Kiesstelsels en parlementaire zetelroof

Met de komst van de euro van het Europese grootkapitaal worden de oude democratische waarden steeds verder uitgehold.

Door Anna Ioannatou

Eind maart jl. verwierpen de vertegenwoordigers van beide grote partijen in het Griekse parlement een voorstel tot het invoeren van een kiesstelsel, dat een onvervalste evenredige vertegenwoordiging van de wil van de bevolking bij de verkiezingen zou garanderen.

Dit voorstel was ingediend door de parlementsleden van de KKE (Communistische Partij) en de Synaspismos (Coalitie van Links en Vooruitgang is de volledige naam, ondanks het feit dat er geen sprake is van een coalitie), dus van de beide kleine partijen in het parlement.

Midden februari j.l. hadden beide grote partijen al een wetsvoorstel afgewezen, waarmee de evenredige vertegenwoordiging een feit zou worden als toekomstig kiesstelsel, daarmee aangevend dat ze de vervalsing van de uitslagen en de parlementaire zetelroof wensen te handhaven. Geen wonder, als je de voordelen ziet, die zo'n stelsel hen brengt. Het Griekse parlement telt 300 zetels (op een bevolking van 11 miljoen). Bij de laatste parlementsverkiezingen (april 2000) kreeg de nu regerende PASOK (Panhelleense Socialistische Beweging) 158 zetels (bij een evenredig stelsel zou dat 131 zijn), de Nea Dimokratia 125 (zou 128 zijn), de KKE 11 (zou 17 zijn bij evenredige vertegenwoordiging!) en de Synaspismos 6 (zou 10 zijn!). Buiten het Parlement bleef de DIKKI (Demokratische Sociale Beweging), die de drempel van 3 procent niet haalde, maar bij een evenredig stelsel 8 (!) zetels in de wacht gesleept zou hebben. Buitengesloten werd ook nog een kleinere partij, die 2 zetels zou behalen plus nog 4 andere (waaronder de Ecologen), die elk 1 zetel waard bleken, maar dus niet kregen.

De schaamteloze zetelroof springt in het oog. Veel kiezers worden daarom al jaren beïnvloed door dit verlies van hun eventueel aan een kleine partij gegeven stem en stemmen dan bij voorbaat maar 'groot'. Een verkeerd besluit, want uiteindelijk maakt het aantal stemmen een partij 'groot', tenminste numeriek.

Het is niet voor het eerst, dat er een wetsvoorstel tot evenredige vertegenwoordiging aan het Parlement wordt voorgelegd. Argument: volgens de Grondwet gebiedt het beginsel van volkssoevereiniteit, dat stemmen en zetels met elkaar in overeenstemming dienen te zijn en het beginsel van gelijkheid, dat alle burgers gelijk zijn, of ze nu op grote of kleine partijen stemmen. Uiteraard kan er zelfs in geval van een evenredige parlementaire vertegenwoordiging niet van gelijkheid gesproken worden in een samenleving, waarin economische en sociale ongelijkheid de toepassing van politieke gelijkheid verhinderen.

In het debat van 28 maart j.l. wezen de beide grote partijen het voorstel af, dat ingediend was door de beide kleine partijen en wel met het volgende argument: stemmenroof is geoorloofd, omdat het land sterke en stabiele regeringen nodig heeft en is dus nationaal belang! Na de gemeenteraadsverkiezingen van het komende najaar, zo is van regeringswege aangekondigd, zal de kwestie verandering van het kiesstelsel weer aan de orde komen. Men heeft het over een Duits systeem, of in elk geval een systeem, dat evenrediger is dan het huidige om coalitieregeringen mogelijk te maken. Maar het huidige stelsel verhindert niemand een coalitie aan te gaan. Het is waarschijnlijker, dat de alleen regerende Pasok (sinds 1981, met een korte onderbreking in 1990-1993, toen de Nea Dimokratia met 1 zetel meer regeerde) alvast maatregelen wil nemen voor een toestand, die op den duur niet meer te vermijden is, nl. dat zij zelfs met de grofste vervalsing van deverkiezingsuitslag niet meer alleen aan de macht kan blijven en dus moet gaan 'coaleren.' Deze vooruitzichten worden vaak gebracht als 'eindelijk Europees moeten worden,' want 'we zijn bijna nog het enige land in de Europese Unie met een 1-partij-regering.'

In het kielzog van 'groot'

Wie weet, wat voor leuke verrassingen er uit de bus komen in de nabije toekomst, want de Synaspismos flirt danig met de regeringspartij. Logisch, want eerstgenoemde zakt langzaam weg, is bij de laatste verkiezingen nog op het nippertje in het parlement gekomen en de kans is groot, dat dit niet meer zal lukken. Maar des te meer krijgt de KKE op haar kop van alle anderen, omdat ze op nationaal politiek niveau met geen partij kan samenwerken en dat ook zegt. De reden is niet moeilijk te raden. Alle anderen stemmen voor verdragen als Maastricht, Amsterdam, Nice en maken ook in andere opzichten duidelijk pro-kapitalistische keuzes. Hooguit komt de kleine Synaspismos af en toe met een blanco-stem om de schijn van progressiviteit op te houden via een in de regel nogal troebele argumentatie. Zoals bij de stemming in het parlement over het Verdrag van Nice (wijziging van het Verdrag van Maastricht in ondemocratische richting). Maar meestal stemt ook deze zich links noemende partij braaf mee met de 'groten.' Bijvoorbeeld een paar weken geleden, toen het parlement een wetsontwerp aannam inzake steun aan Balkanlanden (lees: voor het binnendringen van het Griekse grootkapitaal op de Balkan), plus een wet voor het militaire samenwerkingsakkoord Griekenland-Slovenië (binnen het kader van het NAVO-Partnership for Peace) en een wet omtrent het Internationale Gerechtshof voor Strafzaken (gaat functioneren in de stijl van het Joegoslavië-Tribunaal). Samen met het Verdrag van Nice zijn er dus kortgeleden vier zeer belangrijke wetten door het Griekse parlement aangenomen met als enige tegenstemmers de communisten.

Een schijndilemma

Maar nu terug naar het debat over het kiesstelsel. De bevolking wordt voor een bedrieglijke keus geplaatst: of een sterke regering, zo heet het, of een zwakke regering, die door minderheden gemanipuleerd kan worden. Waarmee de bevolking al bij voorbaat gemanipuleerd wordt, zogenaamd om manipuleren te voorkomen! En dan nog de mond vol hebben over democratische gevoeligheid en het nationale belang, dat voorop zou staan.

Het stembedrog wordt officieel en zonder blikken of blozen toegegeven door vertegenwoordigers van beide grote partijen in naam van het argument 'sterke en efficiënte regering.' Maar in feite is deze regering een minderheidsregering, want ze kreeg twee jaar geleden 43 procent van het aantal uitgebrachte stemmen, maar sleepte wel meer dan 50 procent van het aantal parlementaire zetels in de wacht. Referenda over belangrijke kwesties worden stelselmatig geweigerd. De grenzen van wat zij democratische gevoeligheid noemt, zijn daarmee duidelijk aangegeven. Koste wat het kost moet vermeden worden, dat de oppositionele stemming van de bevolking tegen steeds meer asociale beleidslijnen in de sociale sector, zich gaat uiten in een echt oppositionele stem op het politieke niveau. Al met al is men is er nog niet over uitgepraat. Binnen afzienbare tijd komt, op verzoek van de KKE, het hete hangijzer 'kiesstelsel' weer in het parlement voor een debat op partijleidersniveau.