Klassiek en Actueel

(...) In Frankrijk werd de calvinistische minderheid in 1685 onderdrukt, katholiek gemaakt of weggejaagd; maar wat hielp dat? Reeds toen was de vrijdenker Pierre Bayle volop aan het werk en in 1694 werd Voltaire geboren. De geweldmaatregelen van Lodewijk XIV maakten het de Franse burgerij slechts gemakkelijker haar revolutie in de ongodsdienstige, uitsluitend politieke vorm ten uitvoer te leggen, die alleen bij de ontwikkelde bourgeoisie paste. In plaats van protestanten zaten er vrijdenkers in de nationale vergaderingen. Daardoor was het Christendom in zijn laatste stadium getreden. Het was niet meer in staat nog langer de een of andere progressieve klasse als ideologische vermomming van haar streven te dienen; het werd steeds meer het uitsluitende bezit van de heersende klassen en deze gebruiken het eenvoudig als middel tot regeren, waarmee de lagere klassen in bedwang worden gehouden. Waarbij dan ieder van de verschillende klassen haar eigen, bij haar horende godsdienst gebruikt: de grondbezittende jonkers het katholieke jezuïtisme of de protestantse orthodoxie, de liberale en radikale bourgeoisie het rationalisme; waarbij het geen verschil maakt of de heren zelf aan hun respectieve godsdiensten geloven of niet. Wij zien dus, dat de eenmaal gevormde godsdienst steeds een overleefde stof bevat, zoals immers ook op elk ideologisch gebied de traditie een grote conservatieve macht is. Maar de veranderingen in deze stof komen voort uit de klassenverhoudingen, dus uit de economische verhoudingen van de mensen, die deze veranderingen tot stand brengen. En dat is hier voldoende.(...).

Uit: Ludwig Feuerbach en het einde van de klassieke Duitse filosofie (Friedrich Engels, 1888).