De Leeuw van Damascus laat een leegte achter

Door Bert Bakkenes

Op 10 juni 2000 overleed Hafiz al-Assad, de man die als president van Syrië vele jaren grote invloed in het Midden-Oosten heeft gehad. President Assad stond bekend als een Arabische nationalist en een sterke leider die iedere centimeter van de ingewikkelde Syrische politiek van binnen en buiten kende. Om de rol van Assad te kunnen beoordelen moeten we naar de grillige geschiedenis van Syrië kijken en haar rol in de politiek van het Midden-Oosten.

Syrië, dat in de Arabische wereld een dominerende plaats inneemt, werd in 1946 een soevereine staat. Het gebied dat nu Syrië heet was duizenden jaren lang een doorgangsland voor verschillende volkeren, waaronder de Assyriërs, de Perzen en de Byzantijnen. In 1516 werd het land onderdeel van het Osmaanse rijk. In de 19de eeuw probeerden de Europese machten hun belangen in de regio te versterken en Frankrijk greep militair in onder het voorwendsel dat het de christelijke minderheden moest beschermen.

Grondwet

Het was dan ook niet verbazingwekkend dat Syrië, na de Eerste Wereldoorlog, samen met Libanon, onder een Frans Volkerenbondmandaat kwam te staan. Al in 1916 hadden de Franse en Britse imperialisten de verschillende landen onder elkaar verdeeld. De honger naar onafhankelijkheid leidde tot een opbloei van het Arabisch nationalisme en in 1930 kreeg Syrië een eigen grondwet, een president en een regering naar Frans voorbeeld. Maar de Franse imperialisten bleven de baas tot 1946 toen de laatste Franse troepen vertrokken.

De nieuwe onafhankelijke staat kende de ene opstand na de andere en vooral het leger was hiervoor verantwoordelijk. In 1949 werd president Husni Zaim door een groep officieren afgezet en doodgeschoten. Er volgden jaren van machtsstrijd tussen verschillende groepen en dictaturen. Een poging, eind jaren 50, om met Egypte een Verenigde Arabische Unie te vormen liep al na drie jaar stuk.

Ba'athpartij

In maart 1963 kwam de arabische-socialistische Ba'athpartij aan de macht. Ook in deze partij was er een verhitte strijd gaande tussen verschillende vleugels. In 1966 werd de rechtervleugel uitgeschakeld en kwam de radicale Nureddin Atassi aan het roer. Hij sloot een verbond met de Sovjet-Unie dat tot de val van de Sovjet-Unie zou blijven functioneren.

We komen in die periode ook voor het eerst de voormalige luchtmachtkolonel Assad tegen. Hij werd minister van Defensie in de regering van Atassi. Assad was een boerenzoon die op 6 oktober 1930 werd geboren en uit een Alevietische familie stamde. Zijn grote voorbeeld was Saladin die in de 12de eeuw de kruisridders versloeg. Net als Saladin wilde Assad heerser over de Arabische wereld worden.

Israël

Geen makkelijke opgave in een werelddeel waar de imperialistische strijd een dagelijkse gebeurtenis is. In 1970 bracht Assad Atassi ten val en werd in 1971 president van Syrië. Hij stond een pragmatische koers voor en het land kreeg een socialistische grondwet die ook vandaag nog van kracht is.

Assad zag in Israël de grote vijand, de vertegenwoordiger van het Amerikaanse imperialisme in het Midden-Oosten. Het verlies van de Golan Hoogte aan Israël, tijdens de zesdaagse oorlog van 1967, ervoer Assad als een trauma, dat zijn verdere leven domineerde. Het verlies speelde een grote rol in het afzetten van Atassi, Assad heeft zich jarenlang ingezet om het verloren gebied te herwinnen.

Pragmaticus

Hoewel Assad altijd een pragmaticus is geweest, waren er principes waar hij niet van afweek. In 1979 verbrak hij alle banden met Egypte, na het afsluiten van het vredesverdrag tussen Egypte en Israël. Ook veroordeelde hij de Palestijnse leider Arafat omdat hij zich tot een instrument van het imperialisme liet maken. De ruzie werd pas in 1988 bijgelegd. Verder had Assad jarenlang goede banden met de Arbeiderspartij van Koerdistan (PKK). PKK-leider Abdullah Öcalan verbleef lange tijd in het land, tot de Turkse oorlogsdreiging in 1998 hier een einde aan maakte. Dit betekende overigens niet dat de Koerden in Syrië meer rechten hebben dan in andere landen. De onderdrukking is minder sterk, maar van rechten is geen sprake.

In eigen land regeerde Assad als sterke man die geen tegenstand duldde. Hij bouwde Syrië om tot een politieke beweging waarvan hij de onbetwiste leider was. Geen makkelijke opgave omdat de instabiliteit van de eerste jaren moeilijk te overwinnen was. Maar Assad slaagde erin om stabiliteit te bereiken. Pogingen om hem ten val te brengen werden vroeg herkend en op tijd verslagen. Bij één van deze pogingen was Assad's jongere broer, Rifaat, betrokken en hij werd naar Europa verbannen. Ook een opstand door moslimfundamentalisten in 1982 werd onderdrukt.

Vredespogingen

Na de val van de Sovjet-Unie kwam Assad tot de conclusie dat met de veranderde situatie ook zijn politiek moest veranderen. Hij gaf aan dat hij bereid was tot een vredesconferentie met Israël onder het motto 'vrede voor land'. De inzet was opnieuw het terugwinnen van de Golan Hoogte. Er kwam inderdaad een overeenkomst in 1995 waaronder zich Israël in fasen zou terugtrekken. Maar de zaak raakte verstrikt in de details en is nog steeds niet opgelost.

Na jaren van een gespannen relatie met de Amerikaanse imperialisten, die Syrië constant als 'terroristenstaat' bestempelden, steunde Assad in 1990-91 de westerse machten tijdens de Golf Oorlog tegen Irak. Maar het bleef de Syrische leider ergeren dat de Arabische wereld nog steeds geen echte vuist kon maken tegen het imperialistische Westen. Zijn verslechterende gezondheid beperkte de laatste jaren zijn bewegingsvrijheid. Een nieuwe klap volgde toen zijn oudste zoon Basil in 1994 bij een auto-ongeluk om het leven kwam. Basil was naar voren geschoven als de opvolger van zijn vader.

Bashar

Deze rol werd nu overgenomen door Assad's tweede zoon Bashar die tot de dood van Basil in Londen studeerde. De laatste maanden was Bashar vooral actief in het bestrijden van corruptie binnen het regime. Ministers werden uit hun ambt gezet en zelfs aangeklaagd. In de hele geschiedenis van Syrië is dit nog nooit voorgekomen. Bashar werd kortgeleden unaniem gekozen als leider van de Ba'athpartij. Hij volgde zijn vader op als president.

Er bestaat geen twijfel over dat de dood van president Assad, beter bekend als de Leeuw van Damascus, een leegte achterlaat die niet makkelijk op te vullen is. Ondanks het feit dat hij zijn doel, heerschappij over de Arabische wereld, niet heeft kunnen waarmaken heeft hij Syrië tot een stabiele staat gemaakt waar de imperialisten minder vat op hebben dan op andere landen in de regio. Of deze politiek ook in de toekomst zal worden voortgezet is nog onzeker. Vaststaat dat voor het Midden-Oosten het verlies van een min of meer onafhankelijk denkend Syrië een enorm verlies zou zijn.