelddadige als economische weg. Maar hij heeft alle oligarchieën, alle aanvallen van het imperialisme weerstaan."

In Castro's weergave van de gebeurtenissen speelt Cuba een cruciale rol in Chávez' verschrikkelijkste tegenslag tot nu toe: de couppoging van april 2002, die door de regering Bush op zijn minst tactisch ondersteund werd. Op een kritiek moment, toen Chávez besloot om tot het uiterste te vechten tegen de veel sterkere militaire macht van de coupplegers, overtuigde Castro hem ervan niet 'zichzelf op te offeren', zoals Salvador Allende had gedaan in Chili, maar in plaats daarvan ervoor te zorgen dat zijn aanhangers meer tijd kregen om een opstand te organiseren.

Nadat Chávez zich had overgegeven spande Castro zich in om de massale oppositie te mobiliseren tegen de nieuw geïnstalleerde regering en hij liet aan de generaal die de coup leidde de boodschap overbrengen dat er "een rivier van bloed" zou stromen als de situatie zou voortduren. Zoals bekend werd Chávez na twee dagen gevangenschap bevrijd door een grote volksopstand, en werd hij door de militaire officieren die loyaal aan hem waren gebleven weer hersteld in de functie van president, waarvoor hij democratisch was verkozen. De rest is een dramatische geschiedenis waarover nog steeds nieuwe feiten naar buiten komen.

Castro vertelt dit voorheen nog niet bekende verhaal over zijn acties achter de schermen tijdens de couppoging in 'Fidel Castro: Mijn Leven, Honderd Uur Met Fidel'. Dit oorspronkelijk Spaanstalige boek is gebaseerd op een lange reeks interviews met Castro door de redacteur diplomatie van Le Monde, Ignacio Ramonet. De herziene en door Castro zelf geactualiseerde Engelstalige versie van het boek verscheen vorig jaar in de boekhandels. "Weinig mensen hebben de eer gehad om zowel in de geschiedenisboeken terecht te komen als om de status van een legende te bereiken terwijl zij nog in leven waren", schrijft Ramonet in zijn voorwoord, "Fidel is één van hen".

(begin fragment 'Mijn Leven')

Op 11 april 2002 werd in Caracas een coup gepleegd tegen Chávez. Volgde u die gebeurtenissen?

...Ik realiseerde me direct dat er ernstige zaken stonden te gebeuren... We hoorden dat sommige hooggeplaatste officieren zich uitspraken tegen de president. Er werd mij gerapporteerd dat de presidentiële garde zich had teruggetrokken en dat het leger Miraflores (het presidentiële paleis) zou aanvallen. Verschillende Venezolanen belden met vrienden in Cuba om afscheid van hen te nemen, omdat ze klaarstonden om zich te verzetten en testerven; ze spraken over het opofferen van hun leven voor hun land...

Vanaf vroeg in de middag bleef ik proberen telefonisch contact te krijgen met de president van Venezuela. Ik kwam er niet doorheen! Na middernacht, om 24.38 uur, op 12 april, kreeg ik bericht dat Chávez aan de lijn was.

Ik vroeg hem wat de situatie was op dat moment. Hij antwoordde: "We zitten hier ingesloten in het paleis (Miraflores). We zijn de militaire garde kwijt die hier een eind aan had kunnen maken. Ze hebben de stroom voor onze televisie afgesneden. Ik heb geen troepen om mee te vechten, maar ik analyseer de situatie." Ik vroeg hem snel: "Hoeveel troepen zijn er bij je?"

"Tussen de 200 en 300 uitgeputte mannen."

"Ook tanks?", vroeg ik.

"Nee. Er stonden er een aantal, maar die hebben ze meegenomen naar hun basis."

Ik vroeg opnieuw: "Welke andere mankrachten heb je?"

Hij antwoordde: "Er zijn er een aantal ver weg, maar ik heb geen contact met ze." Hij doelde op generaal Raúl Isaías Baduel en de paratroepen, de Gewapende Divisies en andere krachten, maar hij was alle communicatie verloren met die loyale troepen.

Ik probeerde zo tactvol mogelijk te zijn toen ik hem vroeg: "Mag ik je mijn mening geven?" Hij antwoordde dat dat kon, dus zei ik met zoveel mogelijk overredingskracht in mijn stem als ik voor elkaar kon krijgen:

"Bepaal de voorwaarden voor een eervolle overeenkomst en red het leven van de mensen die je bij je hebt, die het meest loyaal aan je zijn. Offer hen of jezelf niet op."

Hij antwoordde emotioneel: "Iedereen hier is bereid te sterven."

Ik reageerde daar onmiddellijk op: "Ik weet het, maar ik denk dat ik op dit moment rustiger over de situatie kan nadenken dan jij. Treed niet af, eis eervolle omstandigheden waaronder jij je kan overgeven, eis garanties dat je niet het slachtoffer wordt van een aanslag, want ik vind dat jij jezelf moet behouden. Bovendien heb je een plicht naar de mensen die bij je zijn. Offer jezelf niet op!"

Ik was me terdege bewust van het verschil tussen (Salvador) Allende's omstandigheden op 11 september 1973 en Chávez' situatie op 12 april 2002. Allende werd door geen enkele soldaat gesteund. Chávez had de meeste soldaten en officieren in het leger achter zich, in het bijzonder de jongere mannen.

"Treed niet af! Treed niet af!", bleef ik tegen hem zeggen.

We spraken over andere zaken: de manier waarop hij tijdelijk het land moest verlaten, dat hij in contact moest komen met een officier met daadwerkelijk gezag in de gelederen van de coupplegers, en dat hij hem moest overtuigen van zijn bereidheid om het land te verlaten, maar in ieder geval niet aftreden. Ik vertelde hem dat we vanuit Cuba probeerden de diplomatieke krachten in ons land en in Venezuela te mobiliseren; we stuurden tweevliegtuigen met onze minister van Buitenlandse Zaken en een groep diplomaten om hem op te halen. Hij dacht er een paar seconden over na, en uiteindelijk stemde hij in met mijn plan. Alles zou nu afhangen van de militaire leider van de vijand...

Je moedigde hem aan om zich gewapenderhand te verweren met een wapen in de hand?

Nee, juist het tegenovergestelde. Dat was wat Allende deed, heel juist onder de omstandigheden waarin hij verkeerde, en heldhaftig betaalde hij daarvoor met zijn leven, zoals hij beloofd had.

Chávez had drie mogelijkheden: zichzelf barricaderen in Miraflores en zich verzetten tot de dood; het paleis verlaten en proberen in contact te komen met de mensen op straat om een nationale opstand in gang te zetten, wat onder die omstandigheden vrijwel geen kans van slagen had; of het land verlaten zonder af te treden en het gevecht een andere dag aangaan, waarbij een redelijke kans was op snel succes. Wij stelden de derde mogelijkheid voor.

Mijn slotwoorden om hem te overtuigen waren in essentie: "Spaar die moedige mensen die nu bij je zijn in die onnodige slag." Het idee kwam voort uit mijn overtuiging dat als een populaire, charismatische leider zoals Chávez, die op die bedrieglijke manier en in die omstandigheden wordt aangevallen, niet werd gedood, dan zou de bevolking - in dit geval met de steun van de beste leden van zijn leger - zijn terugkeer eisen en dat die terugkeer.... onvermijdelijk zou zijn.

Probeerden de Cubanen Chávez op dit punt op de één of andere manier te helpen? (einde fragment)(wordt vervolgd)

Bron: http://www.thenation.com/doc/20080121/castro Een fragment uit: 'Fidel Castro: Mijn Leven' (een gesproken autobiografie). Engelse editie, bladzijden 525 tot 530, Spaanse editie, bladzijden 580-588). Vertaling J.Bernaven.