Diplomafraude en neoliberale onderwijseisen

studenten.jpg
Diplomafraude wordt in de hand gewerkt door neoliberale regeringspolitiek.

Ron Verhoef

De grootschalige diplomafraude bij Hogeschool InHolland heeft ertoe geleid dat de overheid meer is gaan controleren op de afgifte van diploma's. Dat is natuurlijk terecht. Maar het roept ook de vraag op wat de achtergrond is van die diplomafraude. Waarom geven scholen diploma's af aan mensen die niet aan de eisen voor het diploma voldaan hebben?

Het antwoord daarop heeft te maken met de financiering van het onderwijs en de manier waarop de inspectie de kwaliteit van het onderwijs beoordeelt. Om met de financiering te beginnen. Scholen krijgen op twee manieren geld voor leerlingen en studenten die onderwijs volgen aan hun instelling. Een deel krijgt de school op basis van het feit dat een leerling op school staat ingeschreven en ook daadwerkelijk onderwijs volgt. Dat deel is echter niet voldoende om de hele opleiding van de student te bekostigen. Daarom wordt er ook nog een zogenaamde diplomabonus uitgereikt. Dit wil zeggen dat een school voor elk diploma dat wordt uitgegeven extra geld krijgt waardoor de opleidingen ook aan voldoende middelen kunnen komen.

De zogenaamde diplomabonus en kwaliteit staan natuurlijk op gespannen voet met elkaar. Kwaliteit leveren wil immers zeggen dat mensen aan een bepaald niveau moeten voldoen. Dat kan lang niet iedereen en dus betekent kiezen voor kwaliteit ook voor uitval en daar komt het tweede probleem om de hoek kijken. De overheid heeft namelijk beslist dat niemand zonder diploma de school mag verlaten. Als dat wel gebeurt krijgt de school een onvoldoende van de inspectie en komt zo op de lijst van zwakke scholen te staan. Uiteraard is dit een lijst waar je als school liever niet op staat.

De oplossing is dus ervoor te zorgen dat iedereen een diploma haalt en de school bepaalt zelf wie een diploma krijgt en wie niet. Natuurlijk mag dat volgens de regels niet aangezien een opleiding moet voldoen aan de wettelijke eisen, maar de inspectie controleerde de afgelopen jaren nooit inhoudelijk. Er werd uitsluitend gecontroleerd of de juiste formulieren wel aanwezig waren, met de juiste handtekeningen. Zo werden toetsen niet inhoudelijk en op niveau beoordeeld maar alleen maar op de vraag of er een antwoordmodel bijzat, of de school het had gecontroleerd op taalniveau en of er een cijferberekening was.

Geen van deze zaken zegt inhoudelijk iets over de toets. De beoordelaar moet aan het einde bovendien ervoor tekenen dat hij de toets van een bepaalde leerling voldoende heeft beoordeeld maar hoeft niet specifiek uit te leggen op grond waarvan. In theorie hoeft de achterliggende gemaakte toets niet eens getoond te worden aan de inspectie. Zo werd het de scholen wel erg makkelijk gemaakt te frauderen.

Laten we vooropstellen dat de scholen natuurlijk wel wat te verwijten valt. Een school hoort ook idealen te hebben zoals het goed en zinvol opleiden van jongeren. Het onderwijs is immers geen bedrijf waar het alleen maar om de winst gaat en dat wordt de laatste tijd nog weleens vergeten. Het economische rendement van opleidingen heeft de laatste jaren teveel centraal gestaan, waardoor de kwaliteit op de achtergrond verdween. De gevolgen daarvan worden nu pas duidelijk.

De overheid zou hier iets aan moeten doen, door financiering niet te koppelen aan het aantal diploma's dat wordt uitgegeven, maar te kijken naar kwaliteit. Dat zou betekenen dat de inspectie ook weer inhoudelijk gaat controleren en niet alleen maar kijkt of het papierwerk wel in orde is. Dat laatste heeft dan als bijkomend voordeel dat leraren minder tijd kwijt zijn aan het invullen van allerlei formulieren die de inspectie graag wil zien, maar die niets zeggen over de kwaliteit van het onderwijs. Daarmee kan de docent zich weer bezighouden met waar hij/zij voor is ingehuurd, namelijk het geven van onderwijs aan jongeren.

Deze omslag wordt al een heel klein beetje gemaakt, maar dit komt nu uit het onderwijs zelf. Of de huidige regering veel oog heeft voor de noodzaak van genoemde omslag valt te betwijfelen, zodat de kans groot is dat misstanden in de toekomst blijven bestaan.