De hoop op vrede is niet verloren

 

 

 

Communiqué van FARQ-EP (*)

Het verbreken van het vredesproces kwam voor het FARQ-EP niet als een verrassing. Sinds oktober was het al duidelijk dat de regering Pastrana deze ongelukkige en kostbare beslissing had genomen.

De achtergrond is dat de heersende oligarchie, aangemoedigd door de groeiende steun vanuit Washington, nu niet bereid is om overeenstemming te bereiken met de gewapende burgers over structurele economische, politieke en sociale veranderingen die de vrede voor iedereen levensvatbaar moeten maken. Zij willen slechts een vrede die hun privileges en winsten veilig stelt.

Daarom stelden zij een staakt-het-vuren en einde aan de vijandelijkheden aan de orde in plaats van een discussie over de werkloosheid te voeren of zelfs te komen tot het ontwikkelen van een Gemeenschappelijke Agenda voor Verandering Richting het Nieuwe Colombia. Daarom was de presidentiële verklaring van 7 oktober het begin van een serie belemmerende acties en zoeken naar voorwendselen om de gesprekken definitief af te breken en de gedemilitariseerde zone op te heffen. Een beslissing die uiteindelijk werd genomen met de zegen van de regering van de Verenigde Staten. Het vasthouden van senator Guechen Turbay was slechts het laatste excuus om een eind te maken aan het proces dat de regering al eerder zelf wilde gedurende de oorlog.

Middels onderhandelingen hebben we al het mogelijke gedaan om een oorlog te voorkomen, maar de overheid heeft alleen geprobeerd tijd te rekken om de eigen oorlogsmachine uit te breiden en te verbeteren. Ze had een strategie voor oorlog, niet voor vrede. Aldus waren noch institutionele veranderingen noch de verbetering van de levensomstandigheden van de Colombianen ooit het doel. Het was veel meer de onderdrukking van de guerrillabeweging tegen elke prijs. Trouw aan de oligarchische traditie van verraad hield Pastrana zijn woord niet bij de belofte de guerrillabeweging 48 uur de tijd te geven zich terug te trekken van de plaats waar de onderhandelingen plaatsvonden.

Het oplaaien van de strijd, gevoegd bij de algemene crisis bij de overheidsinstanties, dreigt een ramp voor Colombia. De leiders van de traditionele partijen, verantwoordelijk voor het enorme en veelvuldige geweld, gepleegd door de hoogste instanties van de staat, hebben het land in deze situatie gebracht. De oorlog, die Horacio Serpa, Nohemi en Uribe Velez, kandidaten van de 'new parajos' of paramilitairen, eisten - als verkiezingsstrategie - pakt de economische stagnatie of het financieringstekort niet aan, noch de buitenlandse schuld (vergelijkbaar met Argentinië) of de onzekere welzijnssituatie van de burgers. Het doet niets voor de werkloosheid van meer dan 30 procent inclusief tijdelijk werk, de armoede die meer dan 30 miljoen Colombianen treft of, tenslotte, de machteloosheid van Colombia als gevolg van het neo-liberale beleid. Toen het overleg eindigde omdat de regering Pastrana de oorlog verklaarde, de aanval op de nationale infrastructuur zag die de financiële bronnen beperkte, de sensationele herovering van El Caguan zag stranden en de oorlog toch moet worden bekostigd, veranderde zij de politieke toon als een kameleon van kleur. De verantwoordelijkheid voor de aanvang van deze nieuwe fase in de oorlog ligt echter niet alleen bij deze onbetrouwbare politici. De regering Bush is ook schuldig door het verhevigen van haar inmenging in de binnenlandse aangelegenheden in ons land met behulp van 'Plan Colombia', en met de erkenning van het marionettenregime van Pastrana. Schuldig zijn ook de belangrijkstezakenlieden van dit land en hun sterke media die valse berichten verspreiden, de schakering van oorlogshitsers uit de burgerlijke en geüniformeerde rechtervleugel en zelfs enkele leiders van de katholieke kerk die vanaf de kansel het opschorten van het vredesproces eisten. Na de gebeurtenissen van 11 september, en op advies van het Witte Huis, brak Pastrana de vredesbesprekingen af en bestempelde ons zo maar als terroristen, terwijl hij ons gedurende de gehele voorafgaande periode beschouwde als een strijdlustige politieke organisatie. Door de FARQ-EP als terroristisch te bestempelen hield de regering er geen rekening mee dat ze zichzelf in het gezicht sloeg. Het punt is, dat de nieuwe Amerikaans-imperialistische kruistocht tegen het terrorisme het gedroomde nieuwe voorwendsel is om de wereldbevolking met geweld te onderdrukken en tevens haar laatste hoop af te nemen in het licht van de groeiende druk van miljoenen en miljoenen landgenoten die nu sociale rechtvaardigheid en structurele veranderingen eisen.

Ondanks de staat van oorlog en onheil die wordt gecreëerd door de dwaasheid van de heersers en aangezien de wens voor vrede van de Colombianen geldig blijft, spreken wij de bereidheid uit tot een uitwisseling van krijgsgevangenen met de staat te komen. Zodat zowel de gevangen guerrilla's als de officieren en onderofficieren van het leger die door de guerrillabeweging worden vastgehouden, samen met diverse leden van het Congres, een presidentskandidaat en een ex-minister, hun vrijheid terugkrijgen die door het conflict werd beperkt. Ons voorstel is een Nationale Constituerende Vergadering met een echte volksvertegenwoordiging te houden, die samenkomt in een gedemilitariseerde zone om de deelname van de guerrillabeweging en de gewapende oppositie van het regime aan het overleg zeker te stellen. Een vergadering die de basis voor een toekomstige vrede legt met een Nationaal Akkoord.

Wij vragen de Colombianen om de oproepen van rechtse en neoliberale presidentskandidaten niet te steunen en zich niet als vee naar de stembus te laten leiden. Het Congres dat op 10 maart ontstond is onwettig, zowel vanwege de hoge absentie (60%) als de samenstelling (30% paramilitairen) en het hoge aandeel van corrupte politici. Met maar enkele uitzonderingen die hun zetel wonnen met eerlijk werken en harde strijd tegen het liberaal-conservatieve tweepartijenstelsel. Onder dergelijke omstandigheden zou het land zich moeten voorbereiden op verwerping van elke handeling en wet voortkomend uit initiatief van de fracties van paramilitaire en oneerlijke politieke leiders die tegenwoordig het nieuwe Congres bevolken.

Wij feliciteren de Colombianen die weigerden te stemmen en de meer dan een miljoen landgenoten die de oorlog en smerige politiek verwierpen door een blanco of ongeldige stem uit te brengen. In naam van de Boliviaanse Beweging voor een Nieuw Colombia, die wij leiden, roepen we iedereen op om de gelederen te sluiten tegen het rechtse autoritarisme dat zichzelf probeert op te dringen en met kracht en voortvarendheid de vlag op te pakken voor vrijheid, onafhankelijkheid, waardigheid en sociale rechtvaardigheid. Wij bevestigen dat de nieuwe democratische regering zoals voorgesteld in ons platform, een Regering van Nationale Verzoening en Wederopbouw zal zijn.


(*) Secretariaat van de Centrale Generale Staf van de FARQ-EP. Bergen van Colombia, april 2002.
Vertaling: Sicco Jan Bier.