Toespraak van Fidel Castro tijdens de demonstratie op 17 mei 2005


Fidel Castro  


Eurocommissaris Michel heft het belerende vingertje tegen de minister van Buitenlandse Zaken van Cuba: Felípe Roque.  


Cubaanse bevolking liep opnieuw massaal uit op 17 mei 2005 om de Revolutie te verdedigen tegen aanvallen van Bush en zijn vrienden elders op de wereld. Cuba Socialista Vencera!  

Een belangrijke toespraak door opperbevelhebber Fidel Castro Ruz, president van de Republiek Cuba, bij de start van de grote strijdvaardige, demonstratieve tocht van het volk tegen terrorisme op 17 mei 2005:

Medeburgers Cubanen,

Gedurende 137 jaar, van 10 oktober 1868 tot vandaag, heeft het Cubaanse volk gestreden voor zijn onafhankelijkheid, eerst tegen het Spaanse kolonialisme en daarna tegen het imperialisme en de expansiepolitiek van de VS-regeringen. In die periode bereikten wij op 1 januari 1959 volledige politieke onafhankelijkheid, na het wegvagen van de bloedige tirannie van buitenaf opgelegd. Het Cubaanse volk begon de natie te regeren. Sindsdien heeft het nobele en heldhaftige volk geen dag nagelaten om haar recht op ontwikkeling, recht, vrede en vrijheid te verdedigen. Vanwege deze eerlijke en niet op te geven hartstocht is ons volk onderworpen aan de langste economische oorlog in zijn geschiedenis en aan een perverse, niets ontziende campagne van terreur die meer dan 45 jaar heeft geduurd.

Een van de eerste en bloedigste acties was het bombarderen van het schip La Coubre in de haven van Havana, dat 101 mensen doodde en honderden meer verwondde. De Varkensbaai-invasie op 17 april 1961 door een strijdmacht, georganiseerd, getraind en toegerust door de VS-regering, werd voorafgegaan door een verraderlijke luchtaanval van VS-bommenwerpers, beschilderd met de symbolen van de Cubaanse luchtmacht.

De invasietroepen werden begeleid en beschermd door de marine, luchtmacht en mariniers van de VS, die wachtten tot er een bruggenhoofd op het strand veroverd was door de huurlingen om daarna met medeplichtigheid van de OAS een voorlopige regering te vormen die zelfs niet de tijd bleek te hebben om vanuit Florida Airport op te stijgen.

Ook werden vanaf het eerste jaar na onze overwinning gewapende troepen langs de kusten van ons land afgezet. Zij vermoordden boeren, arbeiders, onderwijzers en werkers in de alfabetisering, brandden huizen af en verwoestten het boerenland en de lokale industrie. Sabotage met fosfor en explosieven werd gepleegd tegen onze bevolking en economie. Onze havens, koopvaardij- en vissersboten leden onder voortdurende aanvallen. Diplomatieke missies en buitenlands personeel werden doelwit van agressie met bommen en vuurwapens.

Diplomaten zijn gedood, verdwenen of gehandicapt. Burgertoestellen zijn voor het opstijgen opgeblazen of tot ontploffing gebracht in de lucht, zoals dat van Barbados op 6 oktober 1976, vol passagiers, waarvan de lichamen onvindbaar blijven op de bodem van de zee, honderden meters diep. Meer dan eens werden ziekten over ons land verspreid, tegen mensen, vee en gewassen nodig als voedsel voor ons volk. Deze daden zijn uitgebroed door regeringen van de VS en hun speciale diensten en uitgevoerd door individuen die door hen getraind zijn...

De recente en dramatische uitingen van terrorisme met gebruik van hightech middelen en zware explosieven zijn ontstaan en ontwikkeld door VS-regeringen om onze revolutie te vernietigen. Dat soort terrorisme is onophoudelijk binnen en buiten Cuba doorgegaan al meer dan vier decennia. Orlando Bosch en Posada Carriles, bloeddorstige exponenten van de imperialistische terreur tegen ons land, maakten zich schuldig aan tientallen wrede handelingen in ontelbare landen van dit halfrond, ook binnen het territorium van de VS. Duizenden Cubanen verloren hun leven of zijn gehandicapt als gevolg vandeze laffe en schandelijke daden.

Dezelfde VS-instanties en diensten die de uit Cuba afkomstige terroristen trainden zijn het, zoals algemeen bekend is, ook geweest die de brutale aanslag op de Twin Towers organiseerden op 11 september 2001, waarbij duizenden Amerikanen het leven lieten. Posada Carriles en Orlando Bosch (toen het hoofd van de CORU, een organisatie gesticht door de CIA) waren niet alleen betrokken bij de vernietiging van het Cubaanse toestel, maar jaren nadien ook bij de organisatie van tientallen moordaanslagen op leiders van de Cubaanse revolutie en zaten achter de bommen die in Cubaanse toeristenhotels ontploften.

Intussen werkte Orlando Bosch, blijkbaar op de vlucht voor de VS-autoriteiten, samen met de onderdrukkende krachten van Augusto Pinochet om bekende Chilenen als Carlos Prats en Orlando Letelier te ontvoeren en om te brengen en strijders tegen het fascisme in Chili te laten verdwijnen naast de ontvoering van Cubaanse diplomaten. Vanuit de gevangenis in Venezuela gaf hij opdrachten aan huurmoordenaars voor zijn terreurplannen. Deze sinistere karakters voerden opdrachten uit van VS-regeringen en hun speciale diensten, maar werden onwettig gevrijwaard van beschuldigingen en straffen. Dat was het geval in de kwijtschelding die Orlando Bosch kreeg van president Bush senior. Ook heeft de huidige president toegestaan dat Posada Carriles wekenlang in de VS verbleef, wat neerkomt op schending van de eigen wetgeving door hen die bij uitstek verantwoordelijk zijn voor bescherming van VS-burgers tegen terreur.

Alle terreurdaden van Posada Carriles inclusief de bommen in toeristenhotels en moordpogingen werden gefinancierd door VS-regeringen via de beruchte Cuban American National Foundation, vanaf de periode van Reagan en Bush in 1981. Nooit toonde menselijk gedrag een dergelijke eerloosheid en hypocrisie.

Dit is niet een demonstratie tegen het volk in de VS. Dit is een tocht tegen terreur, voor een vredig leven voor ons volk én voor dat van onze Amerikaanse broeders en zusters. Wij hebben vertrouwen in hun ethische principes.

Weg met terrorisme en nazi-leuzen en methodes!

Weg met genocide en leve de solidariteit, broederschap en vrede onder de volken; leve de waarheid! Laat ons optrekken, dappere verdedigers van nobele ideeën, met verachting voor angst en de enorme macht van de tegenstander, met verachting voor gevaren; de wereld schreeuwt om recht!

Uit: "Cuba News" van 17 mei 2005, vertaling Thomas Janssen.