De aard van de klasse en de klassenstrijd in de internationale verhoudingen

Het VN-hoofdkantoor. Daar geldt: wie betaalt, bepaalt.
Afrika en het Midden-Oosten worden uitgeknepen.

Elisseos Vagenas (*)

Het strijken van de rode vlag op het Kremlin in december 1991 markeerde een van de meest tragische gebeurtenissen in de moderne geschiedenis. Het contrarevolutionaire proces in de Sovjet-Unie, de omverwerping van het socialisme en de herinvoering van het kapitalisme werden ermee voltooid. (deel 5)

De KKE waarschuwde er destijds al voor dat de bevolkingen hierdoor beroofd werden van de fundamentele steun in hun strijd voor vrede en sociale vooruitgang die de USSR bood. Het leven bevestigde wat communisten al zeiden. Zij verwierpen de voorspellingen van alle andere partijen (rechtse, sociaaldemocratische en 'hervormde' voormalige communistische) die in de contrarevolutie een 'positieve evolutie' en een 'weg naar vrede en welvaart' zagen.

Op basis hiervan ontwikkelden zich utopische standpunten die gepaard gingen met een opportunistische politiek op het gebied van de internationale en regionale 'veiligheidssystemen'.

De situatie na de contrarevolutie in de USSR

Na de contrarevolutie wijzigden de machtsverhoudingen binnen de VN op een radicale en rampzalige wijze. De Sovjet-Unie werd vervangen door Rusland. Echter, zoals tijdens het 18e Congres van de KKE verklaard werd: "Het kapitalistische Rusland met zijn enorme voorraad aan grondstoffen, met zijn nucleaire arsenaal, met zijn van de USSR geërfde infrastructuur en geschoolde arbeidskrachten, beschikt over de eerste vereisten om zijn positie in de imperialistische piramide te versterken. Deze mogelijkheid biedt echter geen garanties voor de bevolkingen die zich verzetten tegen de VS en andere imperialistische machtscentra, zoals de USSR, het socialistische systeem en het Warschaupact als geheel wél deden. Het karakter van het hedendaagse Rusland is immers imperialistisch". [31]

Tegelijkertijd zien we dat het "internationale recht, zoals de bevolkingen dat kenden uit de tijd dat het socialistische systeem zich krachtig deed gelden en een actieve rol speelde in internationale vraagstukken, niet langer bestaat. De plaats van het internationale recht is volkomen ingenomen door de imperialistische doctrine van de 'preventieve aanval' en de 'strijd tegen het terrorisme'. Een bijzonder gevaarlijke strategie is die van de imperialistische interventies waarbij 'zelfbeschikking' als voorwendsel wordt gebruikt om minderhedenkwesties op te poken en zo protectoraten in het leven te roepen". [32]

Dit blijkt overduidelijk uit de erkenning van Kosovo door de VS, de EU en de NAVO en die van Zuid-Ossetië en Abchazië door Rusland. Deze ontwikkeling geeft voeding aan de discussie over de noodzaak om de VN te hervormen, over het creëeren van nieuwe 'veiligheidssystemen' in Europa en leidt tot verklaringen over een 'multipolaire wereld'. Het is slechts de top van de ijsberg in het proces van wijzigende machtsverhoudingen tussen de imperialistische machtscentra. Natuurlijk gaat deze ontwikkeling gepaard met pogingen om het agressieve karakter van de imperialistische bondgenoodschappen te verhullen.

Tegelijkertijd spelen de opportunistische krachten samen met de politieke krachten van de bourgeoisie een belangrijke rol met hun visie over de 'vermenselijking van de VN', waarbij ze het feit verhullen dat oorlog inherent is aan het uitbuitende karakter van het kapitalistische systeem en nog meer van zijn hoogste staat, het imperialisme.

De VN is tegenwoordig niets anders dan de Volkerenbond. Wie betaalt bepaalt. In 2009 namen de VS 22 procent van het VN-budget voor hun rekening (598,2 miljoen dollar), gevolgd door Japan (16,62%) en Duitsland (8,57%7). [33]

Kritiek op de opportunistische ideeën van de bourgeoisie over de internationale betrekkingen

Vreedzame co-existentie en competitie

De KKE is van mening dat de volksbeweging de VN en het internationale recht niet kan beoordelen aan de hand van dezelfde maatstaven als in het verleden toen de USSR en het socialistische blok nog bestonden. De reden hiervoor is dat het bestaan van de USSR en het Warschaupact de anti-imperialistische beweging ondersteunden en het tot op zekere hoogte mogelijk was om de imperialistische plannenmakerij in toom te houden. Desalniettemin moet deze mogelijkheid in het verleden niet overschat worden.

De positieve besluiten uit het verleden zullen aan belang inboeten zolang ze niet worden uitgevoerd en zolang nieuwe, openlijk agressieve VN-resoluties aangenomen worden zoals resoluties die de NAVO het recht verlenen om Afghanistan te bezetten, sancties tegen de Democratische Volksrepubliek Korea vanwege haar nucleaire programma en resoluties over de ontwapening van het Libanese verzet.

We moeten niet vergeten dat positieve VN-resoluties voor de bevolkingen vaak een referentiepunt betekenden en dat zij hen op verschillende terreinen in hun strijd hielpen hoewel ze niet altijd door de imperialisten uitgevoerd werden.

Zo weten we bijvoorbeeld dat de rechtvaardige resoluties van de VN-Veiligheidsraad over Cyprus nooit uitgevoerd zijn omdat ze de belangen van de VS en andere machtige imperialistische landen schaden. Ook konden de positieve VN-resoluties en het bestaan van de USSR geen veranderingen aanbrengen in de afhankelijkheid en de onafhankelijkheid (op politiek, militair en economisch gebied) van de landen in het wereldwijde imperialistische systeem. Verder heeft, zoals we concludeerden tijdens ons 18e Congres, na de Tweede Wereldoorlog: "het imperialistische systeem, geleid door de Verenigde Staten een hele reeks militaire, politieke en economische bondgenootschappen en internationale monetaire organisaties in het leven geroepen (de NAVO, de Europese Gemeenschap, het IMF, de Wereldbank en diverse internationale handelsovereenkomsten). Deze verzekerden de coördinatie door de kapitalistische landen en bouwden bruggen om een aantal tegenstellingen tussen hen te overwinnen. Het doel van deze organisaties was om gezamenlijk vanuit verschillende kanten druk te blijven uitoefenen op het socialistische systeem. Ze organiseerden imperialistische interventies, systematische en veelzijdige provocaties en anticommunistische campagnes." [34]

De situatie is echter nog onvergelijkelijk veel verslechterd sinds de USSR en het blok van socialistische landen niet meer bestaan. Ook China is als permanent lid van de VN-veiligheidsraad niet in staat de rol die de SovjetUnie in het verleden speelde te vervullen. De reden daarvoor is niet China's gebrek aan macht maar het feit dat de "volksrepubliek China een politiek bedrijft waarbij de economie zich opent voor de internationale kapitalistische markten. China is lid geworden van de Wereldhandelsorganisatie en onderhoudt banden met het IMF en de Wereldbank. Het opduiken van uitbuitende maatschappelijke krachten met een politieke vertegenwoordiging in de Chinese samenleving vormt niet alleen een gevaar voor de belangen van de Chinese bevolking maar ook voor de rol van China in de internationale anti-imperialistische beweging." [35]

Tegelijkertijd is de inter-imperialistische rivaliteit sinds de negentiger jaren toegenomen als gevolg van de assimilatie van de vroegere socialistische landen (met hun grondgebied, grondstoffen en arbeidskrachten) in het imperialistische systeem waarvan ze decennialang afgesloten waren. Vooral echter bracht de onevenwichtige kapitalistische ontwikkeling een nieuwe machtsverhouding in het internationale imperialistische systeem teweeg waardoor de machtsverhoudingen zoals die weerspiegeld waren in allerlei internationale overeenkomsten en verbonden ter discussie werden gesteld.

Dat is de reden waarom het internationale recht er de afgelopen twintig jaar zo radicaal op is achteruitgegaan. Het internationale recht wordt enkel en alleen bepaald door de imperialistische landen en is niet langer een afspiegeling van de machtsverhouding tussen kapitalistische en socialistische landen. Daarom pakt dit slecht uit voor de bevolkingen en de werkende klasse in de kapitalistische landen. Arbeiders- en volksbewegingen moeten zich bewust zijn van deze veranderingen en mogen niet in de val trappen die gevormd wordt door oproepen om de VN en het internationaal recht te democratiseren. De VN en het internationaal recht worden voornamelijk door de krachten van de bourgeoisie gebruikt om hun positie te verstevigen. Tegelijkertijd bedriegen deze krachten de bevolkingen bewust wanneer zij beweren dat ze een vreedzame wereld kunnen garanderen zonder dat de fundamenten van de kapitalistische samenleving aangetast hoeven te worden. Dergelijke 'oproepen' worden ook gedaan door verschillende 'linkse' krachten, zelfs door krachten die zichzelf anti-imperialistisch noemen. Zo werd er ook tijdens het derde Wereld Sociaal Forum in Porto Alegre gesproken over een 'democratische wereldorde'. [36]

Deze zienswijze is gekoppeld aan het verleden en houdt geen rekening met de huidige situatie. Men benadert de internationale vakbonden en organisaties niet aan de hand van klassencriteria maar op basis van hun verbondenheid aan bestaande instellingen.

We moeten lessen trekken uit vergelijkbare benaderingen die het roofdierachtige karakter van het imperialisme onderschatten en die uiteindelijk leidden tot een terugtrekkende beweging. Dit vond eveneens plaats toen er sprake was van een verschuiving van het idee van 'vreedzame co-existentie' van beide sociaaleconomische systemen naar ideeën over een systeem van 'Europese Veiligheid' die binnen de Communistische Partij van de USSR de overhand kregen. Destijds, in 1955 streefde de USSR naar "een veiligheidssysteem waarbij de lidstaten zouden beloven om het gebruik van militaire middelen achterwege te laten en om alle cruciale kwesties met vreedzame middelen op te lossen." [37]

De KKE tekent aan dat de "lijn van de vreedzame co-existentie die ontwikkeld werd na de Tweede Wereldoorlog, tot op zekere hoogte tijdens het 19e Congres (oktober 1952) en met name tijdens het 20e Congres van de CPSU (1956) weliswaar de barbaarsheid van het kapitalisme en de agressie van de VS, Groot-Brittannië en een aantal andere gedeelten van de bourgeoisie en haar politieke krachten in de West-Europese kapitalistische landen onderkende, maar niet dat dit een integraal onderdeel was van het monopoliekapitalisme, van imperialisme. Hierdoor ontstond er ruimte voor utopische percepties, zodat het voor het imperialisme mogelijk zou zijn om gedurende een lange termijn een co-existentie te accepteren met krachten die de wereldwijde dominantie ervan doorbroken hadden." [38]

De realiteit bleek echter heel anders en toonde aan dat het imperialisme, waarvan de oorlog inherent deel uitmaakt - overeenkomsten tussen staten naar eigen goeddunken naleeft en dat de bevolkingen geen illusies moeten koesteren over zogenaamde 'vreedzame' bedoelingen.

Lenins visie is ook hier actueel: "onder deze omstandigheden vormen slogans over pacifisme, over internationale ontwapening onder het kapitalisme, over een Hof van Arbitrage enzovoort enzovoort, niet alleen een reactionair utopia maar ook een regelrechte zwendelpraktijk ten koste van de werkers, bedoeld om het proletariaat te ontwapenen en de arbeiders af te leiden van hun taak om de uitbuiters hun wapens af te nemen. Alleen een proletarische socialistische revolutie kan de mensheid uit de impasse leiden die het imperialisme en de imperialistische oorlogen hebben geschapen. Met welke moeilijkheden de revolutie ook te maken krijgt, welke mogelijke tijdelijke tegenslagen of contrarevolutionaire golven ze ook te verduren krijgt, de uiteindelijke overwinning van het proletariaat is onvermijdelijk." [39] (wordt vervolgd)

Noten:


[31] 18e Congres van de KKE, Documenten, Publicatie van het CC van de KKE, p 285.
[32] 18e Congress van de KKE, Documenten, Publicatie van het CC van de KKE, p 276.
[33] Groot Brittannië 6,64%7, Frankrijk 6,30, Italië 5,07%7, Canada 2,97%7, Spanje 2,96%7, China 2,66%7, Mexico 2,25%7. Rusland droeg voor 1,2%7 bij aan het budget van de VN. Cijfers van Wikipedia
[34] Resolutie van het 18e Congress van de KKE: 'Assessments and Conclusions on Socialist Construction During the 20th Century, Focusing on the USSR. KKE's Perception on Socialism', publicatie van het CC van de KKE, p 77.
[35] 16e Congres van de KKE, Documenten, Publicatie van het CC van de KKE, p 48.
[36] Dagblad 'Rizospastis', 22 januari 2003.
[37] A. Gromyko en B. Ponomariov: 'The History of the Foreign Policy of the USSR', vol.2 1945-1985, p 294-295.
[38] Resolutie van het 18e Congress van de KKE: 'Assessments and Conclusions on Socialist Construction During the 20th century, Focusing on the USSR. KKE's Perception on Developed Socialism', publicatie van het CC van de KKE, p 78.
[39] V.I. Lenin: 'Programme of the R.C.P. (B), Collected Works, 'Synchroni Epochi', Vol. 98, p.421.

E.V. is lid van het Centraal Comité van de KKE en internationaal secretaris van de KKE. Vertaling en bewerking Frans Willems.