POLITIEKE MORAAL

De FNP-wethouders zijn tijdens een extra-raadsvergadering door een meerderheid weggestuurd. CDA en VVD – de partijen die voor een zandeiland in het IJsselmeer waren – kregen steun van Partij van de Arbeid, GroenLinks en D66. Zij stemden voor een door die beide partijen ingediende motie van wantrouwen tegen de FNP. PvdA, GroenLinks en D66 vonden de FNP verantwoordelijk voor de breuk binnen het College van B&W en verbonden daaraan de consequentie dat de FNP-wethouders door de gemeenteraad weggestuurd moesten worden. Daarmee hebben deze partijen als fervent tegenstander van een zandfabriek voor de kust van Oudemirdum zichzelf gediskwalificeerd en zich ook aangeboden als toekomstig betrouwbare partners in een nieuwe te vormen College van B&W, die dan in de gemeenteraad nooit en te nimmer een ander standpunt dan hun coalitiepartners in zullen gaan nemen.

Zij gaven een klap in het gezicht van de FNP, die ook hen een week tevoren aan een meerderheid tegen de zandfabriek hielp. Als dank daarvoor hielpen zij nu de voorstanders ervan – CDA en VVD – aan een meerderheid. Ook gaven zij een klap in het gezicht van al die mensen en organisaties die  met succes tegen de zandindustrie gestreden hebben. Nu de buit binnen was konden de hulptroepen – de FNP – afgeserveerd worden. Hun hoop op een wethouderszetel was sterker dan hun politieke moraal. Zo ziet men dat politieke winnaars binnen korte tijd morele verliezers kunnen worden. Gelukkig waren er nog enkele partijen, de Christen Unie, de Burgerpartij en de NCPN, die de rug recht hielden en samen met de FNP tegenstemden.

Rinze Visser en Sake Barelds,
Raadsfractie NCPN.