Chávez: "Als Bush' imperialistische regering Venezuela binnenvalt zal er een honderdjarige oorlog uitbreken in Zuid-Amerika"


Chávez in New York (Bronx) in september 2005.  


Chávez in New York (Bronx) in september 2005.  

Redactie buitenland

Vierde en laatste deel van een interview met de Venezolaanse president Hugo Chávez bij de onafhankelijke Amerikaanse televisiezender Democracy Now!, waarin hij ingaat op de oorlog in Irak, president Bush, de rol van de media tijdens de mislukte staatsgreep en het verzoek om de uitlevering van de anti-Castro terrorist Luis Posada Carriles.

Hier volgt het vervolg van ons onderhoud met de Venezolaanse president Hugo Chávez. Democracy Now! verzorgde zijn eerste interview in de Verenigde Staten. We vroegen hem naar de bewijzen voor pogingen van de regering Bush om hem te vermoorden en ook maakte hij voor het eerst in detail zijn plan bekend om goedkope olie te leveren aan de armen... van de Verenigde Staten.

Er is echter ook sprake van veel verdriet wat Afrika betreft. Gisteren had ik een ontmoeting met de president van Mozambique. Omdat we ons volledig bewust zijn van de realiteit en onze Afrikaanse wortels, hebben we in Venezuela een agenda voor Afrika opgesteld. We hebben hierover ook met andere Zuid-Amerikaanse leiders gesproken. Lula is zich bijvoorbeeld ook bewust van Brazilië's en Zuid-Amerika's Afrikaanse wortels. Ik wil onze Afrikaanse agenda dan ook delen met de andere Zuid-Amerikaanse leiders, maar wel onze eigen ideeën uitwerken. Wat Mozambique betreft, de gemiddelde levensverwachting bedraagt er 38 jaar, en die daalt nog als gevolg van het vernietigende AIDS-virus. Dat is een verschrikkelijke tragedie; het land wordt getroffen door miljoenen Katrina's. De president bracht me op de hoogte van het aantal weeskinderen van wie de ouders aan AIDS zijn overleden. De leraren gaan dood evenals de artsen. Dit is een tragedie en een schande, en dat doet pijn. Het doet pijn om te constateren dat er in de vergaderzalen van de VN toespraak na toespraak gehouden wordt terwijl tegelijkertijd een bevolkingsaantal ter grootte van dat van Argentinië, Colombia of Venezuela omkomt van de honger. Deze doden kunnen vermeden worden. De meesten van hen zijn kinderen, jongens en meisjes en ze sterven vooral in Afrika.

We moeten de wereld dus wakker schudden. Vandaar ook mijn toespraak gisteren voor de assemblee van de Verenigde Naties, omdat het niet werkt! Als we de militaire uitgaven wereldwijd met 10 procent terugbrengen houden we genoeg geld over om miljoenen levens te redden.

Met de bescheiden middelen waarover we in Venezuela beschikken hebben we een programma opgestart om de armen in het land van voedsel te voorzien. Momenteel krijgen 15 miljoen mensen in Venezuela voedsel en andere steun. De meesten krijgen het voedsel gratis, anderen betalen een bepaald percentage. Ze hoeven maar de helft te betalen van het voedsel dat ze ontvangen. Dit is natuurlijk alleen mogelijk als het volk er zelf met een vernieuwd bewustzijn aan deelneemt.

Racisme is heel karakteristiek voor het imperialisme en het kapitalisme. Katrina heeft ongetwijfeld veel te maken met racisme. De haat tegen mij komt ook voor een groot deel voort uit racisme. Vanwege mijn volle lippen en mijn gekrulde haar. Terwijl ik daar trots op ben, omdat ze Afrikaans zijn. We hebben op dit punt behoefte aan een nieuwe moraal en een nieuwe ethiek. Vanuit mijn christelijke optiek zeg ik dat we een ethische revolutie nodig hebben. Op politiek en economisch gebied moeten we de weg van het socialisme inslaan. Zodoende kunnen we, met behulp van de bevolking, kwa lijke fenomenen zoals het racisme verslaan.

Juan Gonzales: Meneer de president, welkom in de Verenigde Staten. Uw democratische revolutie kent nog een ander aspect. Uw land is rijk aan olie en de wereld heeft de olie hard nodig. Wat kunt u in Latijns-Amerika doen met de olie als wapen om de armen te helpen? Kunt u ons iets meer vertellen over uw aanbod om de arme gemeenschappen in de VS te helpen die te lijden hebben onder de hoge olieprijzen?

Hugo Chávez: Dit is het resultaat van ons bewustzijn, dat we alleen door middel van integratie verder kunnen ontwikkelen en tot voorspoed komen in de Latijns-Amerikaanse landen. We moeten breken met het paradigma van het kapitalisme, de vrije handel en het neoliberalisme. In 2000 zijn we een samenwerkingsprogramma begonnen met een aantal Caribische en Centraal-Amerikaanse landen en een paar Zuid-Amerikaanse. Dit was het Caracas Energy Accord en voor de eerste keer in de geschiedenis hebben we daar ook Cuba bij betrokken. Cuba wordt vaak gezien als een land dat geen deel uitmaakt van het Amerikaanse continent. Wij betrekken Cuba er wel bij, net zoals Jamaica, Nicaragua, Grenada en nog meer landen.

Dit programma houdt mede in de verkoop van olie en bijproducten met een korting tot 25 procent. Deze korting komt neer op een donatie aan deze landen. Destijds, toen we het Caracas Akkoord in 2000 ondertekenden, bedroeg de olieprijs 20 0f 25 dollar per vat. We realiseerden ons echter dat de prijs omhoog zou gaan. Nu is de prijs meer dan 40 à 50 dollar en ik betwijfel of hij weer snel zal dalen. Dit is een gevolg van de structurele crisis. De oliereserves worden kleiner en de consumptie en de vraag stijgen alleen maar. Bovendien is de raffinagecapaciteit te laag.

De consumptiedrift van de wereld is onhoudbaar. De bevolking van de VS moet gaan inzien dat het land maar 5 procent van de wereldbevolking huisvest maar intussen wel 25 procent van de wereldwijde olie en energie verbruikt. Deze mate van consumptie is totaal onhoudbaar en de planeet kan zich die niet meer veroorloven. Toen we ons realiseerden dat de olieprijs boven de 50 dollar zou komen hebben we een nieuw samenwerkingsschema opgesteld. Daarvoor hebben we Petrocaribe opgericht samen met de kleinere Caribische landen, die van de Caribische handelsorganisatie Caricom en de grotere Antillen zoals Cuba, Jamaica en de Dominicaanse Republiek.

We garanderen deze landen een directe olietoevoer van land tot land, om speculaties door multinationals en oliehandelaren te voorkomen. Zij zouden de olie in Venezuela opkopen en deze vervolgens voor de dubbele prijs verkopen aan een Caribisch land. Wij verkopen onze producten direct aan deze landen en nemen de kosten voor het transport voor eigen rekening. Los daarvan bieden we kortingen aan, niet van 25 maar van 40 procent in de vorm van een lening die in een periode van 25 jaar terugbetaald wordt, met twee jaar uitstel en een rente van 1 procent. Als je dan de juiste wiskundige berekeningen maakt bedraagt het kortingspercentage bijna 70 procent, want die 1 procent rente wordt op de lange termijn bijgesteld. Venezuela levert 200.000 vaten olie aan de Caribische en andere Centraal- en Zuid-Amerikaanse landen zoals Paraguay, Uruguay en kleinere landen. Dat betekent dat 1,5 procent van ons bruto binnenlands product besteed wordt aan deze samenwerking. Zo ondersteunen we onze broedernaties met 1,7 miljard dollar per jaar en over een periode van tien jaar met 17 miljard dollar. Het is voor ons een manier om onze grondstoffen met deze landen te delen.

Wat de bevolking van de VS betreft: na veel ontmoetingen met Amerikaanse inwoners hebben we besloten om een plan op te stellen voor de armen in de Verenigde Staten. We hebben geconstateerd dat de armoede overal in de VS groeit. Volgens sommige schattingen bedraagt het armoedecijfer 11 procent.Maar als je verder kijkt, bijvoorbeeld naar de gevolgen van Katrina, dan zie je dat daardoor alleen al 100.000 mensen in de steek gelaten werden en alleen maar bezig zijn met overleven.

Wij beschikken over de oliemaatschappij CITGO, ook hier in de Verenigde Staten. Dat is een Venezolaans bedrijf en als we op de landkaart van de VS kijken naar ons distributienetwerk zien we dat we 14.000 tankstations bevoorraden en ook nog verschillende raffinaderijen voor onder meer asfalt hebben, verder nog een aantal fabrieken en terminals.

Deze infrastructuur willen we gebruiken om de armen te helpen en hebben op dit terrein al vooruitgang geboekt. Ook hebben we instructies gegeven aan de directeur van CITGO, Felix Rodriguez. We willen de hoeveelheid die we in de VS raffineren met 10 procent verhogen. Elke dag leveren we 1,5 miljoen vaten olie aan de Verenigde Staten en we raffineren er daar zelf 800.000 van. De producten van de 10 procent die we extra gaan raffineren zullen we in verschillende vormen gaan aanbieden aan de arme bevolking. De start van dit project is al gegeven in Chicago. Laten we hopen dat de regering geen hindernissen opwerpt tegen dit project, waarbij wij werken onder de armen. We hebben een aantal bondgenoten en lokale partners waaronder enkele gemeenten. Omdat de winter nadert zullen we stookolie leveren en brandstof voor de schoolbussen van 'La Villita', de Mexicaanse wijk in Chicago met bijna 900.000 inwoners en andere gemeenschappen met veel Latino's. Op 14 oktober beginnen we aan een proefproject in samenwerking met kleine gemeenschappen en scholen en andere projecten in Boston en hier in New York starten in november.

We werken op verschillende manieren samen met de lokale autoriteiten, met burgemeesters, organisaties en religieuze groeperingen. We prijzen ons er gelukkig om dat we de noden van de arme bevolking een klein beetje kunnen lenigen, of het nu zwarten, Latino's of blanken zijn.

Bron: TV Democracy now!, New York, 19 september 2005, vertaling Frans Willems.