Milosevic nog niet in het nauw gebracht bij proces

Van redactie buitenland

Op 12 mei duurde het proces tegen Slobodan Milosevic precies drie maanden. De aanklagers hebben vooralsnog geen overtuigend bewijs aangevoerd.

"Hij is een machtswellusteling", stelden de aanklagers. "Dit is een onrechtmatig tribunaal en ik heb dit proces bij voorbaat al gewonnen", reageerde Milosevic. De zaak tegen de oud-president van Joegoslavië, die in Den Haag terechtstaat voor oorlogsmisdaden tegen de menselijkheid en volkenmoord, begon drie maanden geleden vol vuurwerk. Honderden journalisten uit de gehele wereld woonden de eerste dagen van het 'proces van de eeuw', zoals sommigen het noemden, bij. Na het emotionele openingsbetoog van de aanklagers en de politieke reactie van Milosevic daarop, daalde het stof in de rechtszaal echter snel neer. De aanklagers willen bewijzen dat de oud-president aan het hoofd stond van een regering die in Bosnië, Kroatië en Kosovo in de jaren '90 duizenden mensen liet vermoorden, en honderdduizenden uit hun huizen verdreef. Zijn doel zou het creëren van een etnisch zuiver 'Groot-Servië' zijn geweest. Voordat de vermeende betrokkenheid van Milosevic bij die gebeurtenissen aan de orde kan komen, moet eerst voor het hof vaststaan dat er daadwerkelijk misdaden zijn gepleegd. Milosevic wordt buiten de rechtszaal bijgestaan door een team van juristen. Gevolg hiervan is dat hij goed beslagen ten ijs komt en getuigen af en toe betrapt op onwaarheden of tegenstrijdigheden. Over de betrokkenheid van Milosevic bij die misdaden is echter nog geen enkel bewijs aangevoerd.


Bron: AD, 11-5-2002, bewerkt.

Servië smeekt om hervatting hulp VS en EU

Door de redactie buitenland

De Servische regering is ontevreden over het uitblijven van Amerikaanse financiële hulp. Het Amerikaanse Congres bevroor eind vorige maand een hulppakket ter waarde van veertig miljoen dollar (44,3 miljoen euro) uit onvrede over de gebrekkige samenwerking van Servië met het Joegoslavië-Tribunaal in Den Haag.

Sinds die datum hebben echter drie van oorlogsmisdaden verdachte Joegoslaven zich aangegeven. "De autoriteiten doen wat zij kunnen", aldus een woordvoerder van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken. Maar hij voegde eraan toe dat minister Colin Powell (Buitenlandse Zaken) en het Congres nog niet hebben besloten de hulp te hervatten. In de Servische hoofdstad Belgrado groeit de onvrede over de stagnerende westerse hulp. Volgens minister Goran Pitic van het ministerie van Buitenlandse Economische Betrekkingen kijken de Amerikanen te weinig naar de andere voorwaarden waaraan Servië wel heeft voldaan. Zo zijn eerder deze maand de laatste Albanese politieke gevangenen vrijgelaten en is de financiering van de Servische Republiek in Bosnië stopgezet. Ook liet de minister van Binnenlandse Zaken deze week weten inzage te bieden in de archieven van de Servische autoriteiten. De Servische regering bekritiseert ook de beloftes die zijn gedaan door het Westen. Op een donorconferentie vorig jaar juni kreeg Joegoslavië 1,3 miljard dollar toegezegd. Volgens Pitic is daarvan nog maar 310 miljoen dollar binnen.


Bron: NRC, 4 mei 2002.