Politiek conservatisme onder een antikapitalistische dekmantel

Op 8 juli jongstleden organiseerden PAME door heel Griekenland heen stakingen als protest tegen de afbraak van het sociale zekerheidstelsel. (Foto: KKE International/Picasa/cc-by-nc-nd)

Anna Ioannatou

De maatregelen die de Griekse regering neemt en de regelmatige bezoeken van vertegenwoordigers van het IMF (Internationaal Monetair Fonds) hebben, zoals we al herhaaldelijk schreven, heel wat reacties teweeggebracht in Griekenland de afgelopen maanden. Afgezien van de talloze stakingsacties speelt zich ook het een en ander af onder intellectuelen en buitenparlementaire politieke krachten, die zich als antikapitalistisch en communistisch bestempelen.

Een interessante ontwikkeling is daarbij dat er een brug geslagen lijkt te zijn tussen links en rechts opportunisme in een poging een front te vormen, dat een 'radicale' omwenteling wenst in de aanpak van IMF, banken, schulden e.a. Die omwenteling wordt antikapitalistisch genoemd, maar in de praktijk blijkt dat het nogmaals om een omwenteling in het beheer van hetzelfde economische systeem gaat en allerminst om antikapitalisme.

Als strategisch doel wordt wel een communistisch perspectief gegeven, maar in de praktijk blijkt het een klassiek sociaaldemocratische lijn te zijn verpakt in een antikapitalistisch jasje. Een paar telkens terugkomende punten zijn:

Deze op zich heel loffelijke voorstellen die vrijwel allemaal ook in het eisenpakket van de communistische partij voorkomen, hebben echter een andere ideologische reikwijdte dan die van de KKE, namelijk slechts een ander beheer van kapitalistische instellingen, maar geenszins een radicale omwenteling van het systeem op zich, waarbij degenen die de rijkdom produceren eigenaar worden van de productiemiddelen en zelf de vruchten van het door hen geproduceerde plukken, een doel waarnaar de communisten streven.

Op die manier zijn de voorstellen zonder het perspectief van een radicale omwenteling in wezen een pas op de plaats of nog erger, want de bevolking worden illusies voorgeschoteld.

Het uittreden uit de eurozone wordt bijvoorbeeld verbonden met het perspectief van uittreding uit de Europese Unie, de regering moet eindelijk eens een eind maken aan de willekeur van de banken en de export van kapitaal verbieden. Dus in de clinch gaan met de instrumenten van het kapitalisme, diens instellingen, maar daarmee houdt het dan ook op.

'Socialistisch' verpakte illusies

Wat betreft de regeringspartij (Pasok), vindt men dat er contact gezochtmoet worden met de electorale basis van deze partij. Men moet zich richten op het 'goede deel van de Pasok', dat tegen de maatregelen van IMF-EU zou zijn en zo wordt de brug geslagen naar de traditionele sociaaldemocratie. In plaats van de werkende klassen los te maken uit de hardnekkige illusies dat er een uitweg zou zijn met de Pasok worden ze nogmaals door deze 'linkse', 'antikapitalistische' krachten gestuwd in de richting van systeemhandhaving. Trouw aan de antineoliberale logica vinden zij dat het terugdraaien van de privatiseringen tot een breuk zou leiden met het moderne kapitalisme.

Gemakshalve daarbij vergetend dat ook de privatiseringen op overheidsbeslissingen van een kapitalistische staat berusten en dat de kernvraag is, wie die staat uitmaakt. In de logica van bovengenoemde 'linkse' krachten is particulier per definitie slecht en is de staat per definitie goed zonder dat gedefinieerd wordt wie de dienst uitmaakt in die staat. Dit autonoom maken van begrippen, die zonder dat ze concreet ingevuld worden een eigen leven schijnen te leiden, is altijd de ideologische truc geweest van het politieke opportunisme sinds de 19de eeuw.

Het bovengenoemde 'antikapitalistische' eisenpakket zou ook waargemaakt kunnen worden door burgerlijke regeringen en dus hoeft er niet gestreden te worden voor een machtsovername door de werkende bevolking om de productiemiddelen tot maatschappelijk eigendom te maken en dus, zo luidt de redenering, heeft de KKE (Communistische Partij) het helemaal mis met haar tactiek en ideologie. Een sprong naar een ander sociaaleconomisch systeem zou helemaal niet nodig zijn. Trouwens, prominente rechtsliberale politici en economen komen bij tijd en wijle met dezelfde voorstellen.

Vooral de tactiek van geen schulden betalen is al vaak toegepast door niet-communistische regeringen. Dat op het ogenblik een reeks burgerlijke en zelfs nationalistische krachten ook zoiets voorstaan, stemt tot nadenken. Deze doelstelling losgekoppeld van de kwestie socialisering van monopolies en centrale planning van de economie als enig wezenlijk antwoord op de kapitalistische crisis werkt desoriƫnterend doordat deze crisis teruggevoerd wordt op enkel en alleen de kwestie schuld. Tevens wordt daarmee verhuld dat de getroffen maatregelen uiting zijn van een diepere herstructurering van het kapitaal en niet alleen maar om het schuldprobleem het hoofd te bieden.

Vaak worden ook historische kunstgrepen uitgehaald, zoals het voorbeeld van de bolsjewieken destijds, die weigerden de schulden van de tsaristische leningen te betalen en banken nationaliseerden. Geredeneer in de trant van 'zij deden het ook, zie je wel hoe revolutionair we zijn' is een voorbeeld van hoeveel verwarring er gesticht wordt bij de bevolking. Immers, die maatregelen werden getroffen in revolutionaire omstandigheden van machtsovername door de jonge sovjetdemocratie als een eerste stap in de richting van socialisering en niet binnen een kapitalisme om dit kapitalisme uit de brand te helpen.

Een historische bekentenis

Uiteraard wordt er regelmatig uitgehaald naar de KKE als een partij die een arrogante houding zou aannemen en bijna genoegen zou beleven aan de ellende van de werkende mens door te honen "wij hebben het altijd al gezegd, het kapitalisme had, heeft en zal altijd crises hebben. De enige oplossing is socialisme. Als je het ook door hebt, kom ons dan maar eens opzoeken."

De tactiek van de KKE de werkende massa's te organiseren om de macht van het kapitaal omver te werpen wordt als sektarisme gekenschetst.

Heel wat van diegenen die actief zijn in de recente initiatieven voor gemeenschappelijk handelen van alle 'linkse' krachten voor een totaal vaag communistisch perspectief (maar zonder communistische partij!) in de trant van wat hierboven beschreven is, komen voort uit de KKE, zich aanvankelijk 'revolutionairder' opstellend in de NAR (Nieuwe Linkse Stroming). Zij vonden de KKE te burgerlijk en bekritiseerden fel de samenwerking van de communisten in de 'Coalitie' (Synaspismos, sindsdien als zelfstandige partij functionerend) van eind jaren tachtig, die in 1991 schipbreuk leed. Een ander deel is ook spijtoptant van de KKE, maar ging over naar eurocommunistische standpunten. Het aardige is dat beide componenten elkaar nu gevonden hebben als een soort historische bekentenis van wat ze eigenlijk zijn na eerst de KKE van links en rechts bestookt te hebben, in bovengenoemde gemeenschappelijke initiatieven gezamenlijk een brug slaand naar de traditionele sociaaldemocratie om uiteindelijk op 'antikapitalistische' wijze het kapitalisme in stand te houden...