De ondraaglijk wordende hardheid van het bestaan

Naar aanleiding van de schoolmoord in Den Haag (2 en slot)

Door Rinze Visser

Als de publicitaire kruitdampen van de Haagse schoolmoord - mits niet inmiddels verstoord door een ander geweldsincident - in de algemene gang van zaken zijn opgelost, dan moet men op z'n quivive zijn dat niet de meest individuele uitspattingen, van het type Oudkerk, het beeld gaan overheersen. Immers veel facetten van de maatschappelijke orde komen samen in zo'n dramatisch voorval als op die school in Den Haag.

De Turkse afkomst van de jonge dader is voor bepaalde wetenschappelijke disciplines dan wel niet onbelangrijk, maar het gaat hier wel om slechts één facet. Wat is er in, pakweg de afgelopen tien, twintig jaar, met onze Nederlandse scholen gebeurd? Wat is er geworden van het jeugd- en jongerenwerk en in feite met alle welzijnsinstellingen? Het wordt eens tijd dat verantwoording wordt afgelegd over een hele periode met een politieke koers, gericht op vrij baan voor de kapitalistische markt, de terugtredende overheid, kortom voor de keiharde kapitalistische aanpak.

Uiteraard niemand, behalve de dader, is persoonlijk schuldig aan de dood van de leraar. Maar daarom is er wel sprake van schuld. Geen collectieve schuld, zo van 'wij met z'n allen'.

Maar wel: allen die verantwoordelijk zijn voor een klimaat, dragen ook schuld voor de gevolgen ervan. Justitieel geen aantrekkelijke optie en zeker niet ontvankelijk. Maar diegenen, die jarenlang ziel en zaligheid hebben gelegd in het propageren en stimuleren van en besluiten tot een bepaalde maatschappij-ontwikkeling, mogen dan wel niet juridisch schuldig zijn, maar wel politiek schuldig!

Wie hebben van de scholen grote, op kapitalistische bedrijfsvoering gerichte leerfabrieken gemaakt, naar het model van het private bedrijf? Wie hebben het onderwijs financieel en kwalitatief laten verloederen? Wie wilden er een onderwijssysteem waarbij concurrentie tussen scholen een normale zaak moet zijn? Heeft dan een minister, wier partij daar voorstander van is, nog recht van spreken als zij schoolleidingen kapittelt omdat zij negatieve incidenten verzwijgen voor de buitenwereld? Is het dan niet logisch dat men, analoog aan een op kapitalistische wijze gerund bedrijf, uit concurrentieoverwegingen de vuile was binnenhoudt?

Hebben dan al die geleerden in al die jaren niet zien aankomen dat grote delen van jongeren, met name in de grote steden, mede veroorzaakt door de snelle verandering qua bevolkingssamenstelling en etnische verschillen, de weg dreigen kwijt te raken? Hebben zij en al die politici dan niet kunnen bedenken dat het afbreken van vrijwel het hele stelsel van welzijnsbevordering, zich daarmee niet verenigt? Heeft dan niemand van hen kunnen bedenken dat niet afbraak maar uitbreiding, maar dan op basis van een heel andere, op de nieuwe situatie toegesneden, aanpak noodzakelijk was?

Zij hadden het kunnen bedenken, het verstand was er. Maar ze wilden het niet. Want het kapitalistische bloed moét kruipen naar daar waar het gaan moet. Waar je nauwelijks nog iemand over hoort is, dat het aantal probleemkinderen - al op heel jonge leeftijd - schrikbarend toeneemt. Wat is er aan de hand? En dat gaat maar door met het uitgestippelde beleid van afbraak van het speciaal onderwijs. Ook het aantal volwassen mensen met soms ernstige psychische stoornissen dat zich buiten de instellingen bevindt, neemt nog steeds toe. Maar ze gaan door met het beleid van bezuinigingen open opheffing van zorginstellingen voor deze zieke mensen. En als er weer eens een ongeluk gebeurt, dan staan dezelfde figuren vooraan om met betraande ogen en een brok in de keel hun - meestal betaalde - commentaar te leveren. En als er straks een drama plaatsvindt, in een ziekenhuis of zo, dan schreeuwt men weer moord en brand. Maar het is zoals mijn buurman zegt: je kon er op wachten...

Wat is er nu zo ontzettend belangrijk? Dat de werkende bevolking - vooral de arbeidersklasse - in ons land niet nog verder uiteendrijft. Hoe moet de arbeidersklasse zich verzetten tegen de verloedering en het steeds asocialer worden van de maatschappij, als zij verdeeld is en nog verder verdeeld dreigt te worden? En dan gaat het niet alleen om inkomens- of beroepsverschillen, maar ook om de etnische achtergrond. De zetbazen van het monopoliekapitaal, de propagandisten en ideologen ervan, hebben er alle belang bij om etnische, culturele en religieuze verschillen te benadrukken en uit te vergroten. Om het klassenkarakter van deze maatschappij te verdoezelen!

Inburgering? Wij zijn er voor. Voor communisten betekent dat dat arbeiders van buitenlandse afkomst op de hoogte moeten zijn van de sociale en politieke geschiedenis van de Nederlandse arbeidersklasse; vanaf Marx en Engels, via Domela Nieuwenhuis tot en met de pogingen tot liquidatie van de Nederlandse communistische partij. Die mensen horen te, nee moeten, weten dat nog niet zo heel lang geleden de Nederlandse arbeiders in kommervolle omstandigheden leefden. Dat honderdduizenden, miljoenen, nauwelijks geletterde Nederlandse arbeiders onder leiding van socialisten en communisten, hebben geknokt voor een meer menswaardig bestaan. Zij horen te weten van de antikoloniale en antifascistische strijd van het meest bewuste deel van de Nederlandse arbeidersklasse, aangevoerd door de Communistische Partij van Nederland.

'Autochtone' Nederlandse arbeiders, de communisten voorop, moeten zich de geschiedenissen eigen maken van de onderdrukte klassen in de landen van herkomst van al die nieuwe klassengenoten.

Niet inburgering ter bevordering van de Nederlandse bourgeois-mentaliteit, maar wel inburgering ter bevordering van het klassenbewustzijn en het proletarisch-internationalisme! Opdat wij elkaars taal en opvattingen verstaan! Van elk incident, van elk drama kun je leren. Maar het maakt heel veel uit wat je ervan leert!