Economische en sociale groei Cuba houdt aan

Redactie buitenland

Cuba kende in 2006 de hoogste economische groei in zijn revolutionaire geschiedenis. Eveneens de hoogste in de regio. De vooruitgang die Cuba toonde op economisch en sociaal gebied is niet te ontkennen en is tot stand gekomen in weerwil van de escalatie van de agressieve VS-politiek, zei Ricardo Alarcón, voorzitter van het Cubaanse parlement, op vrijdag 22 december tijdens de afsluiting van het parlementaire jaar.

Alarcón omschreef de debatten over het economische en sociale plan en over de voorgestelde begroting voor 2007 als "uiterst nuttig en productief". "De discussies waren intensief, de analyses kritisch en hard", merkte hij op en wees ook op de diepgaande beschouwingen door de parlementariërs over sleutelonderwerpen die verband houden met de nationale ontwikkeling en de verbetering van de kwaliteit van leven voor de bevolking.

Tot de bijzondere presentaties die genoemd werden tijdens de parlementaire zitting behoorden die van: Carlos Lage, secretaris van het Uitvoerend Comité van de Raad van Ministers; Jorge Luís Sierra, minister van Transport; Yadira García, minister van Basisindustrie; Maria del Carmen Pérez, plaatsvervangend minister van Landbouw en de president van de Centrale Bank van Cuba, Francisco Soberón. Deze presentaties, waar vice-president Raúl Castro om had gevraagd, gingen over zaken als: de bouw en restauratie van woningen; de vervoerssituatie; de controle op distributie en verkoop van brandstof; de voedselproductie; de betaling aan boeren voor hun landbouwproducten; de kosten voor de bevolking van de nieuwe aanpassingen betreffende de woningen in verband met de voortgaande nationale campagne voor energiebesparing, die bekendstaat als Energie Revolutie. Alarcón legde uit dat de discussie rond deze zaken resulteerde in het opstellen van vijf actiedoelen voor 2007 door het Cubaanse parlement: de Energie Revolutie; het behuizingsprogramma; de voedselproductie; het transport; en de sociale- en arbeidsdiscipline. "Een gemeenschappelijke noemer in deze vijf actiedoelen is dat ze allemaal draaien om de actieve deelname van de bevolking", merkte hij op.

Aan het begin van deze werkdag begroette Alarcón de districtsafgevaardigden, waarvan er negentig sinds 1976 ononderbroken deelnamen aan de parlementszittingen en tijdens de slotzitting aanwezig waren. Dertig jaar na de totstandkoming van de Cubaanse 'Volksmacht' (Poder Popular) belichamen haar afgevaardigden en functionarissen de waarden van een echt democratische en onvervalst representatieve wetgevende macht. Eveneens feliciteerde hij de Cubaanse onderwijskrachten met de 'Dag van de Opvoeding'. Hij herinnerde er aan dat "Op een dag als vandaag Cuba voor altijd het analfabetisme uitbande, dankzij de offers van een leger van jonge onderwijskrachten. In deze culturele strijd gaven verschillende leraren en boeren hun leven vanwege het opeisen van het recht op kennis".

Tijdens de parlementaire zitting werden het rapport met betrekking tot de economische resultaten van het jaar 2006, de richtlijnen voor het sociaaleconomisch plan en de staatsbegroting voor 2007 goedgekeurd. Het jaar 2007 zal genoemd worden 'Jaar 49 van de revolutie'; een aanduiding volgens een voorstel van Alarcón, in overleg met afgevaardigde Fidel Castro. Vanaf nu zal het nieuwe jaar genoemd worden naar de leeftijd van de revolutie.

Bron: Juventud Rebelde, 23-12-2006, vertaling Thomas Janssen.