Spat de polderzeepbel als eerste uiteen?

Gokken en verliezen of niet gokken en ook verliezen

Door Jan Cleton

Achter en onder de beurs van Amsterdam spelen zich drama's af. Niet alleen de fondsen van de zogenaamde nieuwe economie kelderen. De jongens van de snelle winsten, de beurshandelaren, verdienen goed. Zij verdienen aan de koop en de verkoop van aandelen, inclusief de banken waar ze voor werken. Maar de vele kleine beleggers die hoopten ook een graantje mee te pikken van deze zo hooggeprezen aandelen voor de toekomst leiden forse verliezen, als ze te laat instapten.

Ook de pensioenfondsen, de supergrote beleggers, ontkomen niet aan de neergang van de koersen. Pensioenfondsen waar bijna alle werknemers in de toekomst van afhankelijk zijn. Oftewel aandeelhouder tegen wil en dank.

"Laten we blij zijn dat wij praktisch als enigen in Europa voor pensioenen niet afhankelijk zijn van het omslagstelsel, zoals dat voor onze AOW geldt", klinkt het vanuit de burgerlijke pers. Het is echter maar zeer de vraag wat beter is onder het kapitalisme, direct voor elkaar zorgen of je uitgestelde loon in de hoop op winst laten inzetten in het gokcircuit dat handelsbeurs heet. Ondanks alle winst die er op het pensioenkapitaal behaald is, moest er in het kader van de zogenaamde vergrijzing toch overgegaan worden van eindloon- naar middelloonstelsel.

Wat is het werkelijke probleem dan?

Het probleem wordt gevormd door het stelsel waaronder wij leven, het kapitalisme. Een systeem dat slechts kan voortbestaan bij de gratie van groei. Een systeem dat in eerste instantie de meerwaarde, noodzakelijk voor groei en kapitaalaccumulatie, haalt uit uitbuiting van de arbeidskracht in combinatie met een zo goedkoop mogelijke reproductie van diezelfde arbeidskracht die noodzakelijk is voor de voortgang van de uitbuiting.

Pensioenen, een goede gezondheidszorg en goed onderwijs zijn afgedwongen door strijd van de arbeidersklasse en niet in het minst door het ontstaan en uitbreiding van een deel van de wereld die koos voor een socialistische economie. Een geplande economie!

Door de crisissen die onvermijdelijk voortvloeien uit het kapitalistische systeem omdat er geen planning is maar de concurrentie bepalend is, kan de overheid niet anders dan steeds noodoplossingen zoeken. Na de teloorgang van het Oost-Europese socialisme, dat samenviel met een reeds vergevorderd stadium van de huidige overproductiecrisis, zagen de economen van het kapitalisme nieuwe mogelijkheden ter bestrijding van die crisis.

Nieuwe markten?

Nieuwe markten, maar geen koopkrachtige consument, dus uitsluitend grondstoffen en goedkope goed opgeleide arbeidskrachten kunnen een overproductiecrisis alleen maar versterken. Maar dat maakt niet uit onder de jungle-wetten van de vrije markt, waar ieder voor zich gaat van klein naar groot.

De Zuidoost-Aziëcrisis, waarbij gigantische hoeveelheden geaccumuleerd industriekapitaal verloren gingen, kwam dan ook als een geschenk uit de hemel voor het Europese en VS-kapitaal. De grote concurrent van beide imperialistische blokken, Japan (inclusief de door hen gefinancierde Aziatische tijgers), werd een stevig kopje kleiner gemaakt. De in koopkracht groeiende Aziatische consument verdween daarmee echter ook. De invloed van het Japanse imperialisme op het qua inwonertal grootste land ter wereld, China (eenvijfde van de wereldbevolking) en de winstmogelijkheden aldaar, was tot minmale proporties teruggebracht.

Of de Zuidoost-Aziëcrisis bewust veroorzaakt is, valt (nog) niet te bewijzen. Dat het de imperialistische blokken Europa en de VS goed uitkwam staat echter onomstotelijk vast. Dat honderen miljoenen werknemers hierdoor in armoede gedompeld werden ook!

Kredieten als koopkracht in het Westen

Met name in de VS en Europa wordt naarstig gezocht naar mogelijkheden om de overproductiecrisis te bezweren. Kredieten en de daaraan gekoppelde rente moeten laagdrempelig blijven. Dat is de hoofdreden waarom de centrale banken de rentevoet laag houden. Dit heeft echter twee tegenstrijdige gevolgen. Enerzijds wordt de consument koopkrachtiger, anderzijds wordt er veel kapitaal in de markt gepompt dat weer leidt tot nog meer productie. Kapitaal dat enerzijds voortgekomen is uit accumulatie, waar men momenteel geen weg mee weet (denk maar aan de uitkering van zestien miljard aan de aandeelhouders van Unilever) en waar de werknemer-consument nog vele jaren voor moet werken alvorens uit de schulden te zijn.

Verhouding arbeid, consument en kapitaal botst en leidt tot crisis

Het probleem, maar ook vast gegeven, is dat hoe langer het kapitaal de crisis uit kan stellen de crisis heviger zal toeslaan. Zolang de productie-arbeider het product niet kan kopen dat hij zelf vervaardigd heeft, is inflatie het mechanisme dat de koopkrachtverhouding instandhoudt. Het hebzuchtige karakter van het kapitalistische systeem veroorzaakt echter dat die inflatie op een bepaald moment buitengewoon krachtig toeneemt en dat ligt niet aan de looneisen!

Nederland loopt voor

Nederland wordt steeds door het IMF en de Wereldbank gewaarschuwd voor de inflatie. De oplossing zou liggen in het laag houden van de looneisen en het privatiseren van de sociale voorzieningen. Daarmee wordt echter de koopkracht niet vergroot en werkt het niet mee aan bestrijding van de overproductie. De helft van de Nederlandse gezinnen heeft in relatief korte tijd gezamenlijk een hypotheekschuld opgebouwd van 614 miljard gulden. Met name de Nederlandse middenstand heeft hiervan geprofiteerd. Dat op zich heeft weer geleid tot uitbreiding van zaken, concentratie daarvan door overnames en hogere productie. Het gaat te hard volgens de genoemde instanties. Zij onderkennen daarmee de gevaren die het kapitalistisch systeem loopt. Nederland gaat te hard en loopt daarmee het risico als eerste Europese natie in een onoplosbare crisis te geraken. Een in eerste instantie Nederlandse crisis die ook over de grenzen, als onderdeel van Europa en grote investeerder in de VS, onvoorspelbare gevolgen zal hebben.

Het opmaken van opgebouwde sociale kredieten

Ook in het opmaken van de sociale kredieten, die door arbeidersstrijd en het bestaan van een socialistisch blok verworven zijn, loopt Nederland voorop. De waarde van pensioenen daalt en moet vanwege een zogenaamd pensioengat en vergrijzing bijverzekerd worden.

De miljarden die door de 100% werknemersverzekering WAO opgebouwd zijn worden praktisch cadeau gedaan aan verzekeringsmaatschappijen en andere financiële profiteurs. De werknemer moet zich ook hier opnieuw verzekeren. De volgende stappen aangaande privatisering van de sociale zekerheid, maar dan op de reproductiegebieden volksgezondheid en onderwijs, verkeren reeds in een al dan niet gevorderd stadium van ontwikkeling. Het privatiseren van de sociale voorzieningen leidt tot kapitaalvernietiging en een lagere toekomstige koopkracht. Zal dit het kapitalistische systeem redden?

Nieuwe vormen van winst maken en waardetoevoeging?

Toekomstverwachtingen op financieel gebied trekken schijnbaar twee soorten kapitaal aan: geaccumeleerd kapitaal en kredietkapitaal. Geaccumuleerd kapitaal komt voort uit de uitbuiting van de arbeidskracht, het is een gedeelte van de meerwaarde die uit de arbeidskracht geperst wordt voor toekomstige investeringen in het bedrijf. De overproductie van goederen, d.w.z. goederen die niet meer 'aan de man gebracht kunnen worden', maakt investeren in uitbreiding van die productie vrijwel zinloos. Om toch winst op dit kapitaal te maken wordt het ingezet als financierskapitaal. Financierskapitaal dat gebruikt wordt om kredieten te verstrekken. Kredieten waar nog vele jaren voor gewerkt zal moeten worden. De consumptiekracht op krediet komt echter direct ten goede aan het bedrijfsleven in de vorm van het consumeren van de overproductie. In Nederland komt dit vooralsnog het duidelijkst tot uitdrukking in de vorm van hypotheekverstrekking.

Arbeid blijft de echte bron van waarde

Ondanks alle fabeltjes die binnen dit kapitalistische systeem verzonnen worden over 'winst', blijft arbeid de enige bron van waardetoevoeging. 'Geld dat geld maakt' door speculatie en waardevermeerdering door het mechanisme van vraag en aanbod - zoals op de huizenmarkt - veroorzaken een zeepbel-economie die op termijn in moet storten omdat er geen werkelijk productieve arbeid tegenoverstaat.

De 614 miljard aan hypotheekschuld is niet in verhouding tot de hoeveelheid arbeid die geleverd is om die huizen te bouwen. Dat is je reinste inflatie! Het is dus niet de werknemer en zijn gerechtvaardigde looneis die de inflatie vergoed wenst te zien met enige groei, maar het kapitalistische mechanisme van groei van de winst dat tot inflatie leidt. Uiteindelijk zal er voor de inhoud van de zeepbel productieve arbeid geleverd moeten worden.

En hoe groter die zeepbel wordt, des te groter het risico dat hij uiteenspat. Dit uiteenspatten zal echter gokkers en niet-gokkers niet in eenzelfde mate treffen. Het grootkapitaal zal zelfs daar winst uitslepen, terwijl de bevolking bloedt!