Wie is Ariel Sharon?

Van redactie buitenland (*)

De afgelopen weken is de wereld getuige van de massamoord die Israël op het Palestijnse volk pleegt. Sinds het begin van de huidige Intifada is het waargenomen aantal Palestijnse doden opgelopen tot 500, het werkelijke aantal is onbekend; het aantal slachtoffers zal nog verder toenemen, aangezien Sharon doorgaat met militaire agressie en massale moordpartijen. Sharon heeft een lugubere staat van dienst, waarin de genocide in Jenin volledig past.

Terwijl krantenkoppen ons van dag tot dag, ieder uur en iedere minuut op de hoogte houden van de verwoestingen, zijn er weinig mensen die weten of, en aan wie verteld wordt wie Sharon is en wat zijn achtergrond is. Een kort historisch overzicht over de man die leiding geeft aan deze uitroeiingsoorlog tegen het Palestijnse volk is veelzeggend.

Op 14 mei 2002 is het 54 jaar geleden dat de staat Israël gesticht werd als gevolg van een resolutie van de VN. Sinds 14 mei 1948 zijn meer dan drie miljoen Palestijnen van hun land verjaagd. In datzelfde jaar bezette Israël meer dan 57 procent van het Palestijnse grondgebied - dat gebeurde buiten de bepalingen van de VN-resolutie om. In de zeven jaar die volgden startten de Joodse terreurgroepen Stern en Haganah een geweldcampagne waarbij de Israëliërs 418 steden verwoestten en 78 procent van de Palestijnse thuislanden bezetten. Israël verdreef de Palestijnen naar de Gazastrook en naar het grensgebied langs de Jordaan.

In Jeruzalem werden 30 Palestijnse wijken teruggebracht tot vier. Een van de militaire architecten, leiders en uitvoerders van deze veroveringsplannen is de huidige eerste minister van Israël: Ariel Sharon. Als een van de eerste aanvoerders van de Haganah-groep had Sharon het commando over de 101ste gevechtseenheid. Voor het oog van de hele wereld leidde Sharon in 1953 de slachting in het Palestijnse vluchtelingenkamp El-Bureig ten zuiden van Gaza waar meer dan 50 Palestijnse burgers werden gedood, de meeste van hen waren vrouwen en kinderen. In datzelfde jaar leidde Sharon de aanval op de Jordaanse stad Qibya en volgens de berichtgeving werden onder zijn verantwoordelijkheid door de 101ste gevechtseenheid 69 burgers gedood, waarvan 46 vrouwen en kinderen. Ook 45 Palestijnse huizen zijn bij die aanval door de Israëliërs verwoest.

In 1971 leidde Sharon een aanval waarbij meer dan 2000 Palestijnse woningen met de grond gelijk gemaakt werden en gaf hij het bevel "verdacht lijkende Palestijnen niet gevangen te nemen, maar dood te schieten." In september 1982 werden, onder direct bevel van de toenmalige minister van Defensie, Ariel Sharon, rechtse Libanese militia van de 'Falange' begeleid naar de vluchtelingenkampen Sabra en Shatilla om een bloedbad onder de Palestijnen aan te richten. Zij onthoofdden 1962 Palestijnen, waarvan de meesten vrouwen en kinderen, en velen werden onherkenbaar uiteengereten.

Twee mensen die op de rol van Sharon wezen en verondersteld werden te mogen getuigen van zijn oorlogsmisdaden voor het internationale gerechtshof in Den Haag, zijn onlangs vermoord door Israëlische veiligheidsagenten.

Tijdens de regering Reagan werkte Sharon met de Mossad (Israël's tegenhanger van de CIA) samen om wapens en geld te verschaffen voor de contra's in Nicaragua, die poogden het Sandinistische bestuur ten val te brengen. In 1979, na een langdurige bevrijdingsstrijd, stichtten de Sandinisten de democratische republiek Nicaragua met het doel het land te verlossen van de armoede die veroorzaakt was door de verdrukking van grote VS-bedrijven endoor de repressie van Samoza's vazalregime.

Ariel Sharon, de Mossad en de CIA werkten hecht samen met Oliver North om de oorlog tegen bevrijdings- en andere progressieve bewegingen in Centraal en Latijns Amerika en in het Caribisch gebied te intensiveren.

Tegen het einde van de oorlog van de contra's tegen de Sandinisten in Nicaragua werd de handel in wapens gecombineerd met het vervoer van drugs, waarbij de Chicago-Tokyo Bank, de Chemical Bank of New York, de Ohio Valley Bank en de National Bank betrokken waren, waar Ariël Sharon zijn zwarte geld zou witwassen.

Ariel Sharon schiep voor Israël de mogelijkheid en promootte het verkrijgen van kernbommen. Hij ging met het apartheidsregime in Zuid-Afrika een bondgenootschap aan, dat de racistische Zuid-Afrikaanse regering voorzag van Israëlische wetenschappers en nucleair materiaal. In 1981 lanceerde Israël zijn eerste waterstofbom; vandaag de dag bezit Israël minstens 300 kernwapens.

Nu de wereldopinie de laatste tijd in toenemende mate de Israëlische agressie, de bezetting van bijna 91 procent van het Palestijnse grondgebied en de slachtingen afkeurt, bedreigt Sharon Syrië met het inzetten van zijn arsenaal aan tactische kernwapens die samen met Zuid-Afrika werden ontwikkeld. De meest recente strategie van militaire dreiging en agressieve aanvallen gaat niet zonder tegenstand. Begin 2002 werd bekend dat meer dan 390 legerofficieren en commandanten van de Israëlische strijdkrachten geweigerd hebben in het leger te dienen en deel te nemen aan Sharon's recente massamoorden. Velen zijn veroordeeld door het militaire gerechtshof. Ongeveer 800 aanvoerders van het Israëlische reserveleger, vroegere leden van de Mossad en van andere eenheden voor binnenlandse veiligheid, hebben gezamenlijk de 'Raad voor vrede en veiligheid' opgericht met het doel de huidige oorlog te beëindigen. Citaat van Sharon: "Twee jeeps en een tank moeten iedere Israëlische 'settler' begeleiden die naar een gebied gaat dat van de Palestijnen afgenomen is".

De agenda van Ariel Sharon is duidelijk gericht tegen Irak. Hij verklaarde onlangs: "Als de VS Irak aanvalt, doen wij mee en wij garanderen dat we in korte tijd zullen winnen en met minimale inspanning". En verder gaf Sharon aan dat er kernwapens zullen worden gebruikt.

De VS-regering en Sharon kijken begerig naar de Iraakse olie en de Israëlische controle over het water dat zo vitaal is voor het overleven in het klimaat van het Midden-Oosten. Het is geen toeval dat de laatste tijd de naam Saddam Hoessein vaker opduikt en verketterd wordt door de regering Bush als een terrorist "zelfs erger dan Bin Laden".

Terwijl Sharon zijn moorddadige oorlog tegen het Palestijnse volk voortzet, groeit ook het verzet. Een paar dagen geleden verklaarde een Palestijnse leraar uit één van de door Israël verwoeste steden: "Wat Israël nu doet is geenszins de besluitvaardigheid om de Intifada de kop in te drukken, maar het kweken van generaties vrijheidsstrijders die de strijd tegen het Zionisme zullen voortzetten."

Vanuit deze achtergrond is het niet verwonderlijk dat Ariël Sharon op 22 april naar Washington reist en daar eervol aanzit aan een banket - agressors, racisten en moordenaars worden altijd beloond voor hun schanddaden. Neem bijvoorbeeld de 1971-prijs, toegekend aan Nelson Rockefeller, toen gouverneur van New York, kort nadat hij het bevel gaf voor het bloedbad onder de opstandige delinquenten in de Attica State gevangenis. Hetzelfde gebeurde met de talloze VS-generaals die werden onderscheiden voor hun rol als veroveraars en moordenaars van inheemse volken in dit land en als indringers en kolonisatoren van derde wereld landen, zoals VS-generaal Nelson A. Miles die de slachting leidde van inheemse stammen bij Wounded Knee en die Puerto Rico binnenviel in 1898. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de meest beloonde en gedecoreerde officieren en andere wetsdienaren in de VS gewoonlijk de brutaalste en meest racistische zijn die gemeenschappen met niet blanke populatie terroriseren.

Sharon's bezoek aan Washington op 22 april is veelzeggend omdat het past in de traditionele aanpak van degenen die alles en iedereen onderdrukken. Maar sterker nog, als wij rekening houden met de gebeurtenissen die in het Midden-Oosten plaatshebben, dan is Sharon's bezoek aan de VS-leiders bedoeld als een politiek signaal van bijval voor de wreedheden, die door de regering van Israël begaan zijn. Ook zal Sharon's bezoek, om het nog cynischer te maken, dienen als een verdachtmaking van de strijd van het Palestijnse volk en iedereen in de wereld die Israël's terreur veroordeelt.

Ondanks de schijnheilige afkeuring van Sharon's misdaden tegen het Palestijnse volk door de VS kan niet ontkend worden dat zijn daden identiek zijn met wat de VS in het verleden heeft gedaan tegen verdrukte volkeren in de Verenigde Staten en elders in de wereld. Massamoorden op ongewapende groepen zijn niet vreemd aan de politiek van de VS-regering. Men hoeft slechts te kijken naar de historische realiteit van inheemse en Afro-Amerikaanse volken, hun bloedvergieten markeert de vroegere perioden van VS-expansie. Tegen het volk van Puerto Rico zijn gedurende de hele koloniale periode van de VS dodelijke slachtingen aangericht.

Maar hoe gewelddadig het door de VS gesteunde Israëlische leger ook te werk gaat, of hoe onoverwinnelijk de VS-leiders in deze tijd zichzelf ook achten, er zal een dag komen dat iedere misdadiger zich zal moeten verantwoorden voor zijn misdaden. Sharon zal evenals andere onderdrukkers het oordeel van het volk moeten ondergaan.

Het Palestijnse volk staat niet alleen. Zijn gevecht roept strijdbaarheid op bij alle verdrukte volken, van Puerto Rico tot Argentinië, van Mexico tot de Filippijnen, die zich onbewust vereenzelvigen met de Palestijnse vrijheidsstrijd. Niemand kan er aan voorbijgaan, hoe de kracht en de beslistheid van het Palestijnse volk de VS-oorlogsplannen (vermomd als terrorismebestrijding) hebben gedwarsboomd en evenmin hoe de Intifada elk restant van ongewilde steun aan de racistische betrekkingen tussen de VS en Israël heeft verbrijzeld. De toestand van het Palestijnse volk is in een zuiver licht komen te staan en als gevolg van de recente uitbarsting in Palestina, zullen volkeren wereldwijd geïnspireerd worden hun eigen vrijheidsstrijd ter hand te nemen.


Bron: VSC-editorial, 13 april 2002.

Vieques Support Campaign (VSC)
http://palfrente.tripod.com
email: viequessc@hotmail.com