Mooie Woorden

Moord en brand

Door Rinze Visser

Beste lezers en lezeressen, ik moet nog een keer een greep doen uit een algemene beschouwing in de gemeenteraad van onze gemeente. Die waar één van de woordvoerders onder meer zei: "Het kabinet moest drastische keuzes maken en dan doe je het nooit voor iedereen goed. Offers moeten worden gevraagd én gebracht".

Dat stuit op weerstand, op zichzelf begrijpelijk. Het vermaarde poldermodel schudt nog op zijn grondvesten. De coalitiepartijen beklemtonen dat stevige maatregelen onontkoombaar zijn en de linkse oppositie schreeuwt moord en brand over sociale wantoestanden. De vraag dient zich aan, wat valt onder de categorie 'sociaal te verantwoorden' en waar begint het 'asociaal' te zijn?

Na dit te hebben gezegd werd direct daarna benadrukt dat in de Raad van Lemsterland wel al te gemakkelijk de scheidslijn tussen sociaal en asociaal wordt getrokken en dat we, vergeleken met derdewereldlanden nog altijd rijk en welvarend zijn en dat opgebouwde rechten in dat licht niet onveranderlijk zijn. De woordvoerder vindt dat aan dit vraagstuk een moreel aspect zit en vraagt zich af wat ons referentiekader dan wel is. Ongetwijfeld mooie woorden, daar niet van. Het morele aspect dat hier wordt gezien is overduidelijk: het volk dat in Nederland vanwege zijn klassenpositie afhankelijk is van sociale voorzieningen en wetten heeft het heel wat beter dan de vele arme mensen in de derde wereld; je moet dan ook niet zeuren als je iets wordt afgenomen...

Afgezien van de bedoeling, hiermee een in het openbaar uitgesproken politiek oordeel over de aantastinq van de sociale zekerheden te ontlopen, wordt wel degelijk niet alleen een morele maar ook een politieke keuze gemaakt. Hier wordt een moreel oordeel uitgesproken, dat in de ogen van ieder weldenkend mens immoreel is.

Als je er vanuit gaat dat ieder mens op de wereld in principe recht heeft op werk, op welvaart, op sociale zekerheid, dan is dat toch een moreel standpunt waar niets op af te dingen valt? Dit standpunt, pakweg tien à vijftien jaar geleden ingenomen, ging toch minstens uit van de toenmalige stand van zaken in Nederland, waarbij een reeks bezuinigingen en ingrepen nog niet was doorgevoerd. We hebben het hier wel over een referentiekader! Maar voor de noodzakelijke verandering eens andersom gedacht!

Dus, als we er vanuit gaan dat het moreel alleszins verantwoord is als de arme bevolkingen van derdewereldlanden het volste recht hebben op streven naar en strijden voor een positie vergelijkbaar met de arbeidersbevolking in bijvoorbeeld Nederland, dan wordt met elke afbraak van sociale verworvenheden, met elke loonmatiging in hoogontwikkelde kapitalistische landen, het niveau van het referentiekader van de arme wereldbevolking verlaagd! Het pleidooi om sociale achteruitgang in Nederland te accepteren omdat andere mensen in de wereld het veel slechter hebben, is een taaie rechtse, waarbij sommige vroegere linkse ideeën ook niet zonder schuld zijn.

Zo herinner ik mij van lang geleden een openbare bijeenkomst van de Communistische Partij van Nederland (CPN) in Bolsward, waar het kamerlid Marcus Bakker als spreker optrad. Het lukte deze spreker niet om (en dat zei toen écht wel wat!) een zich zeer links voelende student uit te leggen dat het écht niet ten goede zou komen aan de armen in de ontwikkelingslanden, alsde arbeiders in ons land geen kleurentelevisie zouden aanschaffen.

Een dergelijk pleidooi - soms voortkomend uit echt gemeende humane gedachten - is in werkelijkheid een vals moreel appèl dat het nut dient van de grote graaiers en rovers. Want wie vindt dat achteruitgang van het levensniveau van het volk in het rijke deel van de wereld juist en te verdedigen is, die vindt eveneens dat het streefniveau van de arme massa's in andere delen van de wereld naar beneden bijgesteld moet worden. Er zullen er zijn die dit nooit zo gezien hebben, maar het is wel de waarheid! Een bittere waarheid! Niet hij die 'moord en brand' roept is de schuldige, maar hij die moordt en brandt!