Een Griekse Weimar Republiek?

soligriek.jpg
Georganiseerd en volhardend optreden in buurten en bedrijven is het doorslaggevende antwoord op de aanvallen van het kapitaal. Engelse vakbondsdemonstranten in London zijn solidair met Griekse arbeiders en studenten. Een analyse van de verkiezingsuitslag in Griekenland volgt in komende nummer van Manifest (Foto: Chrisjohnbeckett/Flickr/cc/by-nc-nd).

Anna Ioannatou

Wie het verleden niet kent, kan het heden niet beoordelen is een waarheid die flink onderschat wordt. Maar je moet het verleden dan wel in al zijn facetten kennen en niet in de vorm van halve waarheden en tendentieuze weglatingen.

Dat verwijzingen naar de geschiedenis in het voordeel van huidige regeerders moeten uitvallen, is te begrijpen en ook dat daarom selectief onaangename stukken ervan verzwegen worden. Een Grieks spreekwoord zegt: 'wie zijn nest heeft bevuild, zoekt de vergetelheid'.

In Griekenland staan (op het moment dat ik dit schrijf) de vervroegde parlementaire verkiezingen voor de deur (6 mei); na een half jaar dictaten van een niet-verkozen interimregering. De twee grote blokken Pasok en Nea Dimokratia zijn sterk geslonken en op grond van de opiniepeilingen (met alle voorbehoud inzake opiniepeilingen) zouden op het moment van het schrijven van dit artikel maar liefst tien partijen in het parlement komen (het waren er vijf).

Het is uit met de eenpartijregeringen van de laatste (bijna) veertig jaar, ondanks het 'bonusje' van 50 zetels voor de hoogst scorende. Griekenland zal het nu ook met wisselende coalities moeten doen. Buiten de kunstmatige scheidingslijn tussen de pro's en contra's van memorandum 1 en 2 van de troika, die tot de keiharde bezuinigingsmaatregelen leidden, staat alleen de KKE (communistische partij). Zij wijst erop dat dit niet de oorzaak van de verslechterende toestand is, maar het gevolg van de economische systeemcrisis. Dat men zich in leidende kringen wel degelijk bewust is van dit feit mag blijken uit de manier waarop de geschiedenis soms haar intrede doet als instrument om het bewustzijn te manipuleren.

Het Weimar syndroom

Zo kwam kortgeleden de nieuwe voorzitter van de 'socialistische' Pasok, Evangelos Venizelos, bij de Republiek van Weimar terecht (Duitse parlementaire democratie, waaraan in 1933 een eind kwam, toen Hitler aan de macht kwam). Venizelos wijst al een tijdje op het gevaar van groeiend ultrarechts en fascisme, gebruikmakend van de historische ervaring van de Republiek van Weimar. Een geliefd thema bij burgerlijke publicisten en geschiedschrijvers.

Extremen en extremismen moeten worden vermeden! Stem dus op het politieke middenveld en dus op de Pasok (of voor de liefhebbers van centrumrechts op de Nea Dimokratia). Anders zou Griekenland weleens het lot van Weimar beschoren kunnen zijn. "We riskeren eventueel met een parlement te komen zitten, dat vijandig staat tegenover het parlementarisme", aldus de nieuwe Pasok voorzitter. De democratie zou van binnenuit ontwricht kunnen worden door de versterking van ultrarechtse en ultralinkse politieke krachten, zoals na de verkiezingen van 1930 in Duitsland nazi's en communisten steeds sterker werden.

Deze bewustzijnsmanipulerende denkwijze vind je de laatste tijd in de Griekse pers tot uitdrukking gebracht door prominente opiniemakers. Voor de aanhangers van de burgerlijke democratie, zoals we verderop zullen aantonen, zit het gevaar echter helemaal niet in dat 'ultrarechts (nazi's)', maar in 'ultralinks (communisten)', verhuld in het nivellerende schema 'extremistische, totalitaire systemen', waarvoor 23 augustus als herdenkingsdag werd voorgesteld in een resolutie van het Europees Parlement (op 23 augustus 1939 sloot de zwaar bedreigde Sovjet-Unie een noodzakelijk niet-aanvalsverdrag met Duitsland, om redenen waarvan we binnen het kader van dit artikel niet kunnen ingaan).

Een korte terugblik

Voor de presidentiële verkiezingen van voorjaar 1932 in Duitsland steunden de sociaaldemocraten Hindenburg om, zoals het heette, het land van de fascisten te redden, die Hitler als kandidaat hadden. Hindenburg werd verkozen. Op 30 mei 1932 werd op voorstel van Hindenburg in Duitsland een regering gevormd met aan het hoofd de sociaaldemocraat Von Papen, die de belasting verhoogde, drastisch de posten voor sociale verzekeringen verminderde en tegelijkertijd miljoenen marken naar de eigenaars van monopolies toespeelde. "Het spreekt vanzelf", schreef de leider van de parlementaire fractie van de sociaaldemocraten in de Reichstag, "dat de sociaaldemocratie er aan werkt om de instorting van het kapitalisme te voorkomen".

De leiders van de sociaaldemocratie steunden de bezuinigingsmaatregelen als het geringste kwaad om fascisme en links radicalisme tegen te gaan, zoals het heette. Bij de verkiezingen van juli 1932 kwam Hitler's partij versterkt uit de bus. Dus wenste zij de politieke macht. Die werd haar dan ook prompt toegekend. Op 30 januari 1933 benoemde Hindenburg Hitler tot rijkskanselier, na diverse 'onderhandelingen' met industriële magnaten en bankiers en na eerst via een uitzonderlijk decreet alle artikelen in de grondwet op te schorten die de vrijheid van het individu, van de pers, van vergaderen en oprichten van vakbondsorganisaties garandeerden.

Terug naar het heden

De geschiedenis geeft ook in Griekenland - maar beslist niet alleen in Griekenland - voorbeelden te over van de rol van de sociaaldemocratie, die op kritieke momenten ultrarechts steunt om de communisten buiten de deur te houden.

Sinds 11 november 2011 heeft Griekenland een interimregering bestaande uit Pasok, Nea Dimokratia en het ultrarechts Orthodox Volks Reveil, allemaal aan één tafel. Ondanks al het gewaarschuw tegen fascistisch gevaar, dat als het zwaard van Damocles boven de Griekse samenleving hangt... Ondanks de "strijd tegen ultrarechts", tegen het "ei van de slang" (verwijzing naar de titel van een film van Ingmar Bergman over het opkomend fascisme in Duitsland in de jaren '30). En dat allemaal bij monde van de vicepresident van een regering waarin ultrarechts meeregeert (meeregeert..., niet slechts gedoogt!). Ondertussen zijn er talloze uitingen van wederzijdse waardering, opgetekend uit de monden van Pasok-leiders over het 'Reveil', diens leider en omgekeerd. Het valt dus nogal mee met die zorgen over de ene poot van de 'uitersten', de ultrarechtse. Deze wordt graag gebruikt door de kapitaalkrachtigen om hun doel te bereiken, soms als dreigement, soms als 'lijm' om een regering aaneen te plakken.

Met die andere poot van het 'extremisme', de 'ultralinkse' (communistische partij) staat het anders. Het hele politiek spectrum is het erover eens dat die een echte bedreiging voor de democratie vormt, 'zijn' democratie.

Het gevolg van de propaganda over de gevaren van het 'extremisme' plus de 'Weimar'-theorie is angst bij de bevolking. Klassenstrijd zou de theorie van de haat zijn en dus verwerpelijk, zo gaat de hypocriete moralistische logica van Europese en wereldwijde kapitaalkrachtige overheersers die nota bene zelf de tegenstellingen veroorzaken door zijn economisch stelsel van steeds schreeuwender ongelijkheden. Hun politiek personeel kiest zonder morren de zijde van de heersende klasse. Klassenstrijd gaat niet over haat, maar over de noodzaak van verzet tegen uitbuiting en toenemende aantasting van de democratie.