Imperialisme in het Midden-Oosten

Deel vijf van de bijdrage van Harpal Brar aan de conferentie van de NCPN op zondag 17 november 2002 in Amsterdam. Het boek van Harpal (in het Engels) is verkrijgbaar voor 22.00 euro op het kantoor van de NCPN. Deze bijdrage is als brochure te bestellen voor 1.00 euro plus verzendkosten.

Wie de economie en de politiek van het Midden-Oosten vanaf het begin van de 20e eeuw wil begrijpen, hoeft enkel de spelling, de uitspraak, het belang en de betekenis van het woord 'olie' te leren.

"Alleen de proletarische socialistische revolutie", zei Lenin, "kan de mensheid uit de wurggreep van imperialisme en imperialistische oorlogen leiden. Wat voor moeilijkheden de revolutie ook tegenkomt, en ondanks tijdelijke terugwerpingen of golven van contra-revolutie, de uiteindelijke overwinning van het proletariaat is onvermijdelijk." (Materials Relating to the Revision of the Party Programme, April-May, 1917)

Echter, wil de socialistische revolutie overwinnen dan moeten de proletarische partijen in de imperialistische landen strijden, en opportunisme binnen hun eigen gelederen verslaan. Daarnaast moeten ze een nauw verbond vormen met de onderdrukte volkeren van de wereld in hun strijd tegen imperialistische onderdrukking en voor nationale bevrijding.

Noodzaak van strijd tegen opportunisme

Opportunisme in de arbeidende klasse van de imperialistische landen is in geen geval een toevallig fenomeen, in tegendeel, het is economisch diep geworteld. Namelijk van de superwinsten die de bourgeoisie van imperialistische landen verkrijgt uit de plundering van de hele wereld wordt een deel gebruikt om de bovenste laag van de arbeiders - de arbeidersaristocratie - om te kopen en zo een wig te drijven in de arbeidersklasse. Deze bovenste laag van 'verburgerlijkte arbeiders', die door en door kleinburgerlijk zijn in hun levensstijl, hoogte van inkomen en haar wereldbeeld, dient als de "nodige sociale ... steun voor de bourgeoisie... de werkelijke agenten van de bourgeoisie in de arbeidersbeweging, de arbeiders-officieren van de kapitalistische klasse, de werkelijke uitdragers van reformisme en sociaal chauvinisme. In de burgeroorlog tussen het proletariaat en de bourgeoisie staan ze onvermijdelijk, en niet in geringe getale, aan de zijde van de bourgeoisie, aan de zijde van de 'Versaillese' tegen de 'Communards' (Lenin, Imperialisme, het hoogste stadium van imperialisme)."

Lenin voegt toe: "Tenzij de economische wortels van dit fenomeen zijn begrepen en het politieke en sociale belang onderkend, kan geen stap gezet worden in de richting van de oplossing van de praktische problemen van de communistische beweging en de komende revolutie".

Op basis van zijn monopoliewinsten en de omkoping van de arbeidersaristocratie stichtte, koesterde en beschermde de bourgeoisie van ieder imperialistisch land voor zichzelf een bourgeois-arbeiderspartij. De Britse bourgeoisie, daar monopolie zich in Groot-Brittannië veel eerder ontwikkelde dan elders, was de eerste die over zo'n partij beschikte. De Labour Partij was precies zo'n 'bourgeois-arbeiderspartij'. Het is, en was altijd een partij van opportunisme en sociaal chauvinisme, dat totaal vreemd is aan het revolutionaire proletariaat en tenzij een vastberaden en nietsontziende strijd wordt gevoerd tegen deze partij is het zinloos en hypocriet om te spreken over de strijd tegen het imperialisme, over marxisme-leninisme, over de arbeidersbeweging of over de proletarische revolutie. De hele geschiedenis van de Labour Partij, inclusief haar houding tijdens de Golfoorlog, de Balkanoorlog en Afghaanse roofoorlogen, levert een overtuigendbewijs van de correctheid van de bovengenoemde observaties van Lenin. In Groot-Brittannië, met als enige en bewonderenswaardige uitzondering van Arthur Scargill en een paar van zijn kameraden, heeft geen enkel vakbondskader van enig gewicht de imperialistische oorlogen tegen Joegoslavië, of de dagelijkse bombardementen op Irak, of de slachting die nu plaatsvindt in Afghanistan, veroordeeld.

Desondanks zijn er die zweren bij marxisme-leninisme, die behoren tot en de 'leading lights' zijn van partijen die het woord communistisch in hun naam dragen, die beweren dat de Labour Partij de partij van de werkende klasse is en onze steun verdient. Dit niettegenstaande het feit dat de huidige Labourregering, tijdens haar regeerperiode van minder dan vijf jaar, meer bommen heeft laten vallen op onderdrukte naties dan de vorige conservatieve regeringen deden in de 19 jaar dat zij regeerden. Dit zal niemand, die ook maar enigszins bekend is met de werkelijke geschiedenis van de Labour Partij, verrassen. (Nvdr, deze analyse wordt maar ten dele door de NCPN gedeeld)

Het zijn niet alleen de Britse sociaal-democratie en de Britse Labourleiders, die doordrenkt zijn van opportunisme waarmee het zich moeiteloos omvormt tot imperialistisch chauvinisme en agressief patriottisme in tijden van oorlog en andere dergelijke 'nationale' crises. NEE, de ziekte is veel ernstiger: ze heeft zich verspreid over de werkende klasse en haar aangetast in ieder ander imperialistisch land, want elk imperialistisch land heeft - op basis van het eerder beschreven economisch fenomeen van parasitisme - door omkoping van de bovenste laag, de arbeiders-aristocratie, een wig in de arbeidsklasse gedreven om voor zichzelf een maatschappelijke basis te creëren. In Europa zijn de politieke afgevaardigden van deze bevoorrechte laag vertegenwoordigd in de diverse sociaal-democratische partijen, de opvolgers van de verraders van het socialisme tijdens de eerste imperialistische slachting van 1914-1918. In Groot-Brittannië is dit de Labour Partij, die direct vanaf het begin deze rol heeft vervuld. Ze heeft nooit het marxisme of socialisme hoeven verraden, want ze is nooit socialistisch geweest! Alleen zij kunnen anders denken die misleid zijn door de vroegere en beruchte Clausule IV (Nvdr: socialisme als doelstelling) in haar grondslagen (dat was toegevoegd als anticommunistisch instrument om de toenemende strijdbaarheid onder het Britse proletariaat te misleiden) en dit artikel lezen als abstractie, geïsoleerd van de inhoud van de feitelijke activiteiten, haar politieke tactieken, en de klasse wiens belangen zij altijd vertegenwoordigen en dienen. Hieruitvolgend is het enige correcte standpunt dat de Labour Partij altijd een door en door bourgeoispartij geweest is. Zij is altijd de politieke expressie geweest van "... het verbond tussen een numeriek kleine bovenlaag van het proletariaat en de kleinburgerij - die de kruimels van hun 'eigen' nationale kapitaal krijgen - tegen de massa's van proletariërs, de massa's van zwoegers en de onderdrukten in het algemeen" - en een verbond "tussen een deel van de arbeiders en de bourgeoisie, gericht tegen de massa van het proletariaat" (Lenin, The collapse of the Second International, May-June, 1915, p.242,244).

Ons is vaak verteld door de Troto-revisionistische geloofsverdedigers van de sociaal-democratie dat de 'linkse' MP's (Members of the Parlement, parlementsleden) in de Labour Partij in het parlement strijden en dus onze steun verdienen. We antwoorden ze met de volgende woorden van Lenin: "... een man die 'oprecht' van zichzelf beweert een communist te zijn, maar in praktijk twijfelt en de lafaard speelt in plaats van een onverschrokken krachtige, onwankelbare heroïsche koers te volgen ... zo'n man, in de zwakheid van z'n karakter, twijfel en besluiteloosheid, is evengoed een directe verrader. Voor wat het individu betreft, is er een heel groot verschiltussen een man wiens zwakke karakter hem tot een verrader maakt en een die een bewuste, berekenende verrader is; maar in de politiek is een dergelijk verschil er niet want politiek heeft betrekking op het werkelijke lot van miljoenen mensen, en het maakt geen verschil of de miljoenen arbeiders ... zijn verraden door zwakheid van karakter of door hen wiens verraad hun eigen egoïstische doelen dient." (Lenin, "Verzameld werk" p.354-55)

Feitelijk begeven deze 'linkse' MP's zich op een hellend vlak. Als 'links' zijnde, zijn ze zich volledig bewust van het feit dat ze in een imperialistische partij zitten, die oorlog voert tegen gewone mensen thuis en in het buitenland. Dit maakt hun verraad des te verachtelijker en onvergeeflijker.
(wordt vervolgd)

Vertaling: Herwin Sap.