KLASSIEK EN ACTUEEL

"(...) De geweldige moeilijkheden, waarop ik zojuist heb gewezen, bestaan daarin, dat de boer gewend is alleen voor zichzelf te werken, vrij met zijn graan te handelen, hetgeen hem als volkomen rechtmatig voorkomt. Wat nu, vindt hij, ik, die gewerkt heb om het graan te krijgen dat mij zoveel zweet en bloed heeft gekost, zou niet het recht hebben het vrij te verkopen? De boer voelt dit als een belediging. Maar de hele ervaring van de ontwikkeling van Rusland heeft ons geleerd, dat vrije handel betekent vrij kapitalisten kweken; en vrije handel in een land dat door honger gekweld wordt, waar degeen die honger lijdt bereid is voor een stuk brood tot het uiterste te gaan, zelfs zich als slaaf te verkopen, vrije handel, wanneer het land honger lijdt - dat betekent vrij de minderheid verrijken en de meerderheid ruïneren. We moeten bewijzen dat het in een door honger gekweld land als eerste taak moet worden beschouwd de boer te helpen; helpen kan men echter alleen wanneer men zijn optreden bundelt, wanneer men de massa's verenigt, want de boeren zijn verstrooid, versnipperd en gewend ieder voor zich te leven en te werken.(...)" Uit: Successen en moeilijkheden van de Sowjet-macht, Lenin, 1919.